Toespraak door de Prins van Oranje, bij viering internationale Wereldwaterdag in Nairobi

De toespraak is uitgesproken in het Engels.

Excellenties,

Het is geweldig om hier met zo veel goede vrienden en collega's bijeen te zijn om Wereldwaterdag te vieren. Eenmaal per jaar komen we samen om stil te staan bij de kostbaarste bron die we hebben en manieren te vinden voor de bescherming ervan. En ieder jaar krijgt Wereldwaterdag meer bekendheid en worden er overal ter wereld duizenden lokale initiatieven ontplooid - in scholen, in kerken en in gemeenschappen. De nadruk op lokale maatregelen geeft Wereldwaterdag zijn kracht en uitstraling. We beseffen dat er geen uniform wereldwijd instrument bestaat dat de redding van onze belangrijkste gemeenschappelijke bron kan waarborgen. Water moet dus op lokaal niveau beschermd worden.

Het doet mij bijzonder veel genoegen deze Wereldwaterdag hier in Afrika te mogen vieren. Als voorzitter van de Adviesraad voor Water en Sanitatie van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, die maatregelen stimuleert en vaart probeert te zetten achter de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor water en sanitatie, wil ik mijn dank overbrengen aan UNEP en UN-Habitat voor de kundige organisatie van de overvolle agenda van Wereldwaterdag hier in Nairobi. En ik wil uiteraard de regering van Kenia hartelijk danken voor het faciliteren van deze gebeurtenis. Later vandaag zullen we via een videolink onze vrienden op het VN-hoofdkantoor begroeten, die deze dag in New York vieren.

Ons thema dit jaar is "Schoon water voor een gezonde wereld". De MDG-doelstelling voor water is dat het aantal mensen dat wereldwijd geen duurzame toegang tot veilig drinkwater heeft in 2015 gehalveerd moet zijn. Volgens het Joint Monitoring Programme, de groep waarin UNICEF en de WHO samenwerken om de vooruitgang te meten, zal de wereld deze doelstelling halen. Sinds het formuleren van de MDG-doelstellingen in 2000 hebben naar schatting liefst 810 miljoen mensen, waaronder 120 miljoen inwoners van sub-Sahara Afrika, toegang gekregen tot drinkwater uit verbeterde waterbronnen. Uiteraard is deze vooruitgang niet gelijk verdeeld over alle regio's of over de bevolking in de steden en op het platteland en leven we nog steeds in een wereld waar 883 miljoen mensen geen gebruikmaken van verbeterde drinkwaterbronnen of er helemaal geen toegang tot hebben. Maar toch, de vooruitgang op watergebied waarvan het vorige week uitgebrachte rapport van het Joint Monitoring Programme melding maakt, is bemoedigend!

We moeten echter wel beseffen dat, hoewel deze groep uitstekend werk verricht bij het vaststellen hoeveel mensen toegang tot verbeterd drinkwater krijgen, zij niet de kwaliteit van dat water meet. We weten dus in principe wel hoeveel mensen toegang tot drinkwater hebben, maar niet of dat water ook veilig is om te drinken. Uit een recent UNICEF-WHO-onderzoek, de Rapid Assessment of Drinking Water Quality, bleek zelfs dat een alarmerende hoeveelheid van het door het Joint Monitoring Programme gemeten verbeterde drinkwater, niet geschikt is voor menselijke consumptie. Er zitten te veel microben en chemicaliën in. In plaats van leven te brengen, maakt dit water mensen feitelijk ziek. Het drinken van besmet water zet een vicieuze cirkel in gang van slechte gezondheid en toenemende armoede, die ernstige persoonlijke en financiële gevolgen heeft en de gezondheid en ontwikkeling bedreigt.

Wanneer de wereldleiders in september in New York bijeenkomen voor de Millenniumtop 2010 waar de voortgang op het gebied van de MDG's besproken zal worden, zullen ze alle lof krijgen voor het feit dat de MDG-doelstelling voor water zelfs overtroffen zal worden. En terecht. Maar we mogen nu niet tevreden achterover leunen. We weten immers dat ondanks de grotere toegang tot verbeterde waterbronnen, miljoenen mensen nog niet de gezondheidswinst boeken die hoort bij een betrouwbare aanvoer van veilig water om te drinken, te koken en voor de persoonlijke hygiëne.

