Juni 2016
3 juni: Trouwen in een kunstwerk
Kleurrijke pingpongtafels die je uitnodigen om een balletje op te gooien, een houtbewerkingswerkplaats waarin je kunt zagen en timmeren, een bamboepaviljoen waarin je je eigen feest mag organiseren en een beeld dat je zelf mag helpen voltooien. Het waren slechts enkele kunstwerken die te zien waren tijdens de elfde editie van de kunsttentoonstelling SONSBEEK, in Arnhem. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander verrichtte de opening.
De artistieke leiding van de tentoonstelling was in handen van het Indonesische collectief Ruangrupa, dat ‘beeldende kamer’ betekent. Dit collectief betrok de inwoners van Arnhem zoveel mogelijk bij SONSBEEK: hun verhalen, ervaringen en wensen vormden het uitgangspunt. Zakelijk directeur Tati Vereecken-Suwarganda: “SONSBEEK 2016 gaat om transactie, uitwisseling en ontmoeting. De werken nodigen uit om zelf iets te doen, met je vrienden en familie. Zoals brood bakken, hout bewerken, of zelf een kunstwerk afmaken.”
Aan SONSBEEK 2016 namen 42 kunstenaars uit 24 landen deel. Een van hen was Eko Prawoto, die een bamboepaviljoen ontwierp dat in maatvoering perfect aansloot bij de witte Stadvilla ernaast. Het paviljoen kon worden geboekt voor bijzondere gelegenheden. Ellen en Derek gebruikten het als trouwlocatie. Ellen: “Buiten trouwen in een kunstwerk van mooie, natuurlijke materialen leek ons echt te gek. We zijn zelf in Indonesië geweest en het was voor ons dan ook extra bijzonder om te trouwen in een kunstwerk van een Indonesische kunstenaar.”
7 juni: Weer op eigen benen
Bijna één op de vijf huishoudens in Nederland kampt met problematische schulden. Gemeenten hebben een centrale rol bij de aanpak van schuldenproblematiek. Zij proberen te voorkomen dat mensen in de schulden raken, bieden schuldhulpverlening en helpen mensen om financieel weer op eigen benen te staan. Een actieve benadering is belangrijk, want hoe langer de armoedesituatie aanhoudt, hoe moeilijker het voor mensen wordt om daaraan te ontsnappen. Bijkomend probleem is dat veel burgers onbekend zijn met het lokale minimabeleid of zich uit schaamte niet aanmelden. Sociale wijkteams binnen de gemeenten zijn het aanspreekpunt voor zorg en ondersteuning en beschikken over een schat aan kennis en ervaring. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander ging op 7 juni samen met staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op werkbezoek bij Stadsbank Oost Nederland en Wijkservicecentrum West in Enschede. Daar praatten zij met medewerkers van de Stadsbank, wijkcoaches, vrijwilligers van SchuldHulpmaatje en met cliënten over hoe de aanpak van armoede en schulden in de praktijk in zijn werk gaat.
Coen Luttikhuis, directeur van Stadsbank Oost Nederland: “De Koning kwam met staatssecretaris Klijnsma mee omdat hij heel graag het gesprek met klanten, professionals en vrijwilligers bij wilde wonen. Ik vond de Koning erg benaderbaar. Hij had zich goed voorbereid en wist de juiste vragen te stellen en mensen op hun gemak te stellen.”
8 juni: Effectievere zorg voor kankerpatiënten
Een van de plekken in Nederland waar hard wordt gewerkt om de zorg aan kankerpatiënten verder te verbeteren, is de Hartwig Medical Foundation in Amsterdam. Hartwig Medical Foundation verzamelt sinds 2015 genetische en klinische gegevens van kankerpatiënten uit heel Nederland in één nationale databank. Die geanonimiseerde gegevens worden beschikbaar gemaakt voor onderzoek om de zorg voor toekomstige kankerpatiënten te verbeteren en de behandeling zo goed mogelijk toe te snijden op de persoon van de patiënt. Met de gegevens uit de databank kunnen nieuwe behandelmethodes worden ontwikkeld en bestaande medicijnen doelgerichter worden benut. Dit maakt de behandeling kansrijker en kan voorkomen dat patiënten een behandeling ondergaan die niet werkt en juist hevige bijwerkingen oplevert.
