Troonrede 2020
Leden van de Staten-Generaal,
Nooit zal ik de Nationale Dodenherdenking van 4 mei 2020 vergeten. Het was onwerkelijk en zeer realistisch tegelijk: die bijna lege Dam, de stilte nog oorverdovender dan anders, en het besef dat de viering van 75 jaar vrijheid noodgedwongen een ingetogen karakter had gekregen. Door het coronavirus werd dit voorjaar ineens alles anders. Ook deze anders-dan-anders-Prinsjesdag op anderhalve meter afstand, niet in de Ridderzaal, en met minder mensen, tradities en uitbundig rood-wit-blauw, maakt dat tastbaar.
Mijn bewondering en dank gaan uit naar iedereen die in de zorg en elders in de samenleving al het mogelijke deed om de coronacrisis het hoofd te bieden. Verpleegkundigen en schoonmakers, boa’s en defensiepersoneel, supermarktmedewerkers en mensen in het openbaar vervoer. Ik wil daarnaast mijn steun en medeleven betuigen aan hen die door corona zijn getroffen, of die een geliefde moeten missen. Maar ook voor wie dat niet geldt, is de impact enorm. Corona raakt ons allemaal. Van Terschelling tot Aruba. Jong en oud. Mensen met een beperking vaak nog harder dan anderen. Corona raakt ons in school en werk. In het gemis van een aanraking. En vooral: in ons gevoel van veiligheid en vertrouwen. Want geen eindexamen kunnen doen, een begrafenis in zeer kleine kring, niet op bezoek kunnen bij je man of vrouw in het verpleeghuis, als ondernemer ineens je levenswerk verliezen, of je baan – het is allemaal enorm ingrijpend. Voor al die gevoelens van stress, eenzaamheid en verlies moet ruimte zijn en erkenning. Binnenkort geven we daar in het hele Koninkrijk in verbondenheid uitdrukking aan onder de noemer ’aandacht voor elkaar’.
Toch gebeurt er deze maanden ook veel goeds. We waarderen meer het land waarin we wonen. Het weefsel van onze samenleving is opnieuw sterk gebleken. Het blijft bijzonder hoe Nederlanders er voor elkaar zijn als de nood aan de man komt. Bijzonder was ook hoe we in een paar maanden samen voor elkaar kregen dat de grootste beperkingen konden worden opgeheven. En bijzonder is de veerkracht van ondernemers die op allerlei creatieve manieren hun bedrijf draaiende hielden, van leraren die hun leerlingen online gingen begeleiden, en van ouders die plotseling werk en onderwijs thuis combineerden. Nederland heeft in de coronacrisis bewezen verantwoordelijk, saamhorig en flexibel te zijn. Laat ons dat volhouden zolang dat nodig is. En laat ons daar vertrouwen aan ontlenen voor de toekomst.
Want juist in tijden van plotselinge schokken is het zaak oog te houden voor de lange termijn. Dat zijn we verplicht aan de jongeren, die de laatste maanden niet alleen moesten inleveren op hun leven nu, maar ook op hun vooruitzichten voor straks. Een 94-jarige veteraan maakte veel los met een ingezonden brief waarin hij de jongeren van Nederland opriep vol te houden en solidair te zijn met zijn generatie. Een 18-jarige student schreef hem terug hoe dankbaar hij was voor de vrijheid en alle mogelijkheden waarmee hij en zijn leeftijdgenoten opgroeien. Maar hij schreef ook hoezeer zij die vrijheid nu missen, hoe zij sleutelmomenten in het leven zomaar zien passeren en hoe extra onzeker de toekomst door de coronacrisis voelt. Die onzekerheid is er op het gebied van opleiding, wonen en werk. Tegelijkertijd is er de zorg over overkoepelende problemen als klimaatverandering, die door corona niet minder urgent worden. Deze brief raakt de kern van Prinsjesdag, want perspectief voor de toekomst begint altijd in het hier-en-nu. Dat is de spiegel die de volwassenen van morgen voorhouden aan de volwassenen van vandaag.
In dat besef maakt de regering de keuze in deze onzekere tijd niet te bezuinigen, maar juist te investeren in baanbehoud, goede publieke voorzieningen, en een sterkere economische structuur en een schoner land nu en straks. Op die pijlers rusten de plannen van de regering voor het komende jaar.
