Koning brengt digitaal werkbezoek aan maatjesinitiatieven
Zijne Majesteit de Koning heeft donderdagmorgen 12 november een digitaal werkbezoek gebracht aan drie maatjesinitiatieven die gesteund worden door het Oranje Fonds. Met de initiatieven Laten we Welzijn, Refugee Team en Serve the City en de directeur van het Oranje Fonds werd gesproken over het belang van maatjesprojecten ten tijde van de coronapandemie. Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima zijn beschermpaar van het Oranje Fonds.
Maatjesprojecten koppelen een vrijwilliger aan iemand die extra hulp of aandacht kan gebruiken. Een maatje biedt op basis van persoonlijke interesse hulp en steun. De maatjes kunnen op deze manier van elkaar leren en samen optrekken. Het persoonlijk contact staat daarbij voorop. Het project Laten we Welzijn helpt eenzame jongeren om sociale contacten op te bouwen. Jongeren met dezelfde interesses worden aan elkaar gekoppeld om ervaringen uit te wisselen en samen activiteiten te ondernemen. Refugee Team helpt nieuwkomers in Nederland de Nederlandse taal te leren en sociale contacten in hun nieuwe omgeving op te doen. Door corona is al het contact tussen de maatjes digitaal geworden. Serve the City helpt mensen die extra hulp of aandacht nodig hebben. Zo helpen ze eenzame ouderen door hun een digitale wandeling door Amsterdam aan te bieden, die is aangepast aan hun persoonlijke wensen.
De Koning sprak met coördinatoren van de drie initiatieven over de voortgang van de projecten en over de manier waarop zij hun werk hebben moeten aanpassen aan de huidige omstandigheden. Er werd gesproken over de invloed van de coronapandemie op de doelgroep, de vrijwilligers en de plannen voor de toekomst. Daarnaast sprak Koning Willem-Alexander met drie maatjeskoppels van de initiatieven. Van hen hoorde hij wat het voor beide partijen betekent om maatjes te zijn, hoe het hun leven heeft verrijkt en hoe corona hun gezamenlijke activiteiten heeft beïnvloed. Het Oranje Fonds start op 25 november een landelijke campagne om vrijwilligers te werven die maatje willen worden.
RVD, nr. 214