Oktober 2017
4 oktober: Samen de misdaad aanpakken
Sinds de aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001 op de Twin Towers en het Pentagon, zijn de Europese landen nauwer gaan samenwerken om terrorisme en grensoverschrijdende misdaad aan te pakken. In 2002 leidde dit tot de oprichting van Eurojust, een agentschap van de Europese Unie. Dankzij Eurojust kunnen nationale autoriteiten gemakkelijker informatie uitwisselen, elkaar rechtshulp bieden en personen die verhoord moeten worden, uitleveren. Zeer regelmatig komen opsporings- en vervolgingsautoriteiten uit de lidstaten in Den Haag bij elkaar om te overleggen over de aanpak van specifieke misdrijven. Daarbij gaat het niet alleen om terrorisme, maar ook om drugshandel, mensenhandel, fraude, corruptie, computercriminaliteit en witwaspraktijken.
Eurojust is gevestigd in Den Haag en nam in 2017 een nieuw gebouw in gebruik in het World Forumgebied. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander opende deze nieuwbouw op 4 oktober. Het pand is ontworpen door Ellen van de Wal (destijds architectenbureau Mecanoo) en bestaat grotendeels uit glazen panelen.
De opening van het nieuwe Eurojust-gebouw viel nog net onder het presidentschap van Michèle Coninsx, die per 1 november aantrad als de nieuwe directeur van het Counter-Terrorism Executive Directorate van de Verenigde Naties. Coninsx stond sinds 2012 aan het hoofd van Eurojust en was trots op wat haar organisatie had opgebouwd. “Tien jaar geleden werd Eurojust beschouwd als Europese gerechtelijke science fiction. Nu zijn we een Europese gerechtelijke realiteit.”
6 oktober: Van elkaar leren
Anderhalf duizend leraren kwamen op 6 en 7 oktober naar ROC Midden Nederland in Amersfoort om elkaar te ontmoeten tijdens het vijfde Lerarencongres. De Onderwijscoöperatie organiseert dit congres jaarlijks voor leraren in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. De leraren zelf hebben een actieve rol; zij geven workshops en presentaties en delen hun succesvolle lesmethoden en hun praktijkervaringen met collega’s uit het hele land.
Hare Majesteit Koningin Máxima woonde een deel van de eerste dag bij. Zij ging onder meer in gesprek met leraren die in de jaren daarvoor tot Leraar van het Jaar waren verkozen. Daarbij waren de gedrevenheid en de liefde voor het onderwijs duidelijk voelbaar. Toch werden ook weerbarstige thema’s niet geschuwd. Zo is het op veel scholen moeilijk om goede vakkrachten te vinden en ervaren veel leraren een hoge werkdruk.
In de MAAKtent ontmoette de Koningin onder anderen Astrid Poot van Stichting Lekkersamenklooien. Zij zet zich met een aantal collega’s in om – samen met ouders - van kinderen makers te maken. “In onze digitale wereld zijn maakvaardigheden belangrijker dan ooit. Makende mensen zijn creatiever, vindingrijker en hebben meer zelfvertrouwen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen niet alleen consumenten zijn, maar leren dat ze de wereld zelf kunnen inrichten.” Om dit te bereiken, ontwikkelde de stichting onder meer ‘Klooikoffers’, met spullen waarmee kinderen creatief aan de slag kunnen.
6 oktober: Schilderen met schoonmaakmiddel
Waar ligt de grens van de schilderkunst? Dat is een lastige vraag, afgaand op het werk van de vier winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2017. Zij gebruiken olie- en acrylverf, maar ook houtskool, potlood, poedercoating en zelfs Vanish Oxy Action.
Vera Gulikers, Niek Hendrix, Janine van Oene en Suzie van Staaveren ontvingen op 6 oktober de Koninklijke aanmoedigingsprijs voor schilders onder de 35 jaar, uit handen van Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander. “Hun stijlen kunnen haast niet verder uiteenlopen, van hyperrealisme tot speelse abstractie”, aldus de Koning. Meer dan driehonderd jonge kunstenaars meldden zich aan. Naast de vier winnaars selecteerde de jury onder voorzitterschap van Benno Tempel werken van twintig kunstenaars voor de tentoonstelling in het Koninklijk Paleis Amsterdam, die tot half november te zien was.