De Nederlandse economie en overheidsfinanciën zijn veerkrachtig. De laatste jaren is een financiële buffer opgebouwd waarvan we nu de vruchten plukken. Deze publieke spaarpot maakt de gezondheidseffecten van het coronavirus niet minder heftig, maar maakte de eerste directe economische gevolgen wel beter draagbaar.
Nu moeten we ons schrap zetten voor de gevolgen van een zware economische terugslag, die ook doorwerkt in de economie en overheidsfinanciën op lange termijn. Hoe precies, hangt af van de vraag tot wanneer en in welke mate het coronavirus ons in zijn greep blijft houden. Maar alle recente cijfers en ramingen zijn ongekend in vredestijd. Met een historische krimp van ruim 5 procent in 2020. Met een historische omslag van een overschot op de rijksbegroting naar een tekort van 7 procent in één jaar. En met een verdubbeling van de werkloosheid ook in één jaar. Onze belangrijkste handelspartners in Europa en wereldwijd hebben te kampen met een economische terugval die vaak nog groter is. Voor een open en op handel en export gericht land als Nederland is dat, zeker na brexit, een extra complicatie.
De internationale gevolgen van de coronacrisis kunnen moeilijk worden overschat, niet in economisch en niet in geopolitiek opzicht. Er lijken nog diepere groeven te worden getrokken tussen de grootste machtsblokken in de wereld. In het jaar van 75 jaar Verenigde Naties domineert helaas steeds vaker het nationale eigenbelang en is de multilaterale wereldorde verder onder druk komen staan. Voor de Nederlandse regering staat buiten kijf dat goed functionerende internationale instellingen en internationale samenwerking noodzakelijk zijn om problemen aan te pakken die geen land of regio alleen de baas kan. Dat geldt voor vraagstukken van vrede en veiligheid, voor de klimaatcrisis en de toekomst van onze energievoorziening, voor armoedebestrijding en nu ook voor de bestrijding van het coronavirus.
Ons land neemt hierin verantwoordelijkheid. Dat is zowel een morele plicht als welbegrepen eigenbelang. Nederland blijft steun geven aan de kwetsbaarste regio’s in de wereld, die zwaar door corona zijn getroffen. Daarnaast blijft de regering werken aan versterking van de operationele inzet van Nederlandse militairen. Het is duidelijk dat de wereld zich, over de coronacrisis heen, moet voorbereiden op de mogelijkheid van een volgende pandemie of een andere externe schok. Corona leert ons dat we ook internationaal samen sterker staan in een crisis als deze.
In Europees verband geldt dat de toenemende geopolitieke onzekerheid en de coronacrisis het belang van samenwerking en een eendrachtig optreden naar buiten toe alleen maar vergroten. De inbedding in de Europese Unie en de interne markt staan aan de basis van de Nederlandse welvaart, rechtszekerheid en veiligheid. Het is waar dat Europese samenwerking vaak gepaard gaat met stevige discussies, waardoor verschillen tussen landen soms worden uitvergroot. Toch brengen de overeenkomsten en de gedeelde belangen de lidstaten altijd weer bij elkaar. Zo werkt Nederland intensief samen met andere Europese landen om de ontwikkeling en beschikbaarstelling van een vaccin te versnellen. Met het Europees herstelfonds kunnen lidstaten voor de korte termijn de gevolgen van de coronacrisis beter opvangen en voor de lange termijn werken aan structurele economische hervormingen. Het is een vorm van solidariteit die twee kanten op werkt: van buren die elkaar vanzelfsprekend helpen in tijden van nood, maar die in eigen land ook stappen zetten en hervormen om bij een volgende crisis allemaal beter voorbereid te zijn.
