December 2020
2 december: Cultureel ondernemen in coronatijd
Sinds het begin van de coronacrisis stonden theaters en concertzalen onder hoogspanning. Hoe kun je een cultuurpodium overeind houden als er niet of nauwelijks bezoekers mogen komen? Ook Stadsschouwburg Nijmegen en Concertgebouw De Vereeniging kregen hiermee te maken. Op 2 december bracht Hare Majesteit Koningin Máxima een werkbezoek aan de beide podia om te praten over cultureel ondernemerschap in coronatijd. Directeur Eva Middelhoff: “Wij verdienen 70% van ons geld zelf. Wat mooi is aan deze moeilijke periode, is dat er ook veel creativiteit is losgekomen.” Salesmanager Serdal Kabakci vertelde over de samenwerking met basisscholen: “We hebben aangeboden de eindmusicals in de schouwburg te laten uitvoeren, met streaming, zodat ouders, opa’s en oma’s thuis konden meekijken en meeleven.”
De Koningin liet zich ook informeren over de succesvolle samenwerking met de Radboud Universiteit. Rector magnificus Han van Krieken: “Onze grootste zaal bij de universiteit bood plek aan maximaal tachtig studenten. Toen heb ik gebeld met de vraag wat hier mogelijk zou zijn.” In de grote concertzaal van De Vereeniging bleken met inachtneming van de voorschriften driehonderd studenten te passen. Waar normaal publiek luisterde naar Beethoven, vonden sindsdien colleges en tentamens plaats. Student Evelien van Dijk toonde zich enthousiast: “Het is zó fijn om weer andere studenten te zien en docenten live te horen praten.” “Er zijn zelfs iets meer studiepunten gehaald dan vorig jaar”, voegde de rector magnificus toe.
2 december: Voor iedereen is iets te vinden
In Nederland zetten jaarlijks 6,7 miljoen mensen zich vrijwillig in voor anderen of hun omgeving. Zij doen fantastisch werk en maken het leven van hun medemensen een beetje beter, mooier, gezelliger of weerbaarder. De vraag naar vrijwilligers neemt nog steeds toe. Daarom wil de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk samen met vrijwilligersorganisaties meer mensen motiveren om bij te dragen aan de samenleving op een manier die bij hen past. Als steun in de rug opende Hare Majesteit Koningin Máxima op 2 december in Den Haag het Nationaal Jaar Vrijwillige Inzet 2021.
Tijdens een talkshow gaven diverse gasten hun visie op vrijwilligerswerk. Een van hen was Erik de Jonge, boswachter op de Brabantse Wal. Hij vertelde hoe essentieel vrijwilligers zijn voor het bos en de natuur: “Er zijn in mijn gebied driehonderd vrijwilligers actief. Zij doen heel veel onderhoudswerk: zaaien, maaien, knippen en snoeien. We hebben ook mensen die toezicht houden. We hebben gastheren en gastvrouwen. En we hebben mensen die tellingen verzorgen van vogels, planten en vlinders. Al die mensen zijn heel hard nodig. Het zijn allemaal mensen met hart voor de natuur. Ze komen naar ons toe en willen graag wat doen. Bij de een past het dan meer om kinderen te begel eiden die de natuur in trekken en de ander wil liever in zijn eentje vlinders tellen. Voor iedereen is wel iets te vinden.”
2 december: Kunst van oude zakken
“Het is eenzaam in deze grote zaal. Waar bent u? De ontmoeting met u, de laureaten, het luisteren naar uw verhalen, wijsheid en inzichten, behoort tot de hoogtepunten van mijn jaar. Maar dit jaar niet…” Vanuit een lege Burgerzaal in het Koninklijk Paleis Amsterdam, sprak Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Constantijn op 2 december per video zijn waardering uit voor de winnaars van de Prins Claus Prijzen 2020. Normaliter is de uitreiking een kleurrijk feest met gasten uit alle windstreken. Door de coronamaatregelen kon de uitreiking in 2020 alleen virtueel plaatsvinden.
Met de jaarlijkse Prins Claus Prijzen eert het Prins Claus Fonds kunstenaars, denkers en organisaties die met hun culturele en artistieke werk een bijdrage leveren aan de maatschappelijke ontwikkeling van hun land.
Winnaar van de Grote Prins Claus Prijs was de Ghanese beeldend kunstenaar Ibrahim Mahama. Als student vroeg hij zich af wat hij zou kunnen doen met afvalzakken van jute, gebruikt voor cacaotransport. De zakken gaan door honderden handen. Ze getuigen van het leven van de mensen door de vele tekenen van gebruik: bedrijfslogo’s, handgeschreven namen, resten van steenkool, vet en zweet, versieringen en reparaties. Ibrahim Mahama verwerkt deze oude zakken in enorme installaties op plekken in de openbare ruimte: “Het is belangrijk dat we ruimten creëren waarin onze verbeelding kan groeien buiten de grenzen van wat we kennen. Dit is het geschenk van kunstenaars aan de samenleving waarin zij werken.”