De Koning refereerde bij de uitreiking aan het blog Lost Painters van winnaar Niek Hendrix, die zich in 2013 kritisch over het niveau van de jury had uitgelaten. Hoe zou het oordeel van deze blogger in 2017 uitpakken? Nog steeds kritisch, zo bleek de volgende dag. “Zo’n selectie van een jury is een poldermodel, ze moeten tot een compromis komen met elkaar. Maar Majesteit, ondanks alle kritiek die ik heb, ik juich iedere prijs en positieve aandacht voor de kunsten in Nederland van harte toe. De prijs is niet perfect, maar het toont wel aan het hele land dat kunst wel degelijk van belang is.”
10-12 oktober: In het kielzog van de Portugezen
Op uitnodiging van president Marcelo Rebelo de Sousa brachten Zijne Majesteit Koning WillemAlexander en Hare Majesteit Koningin Máxima van 10 tot en met 12 oktober een Staatsbezoek aan Portugal. Het was hun twaalfde uitgaande Staatsbezoek. Het Koninklijk Paar werd ontvangen met een welkomstceremonie bij het Mosteiro dos Jerónimos in Belém, Lissabon. Daar legden zij een krans bij de tombe van Luís Vaz de Camões, Portugals grootste dichter en nationale held.
Na een gesprek met de president stond de Koning stil bij de overeenkomsten tussen beide landen. “Iedereen met enig historisch besef weet wat de Nederlanders aan de Portugezen te danken hebben. Het waren Uw voorouders die de wereld voor hun mede-Europeanen - en dus voor ons - openlegden. Het waren Uw onverschrokken landgenoten die nieuwe zeeroutes verkenden en het pad aan verre kusten baanden. Wij keken de kunst bij U af en volgden pas veel later in Uw kielzog.”
Zoals voor bijna iedere bezoeker van Lissabon kon een tramrit door de binnenstad voor de Koning en Koningin niet ontbreken. Zij stapten in de ‘eléctrico’, de elektrische tram die al sinds 1901 door de stad rijdt. Eindpunt was Intendente, één van de oudste volkswijken van Portugal, waar zij praatten met bewoners en ondernemers. Zij ontmoetten onder anderen mevrouw Freire. Zij beheert de buurtkeuken waar iedereen kan komen koken. Koken verbindt mensen, vertelde ze. “Eten is een universele taal. Als je iets proeft, opent je geest.”
Op de tweede dag bezochten de Koning en Koningin het Champalimaud Centre for the Unknown, een medisch centrum dat nauw samenwerkt met Nederlandse professionals uit de gezondheidszorg, onder meer op het gebied van kankerbestrijding.
Op de Universiteit van Lissabon had het Koningspaar een ontmoeting met studenten. Een aantal van hen vond het spijtig dat het Nederlands elftal zich niet had kunnen plaatsen voor het Wereldkampioenschap van 2018. Enthousiast suggereerden zij dat het Koningspaar nu Portugal zou kunnen aanmoedigen.
In het Dona Maria II theater in Lissabon vond de contraprestatie plaats. De Koning bood de president een concert aan als dank voor de gastvrijheid, met optredens van Nynke Laverman en fado-zangeres Cristina Branco.
Op de laatste dag van het Staatsbezoek lag het accent op economische samenwerking en cultuur. Het Koningspaar had een ontmoeting met Nederlandse en Portugese bedrijven uit de vliegtuigbouw en luchthavenontwikkeling en bracht een bezoek aan het historische centrum van Sintra.
Afsluitend waren in Portugal wonende Nederlanders uitgenodigd in Cascais voor een receptie met het Koningspaar.
