November 2020
6 november: De kracht van 'kleine luyden'
Op 6 november vierde de Vrije Universiteit haar 140-jarig bestaan. Hare Majesteit Koningin Máxima hield de Diesrede, door de coronaomstandigheden per videoverbinding. Zij ging in op de grondlegger van de VU: “Abraham Kuyper was een man van de wetenschap. Maar ook een man die oog had voor de mensen buiten de academische wereld. Hij zag de grote betekenis van wat hij noemde: de ‘kleine luyden’. Middenstanders. Ambachtslieden. Arbeiders. Boeren. Onderwijzers. Kleine ondernemers. In 1880 werden zij nog vaak over het hoofd gezien. Het was een tijd waarin steeds bredere groepen streden voor emancipatie. Voor een volwaardige plaats in de samenleving en de economie. Zij wilden gehoord worden en de kans krijgen zich verder te ontwikkelen en hun steentje bij te dragen. Abraham Kuyper begreep dat en ondersteunde dat. In zijn voetspoor – en mede in mijn rol als lid van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap - wil ik daarom vandaag spreken over het midden- en kleinbedrijf.”
De Koningin beschreef het fundamentele belang van het MKB voor ons land en pleitte voor vernieuwende investeringsvormen zodat kleine en groeiende ondernemingen beter in staat zijn te innoveren. Ook sprak ze de studenten aan: “Ondernemerschap kun je leren en ontwikkelen! Een aantal van u koestert misschien zelf de droom van een eigen bedrijf. Sommigen van u zijn misschien op dit moment al ondernemer. U kunt daar al uw talenten en kennis in kwijt.”
11 november: Reguliere zorg
Tijdens de eerste coronagolf diende het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam als locatie voor het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander bezocht het Coördinatiecentrum op 17 april. Op 11 november bracht hij opnieuw een bezoek aan het Erasmus MC. Hij liet zich door professor Ernst Kuipers, voorzitter van de Raad van Bestuur en voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg, informeren over de situatie in de Nederlandse ziekenhuizen en de inspanningen om de continuïteit van zorg aan alle patiënten zo goed mogelijk te waarborgen. Professor Kuipers ging daarbij ook in op de belangen van niet-coronapatiënten. Door de toestroom van coronapatiënten moesten zij soms langer wachten op behandeling: “Het kost tijd de achterstanden van de reguliere zorg in te halen. In oktober hadden we de gemiste behandelingen van het voorjaar nog niet weggewerkt en toen kwam de tweede golf. Elk jaar worden ongeveer zevenduizend melanomen vastgesteld. We lopen nu zevenhonderd diagnoses achter. Maar die tumoren zijn niet weg.”
18 november: Vernieuwende ondernemers
Innovatieve en groeiende MKB-bedrijven zorgen voor veel banen en welvaart. Op 18 november (twee dagen voor de Dag van de Ondernemer), ging Hare Majesteit Koningin Máxima op bezoek bij Boeg B.V. & Boeg Nautic te Scheveningen. Een van de vernieuwende projecten van dit scheepsreparatie- en constructiebedrijf is een zaai- en oogstmachine voor de productie van zeewier aan de Nederlandse kust. Zeewier is een waardevol gewas: het kan worden gebruikt voor producten als thee, pasta en vleesvervangers, voor veevoer, voor medicijnen en voor biobrandstoffen. De zaai- en oogstmachine is in samenwerking met de Stichting Noordzeeboerderij ontwikkeld. Directeur Nico Buijs liet de Koningin een proefmodel zien.
De Koningin nam de gelegenheid te baat om ook met een aantal Scheveningse collega-ondernemers van Nico Buijs te praten over de gevolgen van de coronacrisis voor hun bedrijf. Karin Oudshoorn, eigenaar van Vrolijk Tent- en Zeilmakerij, vertelde dat zij de vraag naar haar producten had zien verschuiven: minder klandizie voor strandtenten, maar juist meer van particulieren die in de tuin iets willen overkappen. Wel maakte zij zich zorgen over de rem die de crisis zette op investeringen: “Om sneller en efficiënter te kunnen produceren, moet ik eigenlijk investeren in een nieuwe digitale snijmachine, maar dat durf ik nu niet aan.” Karel Pronk, eigenaar van Pronk-Hollandvis B.V., vertelde dat hij als leverancier aan de horeca zijn omzet met de helft had zien afnemen: “Het belangrijkste voor nu is overeind blijven en onze medewerkers behouden.”
23 november: Solitaire en sociale dieren
De kleine (of rode) panda is de enige nog levende soort van de familie der katberen. Met zijn kastanjebruine vacht en witte wangen is het een prachtig dier, dat leeft in het oosten van het Himalayagebergte en het zuidwesten van China. Helaas staat zijn leefgebied onder druk en zijn er in de natuur nog maar zo’n tienduizend kleine panda’s over. Diergaarde Blijdorp maakt zich samen met andere dierentuinen sterk voor het voortbestaan van deze soort, met uitgekiende onderzoeksen fokprogramma’s. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander wilde graag horen welke impact de coronacrisis op deze programma’s had en bracht op 23 november een werkbezoek aan Blijdorp. Coördinator Janno Weerman: “Rode panda’s zijn solitaire dieren die niet heel lang bij hun ouders kunnen blijven. Om die reden moeten ze kunnen verhuizen, ook om de genen te verspreiden. Maar niet alle dierentuinen hebben daar nog geld voor. Dit jaar zijn in dierentuinen vijftig rode panda’s geboren. Daarvan heeft tien procent niet kunnen verhuizen. Voor één jaar is dat nog niet zo erg, maar dat moet niet heel lang zo blijven doorgaan.”
