Toespraak van de Prins van Oranje - ter gelegenheid van het staatsbezoek in Duitsland - bij het bedrijvenseminar te Essen, 15 april 2011
Nederlandse vertaling van de door de Prins in het Duits uitgesproken toespraak.
Majesteit,
Minister-president Kraft,
Excellenties,
Dames en heren!
Water is van levensbelang. Zonder water is er geen leven; zonder water is er geen waardigheid en geen ontwikkeling. Dat geldt voor Afrika en Azië, maar ook voor ons in Duitsland en in Nederland. Onze twee landen danken hun ontwikkeling aan hun ligging bij rivieren, zoals de Rijn. Water is onze grootste bondgenoot, maar het stelt ons ook vaak op de proef, zoals wij onlangs in Japan hebben gezien en ook hier bij ons in het recente verleden aan Rijn en Elbe, of aan de kust van Zeeland en bij Hamburg. Niemand kan voorspellen hoe het klimaat precies zal gaan veranderen. Maar het staat vast dat de klimaatveranderingen een invloed zullen hebben op de waterhuishouding. Ook in de toekomst moeten wij met overstromingen en waterschaarste rekening houden.
Water is aan de andere kant ook dé katalysator voor veranderingen op zich. Economische activiteit ontstaat bij voorkeur daar, waar water is. Rotterdam, Amsterdam, Duisburg, Hamburg, New York, Sjanghai - zij danken hun groei allemaal aan het water. En hoe bitter het ook moge zijn: waterrampen zetten ons blijkbaar aan tot topprestaties. In Nederland leven we al sinds eeuwen met overstromingen. Zoals u weet was de verwoestende stormvloed van 1953 bij ons reden voor de bouw van de beroemde Deltawerken, die ons niet alleen voor verdere rampen bescherming bieden, maar ook aan Nederlandse universiteiten, ondernemingen en overheden een sterke zet kennisimpuls op het gebied van watermanagement en het leven met het water hebben gegeven. Deze kennis zetten we tegenwoordig overal ter wereld in.
Het intensieve gebruik van water heeft ook een keerzijde. Vervuiling, verzilting, overbevissing, ziektes - er zijn voldoende voorbeelden te vinden voor het feit dat wij in de omgang met het water deels de weg zijn kwijtgeraakt. De rivier de Emscher hier in het Roergebied is zeker een voorbeeld hiervan. Decennialang was de rivier de motor voor de ontwikkeling van steden zoals Dortmund, Bottrop en Essen, maar op deze manier werd de Emscher ook tot een van de sterkst vervuilde rivieren van Europa. Een klassiek voorbeeld voor wat er gebeurt als economie en ecologie niet meer in balans zijn. Dankzij een groots opgezet Masterplan wordt deze ontwikkeling nu gekeerd. Het Emscher landschapspark belooft een spannende plek te worden waar mensen bij en met het water wonen, werken en kunnen recreëren. Daarmee is het park, net zoals deze voormalige mijn midden in het hart van het Roergebied gelegen, een symbool voor de structurele verandering die zich in dit dichtbevolkte industriegebied voltrekt.
De keuze van het onderwerp "Bouwen aan het water" voor dit bedrijvenseminar verrast dus niet, maar is bijzonder actueel. Want zonder al uw inspanningen en creativiteit laten zich dergelijke transformatieprocessen niet realiseren. Dat Duitse en Nederlandse architecten, ingenieurs, projectontwikkelaars en financiers hier vandaag bijeen zijn gekomen, verheugt mij. U bespreekt hier vandaag de kansen die het "Bouwen aan het Water" zowel in Duitsland als in Nederland voor uw werkgebieden te bieden heeft. U gaat de mogelijkheden van samenwerking bespreken. Daarmee sluit u aan bij een lange traditie van economische vervlechting tussen Nederland en Duitsland en vooral Noordrijn-Westfalen. De structurele betrekkingen en zelfs de integratie van de Duitse en de Nederlandse economie is wereldwijd haast zonder weerga. In 2010 ging 25 % van de Nederlandse export naar Duitsland, en omgekeerd is Nederland de op twee na grootste afzetmarkt voor Duitse producten. In de afgelopen jaren werden wederzijdse investeringen van meer dan 150 miljard euro gedaan. Vanuit het handelsvolume bezien is Noordrijn-Westfalen voor Nederland belangrijker dan de VS, China, Japan, Rusland, India en Brazilië bij elkaar.