24 oktober: Langs de Eem
Bij de Amersfoortse Koppelpoort begint de rivier de Eem zijn loop naar het noorden. Via Soest, Baarn en Eemnes komt ze 18 kilometer stroomafwaarts uit in het Eemmeer. Op 24 oktober volgden Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima de loop van de Eem tijdens een streekbezoek aan Eemland. In Amersfoort wandelden zij van de Koppelpoort naar het Eemhuis, waar zij met oude en nieuwe Amersfoorters praatten over de invloed van het snel groeiende inwoneraantal op het karakter van de stad en de omliggende dorpen. Binnen vier decennia verdubbelde de bevolking. Ellen de Ridder woont in Hoogland en zag haar woonomgeving in de loop der jaren veranderen. “Ik woon in een dorp. Wij zijn ingebouwd door Amersfoort en zitten er nu strak tegenaan. We zijn onderdeel van de stad geworden. Ik heb het dorpse leven nog, maar kan ook gaan winkelen in Amersfoort.”
De kerk levert een belangrijke bijdrage aan het gemeenschapsgevoel, ook in nieuwe wijken als Vathorst, aldus burgemeester Lucas Bolsius. “Je denkt dat de kerken leeglopen, maar hier niet.”
Na Amersfoort ging het Koningspaar naar Soest, waar zij De Paardenkamp bezochten, een rusthuis voor oudere paarden en pony’s. Het 31-jarige politiepaard Fortuin trok zich van het protocol niets aan en nam gretig een hap uit het handboeket van de Koningin.
Daarna gingen de Koning en Koningin naar Eemnes, waar zij met boeren uit de Eempolder praatten over het agrarisch bedrijf in relatie tot natuurbeheer en duurzaamheid. Met de veerpont staken ze vervolgens de rivier over naar de gemeente Bunschoten, waar ze een bezoek brachten aan zorgen Wooncentrum De Haven in Spakenburg en een wandeling maakten naar Scheepstimmerwerf Nieuwboer. Dit rijksmonument is gespecialiseerd in ambachtelijk vakwerk uit de botterbouw. De werf draagt zo bij aan het behoud van het unieke varend erfgoed van de voormalige Zuiderzeehaven.
De Koning bedankte aan het einde van het streekbezoek iedereen die had meegeholpen er een geslaagde dag van de maken: “De rivier de Eem bindt het gebied waarin ik ben opgegroeid. Vandaag heb ik het op een totaal andere manier leren kennen. Deze combinatie van heden en verleden heeft voor mij een emotionele betekenis.”
25 oktober: Tijdige onderkenning van psychoses
Hare Majesteit Koningin Máxima ging 25 oktober op werkbezoek bij Parnassia Groep in Den Haag. Parnassia Groep verleent psychische zorg en verslavingszorg vanuit ruim 500 locaties in Nederland. Het eerste deel van het bezoek was gewijd aan de vraag hoe psychoses tijdig kunnen worden onderkend. Mensen met een psychose lijden aan angstaanvallen of waandenkbeelden en lopen het gevaar in een isolement te komen. Psychoses komen het meest voor bij jonge mensen tussen 16 en 30 jaar. Parnassia heeft innovatieve manieren ontwikkeld om psychoses in een vroeg stadium op het spoor te komen, want hoe eerder de stoornis wordt herkend, hoe beter deze kan worden behandeld. Koningin Máxima sprak hierover met klinisch psychologen David van den Berg en Mark van der Gaag. Daarna ontmoette zij twee patiënten en hun behandelaars.
Het tweede deel van het bezoek vond plaats op de open afdeling van de Zeester, waar patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen worden behandeld. De Koningin sprak met onder anderen Joke Zwanikken, die zich al tientallen jaren sterk maakt voor verwenzorg. “In de hedendaagse gezondheidszorg wordt gehamerd op het belang van autonomie en zelfzorg. Het zijn mooie woorden, maar voor veel mensen met een chronische ziekte komen ze neer op het gevoel aan hun lot overgelaten te worden.” Voor deze groep patiënten is persoonlijke aandacht een essentiële factor. In de Zeester vormt die persoonlijke aandacht het hart van de zorg.
Wetten en Koninklijke Besluiten
In de Grondwet is bepaald dat de Koning alle wetten, algemene maatregelen van bestuur en andere Koninklijke Besluiten ondertekent, waardoor deze worden bekrachtigd. De verantwoordelijke minister of staatssecretaris ondertekent daarna, waarmee de ministeriële verantwoordelijkheid tot uitdrukking komt. In 2017 tekende Zijne Majesteit de Koning 178 wetten, 169 algemene maatregelen van bestuur en 1818 Koninklijke Besluiten.