7 december: Een trotse erevoorzitter
Maar liefst twaalf verschillende vrijwilligersrollen vervult Kevin Wolter uit Roermond binnen het Rode Kruis. Na het verlies van zijn baan, zette hij onder meer een zorghotel op, verzorgde hij het vervoer van COVID-patiënten en deed hij boodschappen voor mensen die dat zelf niet kunnen. Hij behoorde tot de zesduizend Rode-Kruisvrijwilligers die op 7 december – Nationale Vrijwilligersdag – een herinneringsmedaille ontvingen voor hun inzet tijdens de coronapandemie. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet reikte als erevoorzitter van het Nederlandse Rode Kruis de medailles symbolisch uit aan Kevin en drie andere vrijwilligers tijdens een bescheiden ceremonie in Den Haag.
"Het is van belang dat er waardering wordt uitgesproken voor mensen die zich totaal belangeloos inzetten, vaak ook nog naast hun eigen baan, en ook mensen die nog nooit zoiets hebben gedaan maar die zich door de oproep van het Rode Kruis geroepen voelen om te helpen", aldus Prinses Margriet. "Het is goed dat de rest van Nederland ziet wat een belangrijke functie vrijwilligers, en met name déze vrijwilligers hebben. Ze hebben er eigenlijk alles voor over. Het is echt fantastisch. Ik ben een heel trotse erevoorzitter."
Het was voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog dat het verenigingsbestuur van het Rode Kruis besloot om herinneringsmedailles uit te reiken.
8 december: Museummensen en bomenmensen
Jan van Goyen, Meindert Hobbema, Vincent van Gogh, Charley Toorop en Armando, ze waren allen gefascineerd door bomen en trachtten de levende textuur ervan op het doek te vangen. Het Dordrechts Museum bracht zeventig schilderijen met bomen in de hoofdrol uit zes eeuwen Nederlandse schilderkunst bijeen. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix bezocht de tentoonstelling ‘Diepgeworteld. Bomen in de Nederlandse Schilderkunst’ op 8 december. Aanvankelijk zou zij de tentoonstelling op een eerder moment openen, maar dat kon door de coronamaatregelen niet doorgaan.
Gastconservator Wendela Burgemeister: “Het idee voor deze tentoonstelling is ontstaan doordat de Bomenstichting dit jaar vijftig jaar bestaat. Omdat het zo’n breed thema is dat zoveel eeuwen beslaat, is het belangrijk dat je het samen eens wordt over de invalshoek. We wilden het niet chronologisch doen, maar schilderijen uit verschillende eeuwen naast elkaar plaatsen. We zijn blij met de medewerking van een boomspecialist; juist die kennis over bomen geeft wat extra’s in een museum.” Hanna Hirsch, bureausecretaris van de Bomenstichting: “We vonden het belangrijk dat bomenmensen eens een keertje naar het museum gaan en dat museummensen eens dichter bij de bomen komen.”
Prinses Beatrix is sinds 1992 beschermvrouwe van de Bomenstichting.
8 december: 'Het begint een marathon te worden'
Uit een onderzoek van Caring Universities in juni 2020 bleek dat de coronapandemie het leven van veel studenten drastisch beïnvloedde. Meer dan veertig procent van de deelnemende studenten gaf aan dat online onderwijs een negatief effect had op de studie. Meer dan de helft zei zich slechter te kunnen concentreren en eveneens meer dan de helft zei zich eenzamer te voelen dan voorheen. Hare Majesteit Koningin Máxima bracht op 8 december een werkbezoek aan de Universiteit Utrecht om met studenten en docenten te praten over hun welbevinden en werkdruk.
“Het is toch elke keer weer op je kamer zitten en leuk doen tegen je computer; dat is heel iets anders dan leuk doen tegen een persoon”, vertelde biologiestudent Bas van Leeuwen. Eerstejaars Thomas van Asperen vertelde dat hij zich enorm had verheugd op zijn studie Natuurwetenschap & Innovatiemanagement: “Je begint aan een nieuwe studie. Dat moet een tijd zijn van vrienden maken. Maar niets daarvan. Ik heb één keer per week een werkcollege en dan ga ik weer naar huis. Dat is een anticlimax. Ik wil wel op kamers, maar dat kan ik niet betalen. Je ontmoet nauwelijks mensen.” “Digitalisering was al een trend in het onderwijs”, zei Manon Kluijtmans, directeur van het Utrechtse Centre for Academic Teaching. “Dat was onze redding. Maar we zien nu dat alleen digitaal onderwijs niet goed is. Ook voor docenten begint het een marathon te worden.”