Hare Majesteit Koningin Máxima ging op 8 juni op werkbezoek bij de Hartwig Medical Foundation. Zij kreeg een rondleiding door de laboratoria, waar medewerkers haar toonden hoe DNA in kaart wordt gebracht en hoe die data uiteindelijk verwerkt worden. Ook sprak zij met een aantal kankerpatiënten over hun ervaringen met de DNA-databank en de betekenis ervan voor henzelf en toekomstige patiënten. Edwin Cuppen, directeur Hartwig Medical Foundation: “We hebben een geweldige start gemaakt dankzij het enthousiasme en de inzet van patiënten en de vele specialisten in alle betrokken ziekenhuizen. Het bezoek van Koningin Máxima is voor ons een belangrijke steun in de rug op weg naar een effectievere zorg voor kankerpatiënten.”
9 juni: Gezelligheid in de buurt
Spelende kinderen op straat maken de wijk gezelliger. Toen Bea Zwarthoed uit Urk zag hoe makkelijk spelende kinderen contact leggen en dingen op touw zetten, kwam ze op het idee samen met haar buurtgenoten meer activiteiten te gaan organiseren die de sfeer verhogen. Ze richtte met dat doel een buurtvereniging op. Samen organiseren de buurtbewoners een Sinterklaasfeest, een tentenkamp of een feestweek in de zomervakantie. “Eerst hadden we veertig leden, nu al zeventig. Zo’n vereniging geeft gezelligheid in de buurt. Je klopt gemakkelijker bij elkaar aan voor een kop koffie. En je kunt elkaar helpen. Het is fijn als je even langs kunt lopen om een pakje boter of een boor te lenen.”
Als buren elkaar kennen, wordt de buurt socialer, veiliger en leuker. Dat is de gedachte achter Burendag, een landelijk fenomeen dat in 2016 voor de elfde keer werd georganiseerd door Douwe Egberts en het Oranje Fonds. Hare Majesteit Koningin Máxima gaf op 9 juni in Urk het startsein voor de landelijke inschrijving, en ontmoette daar Bea Zwarthoed en vele andere inwoners van Urk. Onder hen ook Klaas Weerstand: “Op Urk bestaat een echte onderlinge band en helpen mensen elkaar. Ik zeg altijd: Urk is klein, maar groot in gemeenschapszin.”
10 juni: Pioniers in de strijd tegen spierziekten
Alle spierziekten de wereld uit. Dat is het ultieme doel van het Prinses Beatrix Spierfonds. De weg naar dat doel is lang en moeilijk, en vergt veel wetenschappelijk onderzoek. Een van de wetenschappers die zich hiervoor sterk maken, is Ans van der Ploeg, die onderzoek doet naar de ziekte van Pompe. Mensen die aan deze ziekte lijden, missen een enzym dat suikers afbreekt, waardoor hun spieren ernstige schade oplopen. Zonder behandeling wordt een baby met de ziekte van Pompe niet ouder dan een jaar. Ans van der Ploeg werkte met steun van het Spierfonds mee aan de ontwikkeling van een medicijn. “Nu is er hoop. Maar we zijn nog altijd pioniers. Iedere stap die een eerste lichting patiënten zet, is een stap op onbekend terrein. We blijven daarom zoeken naar manieren om de therapie nog effectiever te maken.”
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix is sinds 1956 beschermvrouwe van het Prinses Beatrix Spierfonds en volgt de ontwikkelingen met belangstelling. Op 10 juni was zij aanwezig bij het symposium “Muscles2Meet”, georganiseerd door promovendi op het terrein van spierziekten. Prinses Beatrix was betrokken bij de opzet van het symposium en nam deel aan de eerste brainstormsessie in 2015. Doel was jonge onderzoekers enthousiast te maken voor onderzoek naar spierziekten, zodat zij in de toekomst wellicht kiezen voor dit belangrijke werk.
10 juni: Een nieuwe taal is altijd lastig
De 275 vrijwilligers van stichting Taal aan Zee in Den Haag zetten zich wekelijks in om vluchtelingen, asielzoekers en andere nieuwkomers te begeleiden bij het leren van de Nederlandse taal. Hare Majesteit Koningin Máxima ging op 10 juni bij Taal aan Zee op werkbezoek en maakte twee groepslessen mee. Ook praatte zij met medewerkers van de stichting en met cursisten en hun taalmaatjes. Onder hen was Evert van Schaik, een gepensioneerd zakenman. Hij begeleidt tandarts Saad Akminasi uit Syrië. Saad wil zijn beroep graag weer oppakken in Nederland en beseft dat taalvaardigheid in het Nederlands daarvoor een belangrijke voorwaarde is. Er komt echter meer bij kijken om weer als tandarts aan de slag te kunnen, en ook daar helpt Evert van Schaik bij. “We hebben samen alle formulieren voor het zorgregister ingevuld. Het gaat lukken.”