De Koning heeft geen plaatsvervanger en tekent alle wetten en besluiten zelf. Bij verblijf in het buitenland tekent de Koning daarom in spoedeisende gevallen de wetten en besluiten op zijn tablet. In 2017 ondertekende de Koning 13 stukken op de iPad. Eenmaal terug in Nederland ondertekent de Koning het origineel alsnog met de pen.
Op 26 oktober, de dag van de presentatie van het kabinet Rutte III, ondertekende de Koning de Koninklijke Besluiten voor het ontslag en de benoeming van de ministers en staatssecretarissen. Deze besluiten werden door de minister-president gecontrasigneerd. Voor het eerst werden beelden van deze ondertekening uitgezonden op televisie. Bewindspersonen worden overeenkomstig de artikelen 43 en 46 van de Grondwet ontslagen en benoemd bij Koninklijk Besluit.
26 oktober: Een nieuw kabinet
Op 26 oktober legden vijftien ministers en acht staatssecretarissen de eed of belofte af ten overstaan van de Koning. Het afleggen van de eed of belofte ten overstaan van de Koning vindt zijn grondslag in artikel 49 van de Grondwet. Minister-president Rutte legde die dag niet de eed af, hij ging immers door als minister-president en legde de eed al af op 14 oktober 2010. De ceremonie vormde het sluitstuk van de kabinetsformatie die leidde tot het kabinet-Rutte III van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.
De ceremonie had plaats op Paleis Noordeinde. In het verleden waren beëdigingen van een kabinet meestal op Paleis Huis ten Bosch. Dit paleis was nu echter niet beschikbaar gezien de renovatie onder regie van het Rijksvastgoedbedrijf.
Na de beëdiging gingen alle bewindslieden - ministers en staatssecretarissen - met Koning WillemAlexander op de foto in de Kleine Balzaal van Paleis Noordeinde. Aansluitend werd de traditionele bordesfoto gemaakt. Hierop zijn naast de Koning de zestien ministers te zien.
De opstelling van de bewindslieden op de bordesfoto is niet willekeurig. De minister-president staat volgens de traditie direct aan de rechterzijde van de Koning, de viceminister-president aan diens linkerzijde. Zijn er meer viceminister-presidenten, zoals nu het geval, dan staan deze op volgorde van de vervangingsregeling met de minister-president eerst aan de rechterzijde van de minister-president en vervolgens aan de linkerzijde van de eerste viceminister-president. Voor de overige bewindslieden geldt eveneens een schema van afwisselend rechts en links. De volgorde van placering is die van de begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. Die volgorde is op zijn beurt weer gekoppeld aan de oprichtingsdata van ministeries. ‘Oude’ ministeries staan centraler op de eerste rij of in het midden van de tweede rij. Ministers zonder portefeuille (‘ministers voor’ in plaats van ‘ministers van’) volgen.
Na de bordesfoto vertrokken de bewindslieden naar hun departement.
26 oktober: Tiel zindert
Aan de rand van de binnenstad van Tiel, vlak bij de Waal, opende in 2017 het gloednieuwe cultuurgebouw Zinder zijn deuren. Samen met de nabijgelegen schouwburg en filmtheater Agnietenhof vormt Zinder het culturele hart van Tiel. Zinder is een ontmoetingsplek waar kinderen, jongeren en volwassenen uit Tiel en omgeving aan de slag kunnen met muziek, beeldende kunst, dans, theater en film. Beginners doen er hun eerste podiumervaring op en kunstenaars ontwikkelen zich verder onder leiding van gespecialiseerde docenten. Zinder biedt ook onderdak aan de bibliotheek, een kunstuitleen, een poppodium en een toeristisch informatiepunt.
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix verrichtte de officiële opening van het cultuurcentrum op 26 oktober. Tijdens een rondleiding door het gebouw kreeg zij een indruk van de vele activiteiten die er plaatsvinden: een balletles, een repetitie van het jeugdorkest, een musicaluitvoering en een atelier waar leerlingen hun talent als beeldend kunstenaar kunnen ontdekken.