Vandaag gaat het om schoon water voor een gezonde wereld. Water hebben is niet voldoende. Het moet kwalitatief goed genoeg zijn om te drinken. Met het oog op het jaar 2015 en daarna moeten we onze inspanningen om de waterkwaliteit te verbeteren vergroten. Daarnaast moeten we doelmatig betrouwbare gegevens over de waterkwaliteit verzamelen, zodat we een goed inzicht krijgen in enerzijds de aantallen mensen die wereldwijd nog toegang tot water moeten krijgen en anderzijds de aantallen mensen die geen andere keuze hebben dan dagelijks onveilig drinkwater te gebruiken.

Dames en heren,

Eind vorige eeuw en begin deze eeuw zijn er heel wat dingen verbeterd. We reizen zonder veel moeite de hele wereld rond. We behandelen medische aandoeningen met geneesmiddelen die een paar decennia geleden nog ondenkbaar waren en verlengen zo ons leven. We halen woorden, ideeën en kennis uit de elektronische en optische netwerken van het wereldwijde web. Maar sommige zaken zijn nog niet genoeg veranderd en dat moet wel gebeuren. Een voorbeeld is letterlijk onder onze voeten te vinden. Ik heb het dan over de manier waarop we omgaan met afvalwater. Iedere seconde van iedere dag gebruiken we water om dingen weg te spoelen die we niet in onze nabijheid wensen. We onttrekken gigantische hoeveelheden water aan rivieren, meren, ondergrondse watervoorraden en wetlands. En wanneer we het water weer terugpompen naar onze waterecosystemen zit het vol met afval - afkomstig van onze industrieën, onze boerderijen en van onszelf. Dit grimmige feit wordt in het UNEP-rapport "Sick Water" op verontrustende wijze duidelijk gemaakt. Onze zoetwaterhabitats, onze kustecosystemen en wijzelf gaan dood aan ons eigen water.

Er is een gezamenlijke inspanning nodig om verontreinigd water te behandelen voordat het weer in ons milieu kan terugkeren. Zo niet, dan blijft schoon water voor een gezonde wereld ijdele hoop. Maar daar is wel een model van de 21e eeuw voor nodig. Op de oude voet doorgaan met het inzamelen, reinigen en hergebruiken van afvalwater is niet de oplossing. Grootschalige, technisch gecompliceerde leidingsystemen, die afschrikwekkend duur, moeilijk te onderhouden en storingsgevoelig zijn, zijn dat evenmin. Gezien de forse prijskaartjes die aan veel van deze systemen hangen, wekt het geen verbazing dat er vaak niet eens aan begonnen wordt.

We hebben een grootschalige paradigmaverandering nodig - en wel nu. Daarom worden in het onlangs door UNSGAB aangenomen nieuwe actieplan - het Hashimoto Action Plan II - onze bestaande inspanningen op het gebied van sanitatie uitgebreid met een nieuw speerpunt: het inzamelen, reinigen en hergebruiken van afvalwater. Onze Raad is ervan overtuigd dat de momenteel beschikbare technologieën opzienbarende nieuwe mogelijkheden bieden. En veel van deze nieuwe technologieën worden nu al wereldwijd toegepast. Neem bijvoorbeeld de membraantechnologie, waarmee water in een enkele stap ontsmet kan worden, die steeds meer terrein wint en minder duur wordt.