In ons land konden met extra overheidsuitgaven de eerste gevolgen van de coronacrisis voor de bedrijven en de werkgelegenheid worden opgevangen. Voor de korte termijn is twee keer een pakket steunmaatregelen ingezet waarmee lonen zijn doorbetaald en faillissementen en grootschalige ontslagrondes zoveel mogelijk konden worden voorkomen. Het derde pakket, dat beschikbaar is vanaf 1 oktober, heeft een looptijd van negen maanden. Behoud van zoveel mogelijk banen blijft het doel. Maar na de fase van noodsteun is het nu ook belangrijk dat mensen door scholing en training de overstap kunnen maken naar sectoren waar een tekort aan personeel is, en dat bedrijven zich aan kunnen passen aan de nieuwe realiteit. Met een aanvullend pakket van bijna een half miljard euro voor kunst en cultuur onderstreept de regering het grote maatschappelijke belang van deze sector. De steun voor het openbaar vervoer wordt voortgezet, omdat veel mensen voor hun dagelijkse bezigheden afhankelijk zijn van bus, trein, tram en metro. Voor gemeenten komt bijna 800 miljoen euro extra beschikbaar, bijvoorbeeld voor buurthuizen, sociale werkvoorziening, culturele instellingen, en voor het coronaproof organiseren van de verkiezingen. Zo werken medeoverheden en Rijk als één overheid samen in deze crisis.
Met de zwaar getroffen Caribische delen van het Koninkrijk wordt gesproken over welke steun onder welke voorwaarden kan worden verleend. Het doel is de bevolking nu te steunen en bij te dragen aan toekomstige economische zekerheid en maatschappelijke stabiliteit. Humanitaire steun blijft steeds beschikbaar.
Bij de start van deze periode koos de regering voor versterking van publieke voorzieningen. Het belang hiervan is door corona eerder toe- dan afgenomen. Investeren in veiligheid, bestaanszekerheid en een aantrekkelijke leefomgeving draagt bij aan bestrijding van de crisis, aan de veerkracht van de economie en aan vertrouwen in de toekomst. In de plannen van de regering is dat op verschillende plaatsen zichtbaar.
Nergens wordt de verantwoordelijkheid voor de toekomst van onze kinderen en jongeren directer gevoeld en waargemaakt dan voor de klas en in de collegezalen. Het onderwijs heeft extra geld gekregen om in de grote steden volgende stappen te kunnen zetten in de aanpak van het lerarentekort. Na een uitzonderlijk voorjaar met lege klassen is ook 500 miljoen euro beschikbaar om onderwijsachterstanden weg te werken. Daarmee kunnen bijvoorbeeld extra bijlessen worden gegeven.
Met een bedrag van 5 miljard euro wil de regering de komende jaren de problemen rond stikstof aanpakken. Het geld dat nu beschikbaar komt, kan onder andere worden ingezet voor natuurherstel en de aanpassing van stallen. Dat is nodig voor de natuur, waarvan we allemaal genieten en die we moeten koesteren voor later. Het is nodig voor een gezonde en innovatieve toekomst van de Nederlandse landbouwsector, die ook in tijden van crisis zorgt voor een betrouwbare voedselvoorziening. En het is nodig om ruimtelijke ontwikkelingen in de sfeer van woningbouw en infrastructuur mogelijk te maken.
Opgeteld wordt bijna 2 miljard euro aan geplande investeringen voor infrastructuur, woningbouw en onderhoud en verduurzaming van rijksgebouwen naar voren gehaald. Goede mobiliteit schraagt de economie. Bouw en woningmarkt krijgen een steun in de rug door bouwprojecten eerder uit te voeren.
De vraag naar woningen blijft groot. Onder regie van het Rijk wordt de woningbouw versneld. Starters hoeven de komende vijf jaar geen overdrachtsbelasting te betalen. De regering stelt voor de huur te verlagen voor mensen met een laag inkomen in een dure corporatiewoning.
De rechtsstaat is het belangrijkste publieke bezit van de samenleving. Het is de basis onder een democratisch land dat sociaal en economisch sterk is en waarin kansengelijkheid als norm geldt. Een jaar geleden werd Nederland geschokt door de brute moord op advocaat Derk Wiersum. Op die dag werd eens te meer manifest hoezeer georganiseerde criminaliteit de maatschappij ondermijnt. Voor de niet-aflatende strijd daartegen is volgend jaar opnieuw extra geld beschikbaar, onder andere voor een nieuw gespecialiseerd team waarin de kennis en kracht van justitie, Belastingdienst en defensie worden gebundeld.
Een wezenlijke bedreiging voor de kwaliteit van de rechtsstaat is dat in ons land iemands huidskleur of naam nog te vaak bepalend is voor zijn of haar kansen. Dat is onaanvaardbaar. Het maatschappelijk debat hierover schuurt soms, maar kan ons ook verder brengen in de strijd tegen discriminatie, racisme en ongelijke behandeling. Bestaande verschillen overbruggen begint bij de bereidheid naar elkaar te luisteren.