Water speelt bij deze verbondenheid een centrale rol. Dankzij het water kon zich de kolen- en staalindustrie in het Roergebied ontwikkelen en daardoor werd de groei van Rotterdam en Amsterdam tot Europese, zelfs wereldhavens mogelijk. Op het gebied van de industrie en de logistiek vullen Nederland en Noordrijn-Westfalen elkaar aan. Dat heeft de verhouding met ons buurland een bijzondere dimensie gegeven.
De plaats van onze huidige bijeenkomst, de Zeche Zollverein, verbindt de successen van onze bilaterale samenwerking - in verleden, heden en toekomst. Als de meest moderne kolenmijn in Europa was deze plaats een motor van de industrie in deze omgeving en daarmee ook van de economische ontwikkeling in Nederland. Als zetel van het Erwin Hahn instituut voor magneetresonantie-tomographie staat het met de economisch belangrijke sector van de geneeskunde in verbinding. En het 'red dot design museum', waarin wij ons nu bevinden en waar alles draait om toegepast design, staat voor de toekomst.
Hiermee is de Zeche Zollverein een inspirerend symbool voor een regionale economie die zichzelf opnieuw uitvindt en die ontplooiingskansen biedt aan de dienstverleningssector die voor een moderne volkseconomie zo belangrijk is. Daarbij blijft de industrienatie als uitgangspunt bewaard, maar wordt op een nieuwe en hoogwaardige technologische basis opgebouwd. Bovendien zet men hier ondertussen ook in op de creatieve economie, de Kreativwirtschaft, zoals het in het Duits zo mooi heet. Dat is echte structuurverandering.
In onze twee landen bestaan nog veel meer inspirerende voorbeelden waarbij water nog sterker in het middelpunt staat. Ik noem alleen de havencity Hamburg, een stad die ik intussen meerdere keren heb bezocht. Maar ook de stadshavens van Rotterdam en het oostelijk havengebied in Amsterdam zijn sprekende voorbeelden van moderne stadsontwikkeling aan en op het water die kansen bieden voor architectonische innovatie. Juist de nieuwbouwprojecten "on the waterfront" getuigen vaak van durf en creativiteit. Het water zelf kan ook een bron van inspiratie zijn als het erom gaat, stilgelegde mijnen en braakliggende industriegebieden een nieuwe bestemming te geven, zoals het Phoenix project in Dortmund laat zien.
U ziet, als wij nieuwe bedreigingen en ontwikkelingen het hoofd willen bieden, moeten we altijd zicht op het water houden - of er rekening mee houden. Water spoort ons ook aan tot grote daden. U, dames en heren, heeft daarbij een belangrijke taak en een bevoorrechte positie. Met uw werk creëert u een synthese tussen technische mogelijkheden, economisch rendement, duurzaamheid en creativiteit.
Open economieën, zoals Duitsland en Nederland met hun hoogontwikkelde dienstverlenende sector, hebben alleen maar baat bij de verdere ontwikkeling van de creatieve economie. Hierbij moeten het creatieve ontwerpproces en een gefundeerde technische kennis samenkomen en met elkaar worden gecombineerd omdat bouwen aan het water bijzondere eisen stelt. Het treft dan ook dat het huidige seminar de dienstverleners uit de bouwindustrie bij elkaar heeft gebracht. Een branche waarin Duitse en Nederlandse architecten, ingenieurs en projectontwikkelaars een leidende rol spelen.
Dames en heren,
Leven met het water stelt ons voor gemeenschappelijke uitdagingen. Wij zullen telkens weer nieuwe oplossingen moeten vinden om op de gevaren te kunnen reageren van hogere waterstanden, smeltende gletsjers, verzilting en vervuiling. Alleen als wij hierin slagen, zullen wij onze levensstandaard kunnen behouden en onze welvaart kunnen vergroten.
U allen bent daar dringend bij nodig. Duitsland en Nederland hebben beiden een hoge mate van competentie op dit gebied. Onze kennis en onze ervaring zullen grotendeels complementair zijn en kunnen synergieën tot stand brengen. Wij kunnen van de ervaringen van elkaar leren en zouden elkaar wederzijds tot kennisuitwisseling en innovaties moeten aansporen. Wij zouden elkaar moeten aanmoedigen om het telkens beter te doen, de uitdagingen aan te gaan, maar vooral om de kansen te benutten! Het huidige seminar dient precies dit doel. Ik wens u daarbij allen veel succes.