Jaarlijks krijgen meer dan duizend cursisten uit zesenzestig landen Nederlandse les bij Taal aan Zee. Ook worden er lessen Engels en computervaardigheden aangeboden. “Het is toch altijd weer bijzonder om te ervaren dat vrijwilligers het verschil kunnen maken”, aldus voorzitter Rob Wiegman.
Koningin Máxima deelde haar eigen ervaringen bij het leren van Nederlands met de cursisten en vertelde zelf moeite te hebben gehad met de ui-klank, zoals in ‘suiker’. Als volwassene een nieuwe taal leren is altijd lastig. Het is een kwestie van ‘repeteren, repeteren, repeteren’.
Adjudanten
Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander beschikt over acht adjudanten. Zij bereiden, vaak samen met de persoonlijk adviseurs en hofdames en de medewerkers van de Rijksvoorlichtingsdienst, de openbare optredens voor van leden van het Koninklijk Huis en bieden ondersteuning bij grote evenementen in binnen- en buitenland. Adjudanten vervullen ook diensten te paard als de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis zich verplaatsen in een koets, zoals op Prinsjesdag.
Adjudanten worden benoemd bij Koninklijk Besluit. Zij zijn afkomstig van de Koninklijke Marine, de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Luchtmacht en de Koninklijke Marechaussee en worden vanuit de krijgsmachtdelen voor een aantal jaren geplaatst bij het Militaire Huis, het militaire deel van de hofhouding. Adjudanten hebben de rang van Kapitein-luitenant-ter-zee of Luitenant-kolonel.
Het Militaire Huis staat onder leiding van de Chef Militaire Huis: Generaal-majoor der Fuseliers drs. Hans van der Louw. Hij coördineert de veiligheidsaspecten rondom het Koninklijk Huis en het militair ceremonieel aan het hof en onderhoudt de niet-politieke contacten tussen het hof en Defensie. Bij bijzondere gelegenheden treedt hij tevens op als adjudant-generaal.
13 juni: Mienskip
‘Mienskip’ is een Fries woord waarvan de rijke lading niet makkelijk in het Nederlands is over te zetten. Het staat voor een gemeenschap waarin mensen op een betrokken manier samenleven en –werken. In Noardwest Fryslân kent men het belang van het begrip uit eigen ervaring. De streek heeft te maken met vergrijzing, het vertrek van jongeren en terugloop van voorzieningen. Op veel plaatsen nemen mensen daarom samen zelf initiatief om oplossingen te creëren die de streek leefbaar en vitaal houden.
Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima brachten op 13 juni een streekbezoek aan Noardwest Fryslân. Het programma weerspiegelde de diversiteit van de streek: kleine dorpen en historische steden, kwetsbaarheid en geloof in eigen kracht.
In Sint Annaparochie bezochten zij Campus Middelsee. Scholen en bedrijven werken daar samen om te zorgen dat het onderwijs en de regionale arbeidsmarkt goed op elkaar aansluiten, zodat leerlingen na hun opleiding in hun eigen streek aan de slag kunnen.
In Wier bezocht het Koninklijk Paar de duurzame tomatenkwekerij ‘It Wiid’. Hier doen uitkeringsgerechtigden met een afstand tot de arbeidsmarkt werkervaring op. De Koning en Koningin praatten met een groepje voormalige werknemers die het zo is gelukt elders aan de slag te komen. Ook gingen ze kijken naar het werk in de kassen. Medewerkster Antoinette toonde zich positief verrast: “Ik had de Koning misschien iets kleiner verwacht.”
Bewoners, vrijwilligers en bestuurders van wooncomplex Nij Bethanië in Tzummarum vertelden de Koning en Koningin over hun ervaringen na het vertrek van Zorggroep Noorderbreedte uit het dorp. Bewoners van de aanleunwoningen bleven daardoor ineens verstoken van sociale activiteiten. Met hulp van de dorpsbewoners wordt gewerkt aan de herontwikkeling van Nij Bethanië. Vrijwilligers organiseren er onder meer koffieochtenden en spellenmiddagen.