11 december: Wherry
Een handlengte verschil kan in tijden van corona fikse consequenties hebben. In de roeisport bijvoorbeeld, waar de bankjes in meerpersoonsboten voor volwassenen 135 centimeter uit elkaar zitten. Dat maakt het onmogelijk om anderhalve meter afstand te bewaren tot je medesporters, en dus bleven deze boten tijdens de coronamaatregelen noodgedwongen aan de kant. Zijne Majesteit Koning Willem- Alexander bracht op 11 december een werkbezoek aan roeivereeniging Willem III in Amsterdam om te zien en te horen hoe de leden er desondanks samen het beste van maakten. Willem III bestaat sinds 1882 en is met achthonderd recreatie- en wedstrijdsporters een van de grootste roeiverenigingen van de hoofdstad. De Koning ontmoette onder anderen het 91-jarige erelid George Cortlever, die kwam aanroeien in een eenpersoonswherry.
Sport en beweging dragen bij aan een gezond leven en zijn juist in tijden van thuiswerken, lockdown en mobiliteitsbeperking van groot belang. Hierover sprak de Koning met vertegenwoordigers van de Koninklijke Nederlandse Roeibond, NOC*NSF, Federatie voor Gezondheid en de Nederlandse Studenten Roei Federatie. Veel mensen merken het effect van corona op de weegschaal. “We hebben vijftig miljoen kilo meer Nederlanders gekregen”, zei Anneke van Zanen, voorzitter van NOC*NSF.
25 december: Ook de zachte stemmen
De coronapandemie was vanzelfsprekend een belangrijk thema in de Kersttoespraak van Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander op 25 december. “Mijn hart gaat uit naar al die mensen wier bestaan overhoop gegooid is. Mensen met een droom die geknapt is. Ondernemers die hun gezonde bedrijf zien kapseizen. Mensen die zich eenzaam voelen en niet weten waar ze het zoeken moeten. Bodemloos is het verdriet van iedereen die een dierbare heeft verloren - door COVID of welke oorzaak dan ook - en het gevoel heeft niet goed afscheid te hebben kunnen nemen.”
De Koning stak mensen die zich in deze tijd onzeker voelen en moeite hebben om stelling te nemen een hart onder de riem. “Misschien bent u moe van opwinding, argwaan en fanatisme. Moe van de manische meningenmachine. Misschien snakt U stilletjes naar een beetje onderling begrip. Ontspanning. Doodgewone vriendelijkheid. En denkt U: ik ben blijkbaar een buitenbeentje. Laat me U geruststellen: dat bent U niet. U bent onmisbaar. Ook de zachte stemmen verdienen het om gehoord te worden.”
Aan het slot van zijn toespraak ging de Koning in op het hoopgevende karakter van het Kerstfeest. “Het Kerstfeest is van oudsher het feest van het terugkerende licht na de donkerste periode van het jaar. Bij alle onzekerheid mogen we daarop vertrouwen. Heb geduld. De zon keert terug. Het licht komt terug. We zullen elkaar weer kunnen ontmoeten en omhelzen.”
31 december: Oud en nieuw
Terwijl mensen thuis het glas heffen op het nieuwe jaar en hun huisgenoten het allerbeste wensen, staan overal in Nederland hulpverleners paraat om te waarborgen dat de jaarwisseling voor iedereen veilig en plezierig verloopt. Politiemensen, artsen, verpleegkundigen en schoonmakers komen in de Nieuwjaarsnacht vaak voor stevige uitdagingen te staan en kunnen daarbij niet altijd op begrip en waardering rekenen. Net over de drempel van het nieuwe jaar bezocht Zijne Majesteit Koning Willem- Alexander in de nachtelijke uren hulpverleners in Den Haag die zich inzetten voor het handhaven van de openbare orde, het voorkomen van incidenten, het schoonhouden van de stad en de zorg voor gewonden. Hij deed dat samen met burgemeester Jan van Zanen, politiechef Paul van Musscher en hoofdofficier van Justitie Michiel Zwinkels.
De Koning ging langs bij de medewerkers van de gemeenschappelijke meldkamer en bij politiebureau Hoefkade, waar teamchef Machteld van den Bosch vertelde dat grote incidenten waren uitgebleven: “We hebben eigenlijk een betrekkelijk rustige nachtdienst gehad.” Hetzelfde beeld kwam naar voren bij Haaglanden Medisch Centrum, waar een verpleegkundige de Koning bijpraatte: “Met drie extra verpleegkundigen en een noodplan waren we op alles voorbereid. Maar het was bizar rustig, ik heb het nog niet vaak meegemaakt zo. We zijn daar heel blij mee.”
Ook de professionals die de stad schoonhouden kregen aandacht. Zij zijn bij oudjaar de hele nacht bezig met het verwijderen van brandgevaarlijk materiaal om incidenten en brandjes te voorkomen.