In totaal doet Diergaarde Blijdorp mee aan ruim tachtig internationale fokprogramma’s, waarvan het er vijf coördineert: naast de rode panda onder andere dat van de Aziatische olifant.
Blijdorp-directeur Erik Zevenbergen vertelde over de gevolgen van corona voor zijn bedrijfsvoering: “Gemiddeld hebben we anderhalf miljoen bezoekers per jaar. Nu zijn het er vijfhonderdduizend minder. Dat scheelt tien miljoen euro omzet.” Per videoverbinding praatten ook vertegenwoordigers van andere dierenparken mee, waaronder de Apenheul. Gedragsbioloog Thomas Bionda: “Dierenwelzijn staat vanzelfsprekend nooit ter discussie. Wel merken we dat sommige dieren het tijdens de sluiting toch wel stil vonden. We zeiden tegen de collega’s: als je op kantoor werkt, loop dan even langs de orang-oetans.”
24 november: Stigmajas
In het voormalige Pest-, Dol-, en Leprooshuis van Haarlem is een uniek museum gevestigd op het snijvlak van geestelijke gezondheidszorg, kunst en wetenschap: Museum van de Geest | Dolhuys. Het gebouw en de inrichting waren hard aan renovatie en vernieuwing toe. Op 24 november kon Hare Majesteit Koningin Máxima het resultaat bewonderen en het vernieuwde museum openen. Zij deed dat door een glas-in-lood raam in de kapel van het complex te onthullen.
Het museum toont het bijzondere van de menselijke geest en de waarde van wat als afwijkend benoemd werd en wordt. Tijdens haar rondgang door het museum ontmoette de Koningin een aantal kunstenaars. Onder hen Ahmet Turkmen, die vertelde over zijn verslavingsverleden en zijn kunstwerk ‘Stigmajas’: “De Stigmajas is aan de buitenkant bestickerd met allemaal stigma’s en vooroordelen. Wat mensen vaak niet zien, en wat juist heel belangrijk is, is de binnenkant, waarin staat dat je een man, vrouw, moeder, vader, werknemer of doorzetter bent.”
In de ruimte met de naam ‘Wie koester ik?’ vertelde de moeder van kunstenaar Lionel Plak waarom zij samen met haar man er bewust voor heeft gekozen om haar zoon met autisme thuis te verzorgen. Er was ook poëzie te horen. Bij de gezamenlijke afsluiting in de kapel droeg Karlien Hendriks een gedicht van haarzelf voor: “Als ik denk aan mezelf; als ik niet denk aan jou; denk ik aan jou.”
25 november: Samen zorgen
In de zorg voor coronapatiënten spelen niet alleen de ziekenhuizen, maar ook andere zorginstellingen een belangrijke rol. Een goede samenwerking is cruciaal in het belang van de patiënten en de continuïteit van de zorg. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander ging op 25 november op werkbezoek bij de geïsoleerde corona-afdeling van zorgorganisatie Thebe en revalidatiekliniek De MARQ in Breda. Hier worden veelal oudere patiënten verpleegd die een verhoogd risico lopen op een ernstig ziekteverloop. De Koning sprak met twee van hen: Adry en Jan Haanskorf. Het echtpaar was drie weken eerder door het coronavirus geveld en in het ziekenhuis beland. Daarna namen zorgorganisatie Thebe en revalidatiekliniek De MARQ de zorg over. Jan Haanskorf: “We worden heel goed verzorgd hier. Geweldig.” Carla Nieuwenhoff, specialist ouderengeneeskunde van de MARQ, vertelde de Koning over haar ervaringen sinds het begin van de pandemie: “Tijdens de eerste golf waren we vooral bezig met het opstellen van protocollen. Nu loopt het allemaal gestroomlijnder. We hebben veel van elkaar geleerd. Samenwerking is heel belangrijk. Je kunt daardoor mensen zo snel mogelijk de juiste zorg op de juiste plaats geven, zodat ziekenhuizen niet overbelast raken.”
Meer over de samenwerking in de regio hoorde de Koning tijdens een vervolgbezoek aan het Regionaal Overleg Niet Acute Zorg in Tilburg. Hierin zijn Brabantse zorgorganisaties voor verpleeghuizen, thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg vertegenwoordigd. Ook huisartsen, gemeenten en de GGD’en maken deel uit van het overlegorgaan.
26 november: Vrijheid spreekt niet vanzelf
Nederlandse militairen die omkomen tijdens een missie kunnen eervol worden begraven, bijvoorbeeld op Nationaal Ereveld Loenen: een verstilde plek op de Veluwe waar nabestaanden hun geliefden gedenken. Bij veel veteranen leefde de wens dat er ook voor hen een gezamenlijke laatste rustplaats zou komen. Dankzij de inspanningen van de Oorlogsgravenstichting en Stichting Nederlandse Veteranenbegraafplaats Loenen, ondersteund door vele organisaties en overheden, is die rustplaats er gekomen. Op 26 november werd de bijzondere begraafplaats geopend door Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander. De Koning stond onder meer stil bij het indringende kunstwerk ‘De Spiegel’ van Renee van Bavel.
De Nationale Veteranenbegraafplaats ligt naast Nationaal Ereveld Loenen. Generaal-majoor b.d. Theo Vleugels, directeur van de Oorlogsgravenstichting, ging in zijn toespraak in op het feit dat militairen die zijn gesneuveld tijdens een missie en veteranen die een missie overleefden, nu bij elkaar komen: “Deze twee groepen zijn nu verbonden in Loenen. Hun boodschap is dezelfde: vrede en vrijheid zijn niet vanzelfsprekend.”
Nederland telt ruim 115.000 veteranen. Sommigen zijn 21 of jonger, anderen de 90 al ruim gepasseerd.