In Franeker bezichtigde het Koninklijk Paar het Koninklijk Eise Eisinga Planetarium, het oudste werkende planetarium ter wereld. Eise Eisinga – een wolkammer die sterrenkunde slechts als hobby had - bouwde dit tussen 1774 en 1781 in zijn woonhuis. Tot op de dag van vandaag toont het de actuele stand van de planeten.
Op kaatsveld It Sjûkelân in Franeker woonde het Koninklijk Paar vervolgens een kaatswedstrijd bij voor basisscholen.
Het streekbezoek werd afgesloten in Harlingen, met een rondleiding over de scheepswerf van Thecla Bodewes Harlingen Shipyards, een bedrijf dat veel investeert in de praktijkopleiding van mensen uit de streek. Aansluitend voer het Paar met het Statenjacht Friso naar het stadhuis van Harlingen voor een drankje met de mensen uit de streek die het bezoek tot een succes hadden helpen maken.
14 juni: Donorbloed van levensbelang
De achtjarige Tjibbe de Louwere uit Berkel-Enschot sport graag. Maar Tjibbe houdt het sporten minder lang vol dan zijn leeftijdsgenoten. Door een afweerstoornis is hij sneller moe en ziek. “Mijn soldaatjes zijn met te weinig”, zegt hij. Elke week krijgt hij daarom afweerstoffen uit het bloed van donoren toegediend. Dankzij die donoren lukt het hem om toch actief te blijven. “Ze geven kinderen zoals ik een beetje leven”, zegt hij.
Tjibbe staat niet alleen. Een op de vier mensen heeft om wat voor reden dan ook ooit bloed nodig. Voor hen is donorbloed van levensbelang. Nederland telt 400.000 bloed- en plasmadonoren. Zij redden jaarlijks 25.000 mensenlevens. Hun inzet voor anderen werd in de spotlights gezet tijdens de Wereld Bloeddonordag op 14 juni. Samen met Tjibbe verrichtte Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander de opening.
Verantwoordelijk voor deze Nederlandse editie van Wereld Bloeddonordag was Sanquin, een non profit organisatie die de afname, verwerking en uitgifte van bloedproducten verzorgt en wetenschappelijk onderzoek verricht, onder meer ten behoeve van nieuwe geneesmiddelen. Nieuwe donoren worden nog steeds met open armen ontvangen; er zijn er nog minstens 60.000 nodig. Daarom lanceerde Sanquin op Wereld Bloeddonordag de campagne #ikgeefbloed.
15 juni: Eerbetoon aan bijzondere vrijwilligers
De Zilveren Anjer is de belangrijkste onderscheiding van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Zij is een eerbetoon aan toegewijde vrijwilligers die zich hebben ingezet voor cultuur of natuur. Traditiegetrouw reikte Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix op 15 juni de Zilveren Anjers 2016 uit in het Koninklijk Paleis Amsterdam.
Onder de laureaten was Eric Zwijnenberg, die zich al vijftig jaar bekommert om het lot van historische molens. Hij stond aan de basis van het Gilde van Vrijwillige Molenaars en is de geestelijk vader van de Nationale Molendag, die jaarlijks honderdduizend belangstellenden trekt. De 18de-eeuwse Wimmenumer Molen in het poldergebied bij Egmond aan den Hoef, wordt liefdevol door de heer Zwijnenberg onderhouden. In tijden van zware regenval, springt de molen bij. “Dan heeft hij nog een grotere capaciteit dan het gemaal. Ik heb dan het gevoel: ‘Ik moet het vaderland helpen!’ In feite doe ik nog hetzelfde als een molenaar 450 jaar geleden.”
Ook Frans en Lideke Peese Binkhorst ontvingen een Zilveren Anjer, als begunstigers van de hedendaagse Nederlandse beeldhouw- en penningkunst. Jack Kooistra werd met een Zilveren Anjer onderscheiden voor zijn werk als chroniqueur van de Tweede Wereldoorlog. De kiem van zijn levenstaak lag in mei 1940, toen hij als tienjarige jongen zag hoe een buurtgenoot - visboer Venema - werd gemobiliseerd. Kooistra maakte aantekeningen over hem in een schriftje; het begin van een levenslange missie om oorlogsslachtoffers een gezicht te geven.