Inge de Peinder werkt als dansdocente in Zinder. Zij gaf vlak voor de opening een interview aan Omroep Gelderland. “We zijn blij dat Prinses Beatrix komt. Zij is een fantastische beschermvrouwe van dans, cultuur en beeldende kunsten. We hebben een mooi programma in elkaar gezet waarin zij een rondleiding krijgt door het hele gebouw. We zingen voor haar, er wordt muziek gemaakt, kinderen zijn met beeldende kunst bezig en we laten haar de bibliotheek zien. Het wordt een bruisende dag.” Die belofte werd honderd procent waargemaakt.
30 oktober: Een spiegel voor Nederland
‘De maatschappij dat ben jij’, ‘Kinderen scheiden niet’ en ‘Je bent een rund als je met vuurwerk stunt’. Veel Nederlanders klinken deze zinnen bekend in de oren. Ze komen uit campagnes van SIRE, de Stichting Ideële Reclame. In het Tropenmuseum te Amsterdam vierde SIRE op 30 oktober haar 50-jarig bestaan. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander was bij deze viering aanwezig en nam daarbij het geschenk ‘SIRE 50 jaar’ in ontvangst.
Met campagnes op radio, televisie en internet wil SIRE op onafhankelijke wijze maatschappelijke onderwerpen onder de aandacht brengen bij het Nederlandse publiek en deze bespreekbaar maken. Daarbij belicht de Stichting onder andere thema’s als pesten, eenzaamheid, dyslexie en kindermishandeling. Voorzitter Imme Rog: “Al 50 jaar lang houdt SIRE de Nederlanders een spiegel voor. Direct, onverbloemd, confronterend, verrassend. In beelden en verhalen die soms ook schuren en ongemakkelijk zijn. Stevig stelling nemen, met voor- en tegenstanders. Soms stevige discussies. Dat is goed, want alleen zo komen we verder met elkaar.”
Sinds de oprichting in 1967 heeft SIRE in totaal 115 campagnes gevoerd. Hoewel tijdens de viering vooral werd teruggekeken op de afgelopen 50 jaar, ging deze ook gepaard met de lancering van een nieuwe jubileumcampagne: ‘Luister naar de toekomst’. De kijk van 17-jarigen op de wereld en de samenleving staat daarin centraal.
31 oktober: 500 jaar Reformatie
Het jaar 1517 geldt als het startpunt van de Reformatie. In dat jaar ontketende de Duitse monnik Maarten Luther een vernieuwingsbeweging binnen de kerk met de openbaarmaking van 95 stellingen. Luther legde het accent op de directe relatie van de mens tot God. Persoonlijk geloof moest zwaarder wegen dan het gezag van kerkelijke instituties. Een belangrijke steen des aanstoots voor Luther was de handel in aflaten, waarmee mensen volgens de heersende doctrine hun zielenheil konden veiligstellen.
De Reformatie leidde tot een scheiding der geesten in de kerk en het ontstaan van het protestantisme. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander was 31 oktober aanwezig bij de landelijke viering ‘500 jaar Reformatie’ in de Utrechtse Domkerk. Tijdens die viering stonden de Protestantse Kerk in Nederland en andere kerkgenootschappen stil bij de betekenis van de Reformatie in Nederland. Daarbij was ook aandacht voor de schaduwzijde van de erfenis van Luther, die zich in delen van zijn werk antisemitisch heeft uitgelaten. Ook de verdeeldheid binnen de kerk werd benoemd. In een gezamenlijke declamatie werd hierover het volgende gezegd: “Als rooms-katholieken en protestanten hebben we inmiddels ontdekt dat we het belangrijkste met elkaar delen: het geloof in God als Vader, Zoon en Geest. Door dit gedeelde geloof is er eenheid. Wij zijn ervan overtuigd dat, wanneer we groeien in het geloof in Christus, die eenheid steeds dieper zal worden. We zien uit naar de dag dat wij een verenigde kerk zijn.”