De regering realiseert zich hoe cruciaal in het publieke domein het vertrouwen is in het handelen van de overheid zelf. De overheid moet naast mensen staan, niet tegenover mensen. Daarom is het zo belangrijk dat de inwoners van Groningen die door de aardbevingen zijn getroffen zo snel mogelijk kunnen rekenen op herstel van de geleden schade en versterking van hun huizen, en is de regering er alles aan gelegen de gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire snel te compenseren. Investeren in de kwaliteit van de publieke dienstverlening blijft noodzakelijk.
Voor de lange termijn zijn in deze periode richtinggevende keuzes gemaakt in het Pensioenakkoord en het Klimaatakkoord. Als de noodzakelijke solidariteit tussen jong en oud ergens gestalte krijgt, dan wel rond deze twee thema’s. De uitwerking en uitvoering van beide akkoorden vraagt een lange adem. Het pensioen wordt persoonlijker en transparanter. Door nu te hervormen, kan er straks voor iedereen een goed pensioen zijn. De regering hoopt in 2021 het wetsvoorstel voor de vernieuwing van het pensioenstelsel in te dienen.
Het perspectief van het Klimaatakkoord en de Klimaatwet is een vermindering van de CO2 -uitstoot met minimaal 49 procent in 2030, op weg naar een klimaatneutraal Nederland in 2050. Later dit najaar verschijnt de eerste Klimaatnota. Voor komend jaar zitten er verschillende maatregelen in het vat, zoals een CO2-heffing voor de industrie, een kleiner aandeel van kolencentrales in de elektriciteitsproductie, en maatregelen om de circulaire economie, waarin afval weer grondstof wordt, te stimuleren.
Daarbovenop wil de regering een vliegende start maken met het Nationaal Groeifonds. Dit fonds is er voor het toekomstig verdienvermogen van ons land en daarmee voor de welvaart van morgen. Met het fonds wil de regering investeren in kennisontwikkeling, innovatie en infrastructuur. Dat laatste omvat naast wegen en spoor ook de digitale snelweg en de infrastructuur voor energie. De unieke schaal en de looptijd van het fonds maken het mogelijk Nederland welvarender, schoner en duurzamer over te dragen aan de jongeren van nu. Voor de komende vijf jaar is een bedrag van 20 miljard euro beschikbaar.
Tot slot is door het coronavirus nog duidelijker geworden hoe belangrijk het is ervoor te zorgen dat ook voor volgende generaties de beste zorg beschikbaar blijft. Uit vele internationale vergelijkingen blijkt dat de Nederlandse zorg van wereldklasse is. Maar dat neemt niet weg dat er een grens is aan de spankracht van de zorginstellingen en de mensen die er werken. Voor de korte termijn moeten we daar lessen uit trekken om voorbereid te zijn op een mogelijke tweede golf. Voor de lange termijn dringen zich andere lessen op, die bijvoorbeeld te maken hebben met de organisatie van de zorg en de werkdruk van het zorgpersoneel, de vraag of meer zorg op afstand mogelijk is en de noodzaak van preventie en zorginnovaties. Het kabinet komt met voorstellen om zoveel mogelijk mensen voor de zorg te behouden en nog meer mensen te verleiden voor deze sector te kiezen, bijvoorbeeld met meer doorgroeimogelijkheden, minder administratie en meer zeggenschap. De waardering voor de werkers in de zorg komt ook tot uitdrukking in een extra bonus voor extra inspanningen, dit jaar en volgend jaar.
Leden van de Staten-Generaal,
De coronacrisis stelt ons ernstig op de proef in alles wat van waarde is: gezondheid, werk, familie en vriendschappen. En we realiseren ons: juist nu wordt gezamenlijkheid en verantwoordelijkheid gevraagd. Bij elke generatie leven in deze tijd specifieke zorgen en vragen. Maar precies in de verbondenheid tussen generaties kan iedereen, jong en oud, op zijn of haar eigen plaats een bijdrage leveren om deze moeilijke periode te boven te komen. Onze belangrijkste zekerheid is dat Nederland economisch, sociaal en mentaal steeds veerkracht toont. De opdracht in het parlementaire jaar dat vandaag begint, is over deze crisis heen de toekomst te blijven zien en te blijven werken aan perspectief voor alle generaties. U mag zich in uw werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.