18 juni: Geboren in een verkeerd lichaam
Hare Majesteit Koningin Máxima opende 18 juni in VUmc te Amsterdam een internationaal congres over transgenderzorg. Ruim 800 artsen, psychologen en andere professionals kwamen bijeen om hun kennis op het gebied van genderdysforie te delen. Bij genderdysforie gaat het om mensen die zich ongemakkelijk voelen over het eigen biologische geslacht. Zij hebben het gevoel dat ze in het verkeerde lichaam zijn geboren.
In ons land is het mogelijk om een geslachtsaanpassende behandeling te ondergaan. Jaarlijks worden circa duizend mensen verwezen naar de drie gendercentra, in Amsterdam, Groningen en Leiden. Prof. dr. Martin den Heijer, endocrinoloog bij VUmc, ontmoet velen van hen. “Genderidentiteit zit van binnen en zie je niet aan de buitenkant. De levensverhalen die mensen op de genderpoli vertellen, raken mij. De zoektocht naar de eigen identiteit en het in contact blijven met de omgeving is voor veel transgenders een worsteling. Wat wij willen als zorgverleners is zorg met respect voor ieder individu in deze bijzondere groep, met gebruikmaking van ieders expertise.”
Het congres werd gehouden onder auspiciën van de World Association for Transgender Health (WPATH), een wereldwijde organisatie voor professionals en betrokkenen binnen de transgenderzorg. WPATH geeft onder meer standaarden uit die beschrijven waaraan goede zorg aan transgenders moet voldoen. Het VUmc geldt internationaal als een van de toonaangevende kenniscentra op het gebied van transgenderzorg.
24 juni: Vuursteuncommando
Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander bracht 24 juni in ’t Harde een werkbezoek aan het Vuursteuncommando van het ministerie van Defensie. Het Vuursteuncommando is een onderdeel van de Koninklijke Landmacht en levert alle vuursteun vanaf de grond binnen Defensie. Vuursteun is een essentieel onderdeel van veel gevechtshandelingen in conflictgebieden.
De artillerieafdeling van het commando werkt met pantserhouwitsers en mortieren. Hiermee kan zij grote doelen op enkele kilometers afstand bestrijden, maar ook met een enkele granaat op grotere afstand nauwkeurig een doel raken. De Koning werd rondgeleid over het Artillerie Schietkamp, waar hij met medewerkers sprak en een schietdemonstratie bijwoonde. ’t Harde beschikt over een grote gevechtsschietbaan met bomen, struiken, buizen en gaten die een realistische oefenomgeving vormen.
De Koning kreeg ook een demonstratie van een Fire Support Team, dat deel uitmaakt van grondtroepen in het veld. Dit heeft radiocontact met vuursteuneenheden, vliegtuigen of schepen en geeft door waar het doel zich bevindt. Daarna kreeg de Koning een presentatie over innovaties bij de vuursteun. Hij sprak vervolgens met personeel en veteranen.
25 juni: Gevoel van saamhorigheid
Op 25 juni werd voor de twaalfde keer de Nederlandse Veteranendag georganiseerd. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en minister-president Mark Rutte woonden de dag bij. De Koning onthulde in de hal van de Tweede Kamer een monument waarmee het Nederlandse parlement zijn waardering toont voor de militairen die ons land hebben gediend. De Koning nam daarna een defilé af op de Kneuterdijk, waaraan ruim honderd detachementen met in totaal vierduizend veteranen deelnamen.
Veteranendag is een eerbetoon aan de ruim 117.000 Nederlandse veteranen - van de Tweede Wereldoorlog tot en met de missie in Mali - die zich hebben ingezet in dienst van de vrede. Van de veteranen is één op de drie jonger dan veertig jaar. Een van hen is Martin van Arnhem (1984), die actief was in Bosnië en in Afghanistan. “Na twee missies verliet ik Defensie om alsnog te gaan studeren: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Vervolgens werkte ik een tijd als hulpverlener, onder andere met drugsverslaafden en mensen met psychische aandoeningen. Dat ging me goed af omdat ik door mijn ervaringen in Afghanistan had geleerd te relativeren en dingen in perspectief te zien. Ik ga naar Veteranendag om samen te zijn met mensen die hetzelfde als ik hebben meegemaakt. Voor het gevoel van saamhorigheid. Het maakt niet uit welk pad een veteraan kiest na de missie, wanneer we weer samen zijn vallen de verschillen weg en zijn we weer hetzelfde hechte groepje.”