Systemen van de 21e eeuw moeten trapsgewijs georganiseerd worden - bovenaan staan drinkwater en water voor de persoonlijke hygiëne en daaronder wordt trapsgewijs afgedaald naar grijs water, dat schoon genoeg moet zijn voor gebruik in de industrie en landbouw of als aanvulling van het grondwater. Wist u dat er momenteel pas 50 miljoen hectaren landbouwgrond van afvalwater afhankelijk zijn? Dat moeten er veel meer worden.
Door afvalwatersystemen te ontwerpen die energie besparen, lagere aanlegkosten hebben en voedingsstoffen afvangen kunnen we een drievoudig voordeel behalen. Het verplaatsen van water genereert veel broeikasgassen. De daarvoor benodigde energie is verantwoordelijk voor maar liefst 35 tot 40% van veel gemeentelijke energierekeningen. Nieuwe systemen moeten minder water gebruiken en veel energiezuiniger zijn en zo helpen de klimaatverandering te bestrijden. We hebben betaalbaardere systemen nodig die zijn toegesneden op de plaatselijke omstandigheden: zo klein als mogelijk en zo groot als nodig. Kleinschalige aerobe vijvers bijvoorbeeld, met installaties waarmee biogas kan worden gewonnen, verwijderen niet alleen dodelijke ziekteverwekkers uit het water, maar leveren ook betaalbare brandstof op die voor het koken en als een veilige, goedkope meststof gebruikt kan worden. Het is uiteraard niet onze bedoeling de bestaande installaties te slopen, maar nieuwe installaties en gemoderniseerde oudere systemen moeten zowel innovatiever en efficiënter zijn als eenvoudiger te bedienen en te onderhouden.

Maar deze afvalwaterrevolutie komt er niet vanzelf. Er is toewijding voor nodig en voortdurende interactie met ingenieurs, planologen, burgemeesters, lokale functionarissen en bankiers, waarbij regeringen een proactieve rol moeten spelen om structurele veranderingen en technologische vooruitgang te stimuleren. Dit is een gebied waarop voor ontwikkelingslanden, niet alleen in Afrika, maar ook in Latijns-Amerika, het Caraïbisch gebied, Azië en elders, echte mogelijkheden voor groene groei en duurzame banen zijn.

We zien signalen dat er veranderingen ten goede plaatsvinden. In Afrika hebben leiders reeds de politieke wil getoond om deze problemen aan te pakken door in juli 2008 tijdens de top van de Afrikaans Unie de Verklaring van Sharm el-Sheikh inzake het bespoedigen van de verwezenlijking van de water- en sanitatiedoelen in Afrika te ondertekenen. Samen met onze collega's en partners in UN-Habitat, UNEP en alle organisaties die hier op Wereldwaterdag vertegenwoordigd zijn, zien we een wereldwijde alliantie voor waterkwaliteit ontstaan. Het deed mij veel genoegen van professor Eric Odada, een van mijn collega's in de Raad, te horen dat het Pan Africa Chemistry Network een indrukwekkend rapport met de titel "Africa's Water Quality" heeft uitgebracht met daarin duidelijke aanbevelingen voor het formuleren van duurzame waterstrategieën en het verbeteren van de waterkwaliteit als een essentieel vereiste voor de volksgezondheid, productiviteit en economische voorspoed. En onze Raad zal de afvalwaterproblematiek onder de aandacht van de wereldleiders blijven brengen, met name tijdens de volgende MDG-top in september in New York. We zullen ons tevens inzetten voor snelle maatregelen op het gebied van basale sanitaire voorzieningen, aangezien de wereld bij het verwezenlijken van de MDG-doelstelling op dit gebied heel ver achterop is geraakt.

Dames en heren,

De Raad wil alle mensen, organisaties en gemeenschappen die strijden voor het behoud van hun lokale waterkwaliteit van harte danken. Op deze dag willen we hun inspanningen voor het voetlicht brengen. Ik wil eveneens de organisaties die hier vandaag vertegenwoordigd zijn onze erkentelijkheid betuigen voor hun belangrijke werk. Het is van belang dat UN-Water, UNEP en UN-Habitat doorgaan met hun zeer belangrijke activiteiten op het gebied van coördinatie, onderzoek en programmaontwikkeling. Ze zijn van wezenlijk belang voor de bescherming van onze waterkwaliteit. De boodschap is al vaker overgebracht, maar kan niet vaak genoeg herhaald worden. Water betekent leven. En aan dit fundamentele gegeven moeten we wereld blijven herinneren.

Dank u.