Maart 2022
8 maart: ‘Bij Singer Laren voel ik me thuis’
Jan Sluijters, Carel Willink, Charley Toorop, Kees van Dongen: hun schilderijen hebben na honderd jaar niets van hun zeggingskracht verloren. Het echtpaar Els en Jaap Blokker bracht een indrukwekkende collectie bijeen van meer dan honderd topwerken van deze schilders en hun tijdgenoten uit de vroege twintigste eeuw. De complete privécollectie werd door Els Blokker geschonken aan museum Singer Laren, samen met fondsen die een renovatie en uitbreiding van het museum mogelijk maakten. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix verrichtte op 8 maart de opening van de nieuwe museumvleugel.
“Mijn man en ik zijn eind jaren zeventig begonnen met de aankoop van schilderijen”, aldus Els Blokker. “Eerst de romantische school, maar op een gegeven moment was ik daar een beetje op uitgekeken. Toen heb ik het voortouw genomen om moderner werk te kiezen. Jan Sluijters is een van mijn favorieten, maar ook Kees Maks, Leo Gestel en tijdgenoten. Bij Singer Laren voel ik me thuis. Ik vind het belangrijk dat de collectie bij elkaar blijft en hoop dat mensen er enorm van genieten, net zoals Jaap en ik altijd hebben gedaan.”
Museumdirecteur Jan Rudolph de Lorm: “De schenking van deze collectie en de uitbreiding van ons museumgebouw is een droom die uitkomt. Hiermee kunnen we het ontstaan en de bloei van het impressionisme en modernisme in Nederland permanent laten zien. Op de bakermat waar veel van de kunstenaars woonden en werkten: de ‘heilige’ grond in Laren.”
8 maart: ‘Oekraïne verdient ons aller steun’
In de vroege ochtend van 24 februari vielen Russische militaire eenheden Oekraïne binnen. Er braken felle gevechten uit waarin de Oekraïners zich met hand en tand verdedigden. De invasie veroorzaakte grote verwoestingen en onvoorstelbaar menselijk leed. De Oekraïense gemeenschap in Nederland telde op het moment van de invasie ongeveer 20.000 mensen. Zij leefden van uur tot uur mee met hun familie en vrienden in het land van herkomst. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima nodigden op 8 maart een groep vertegenwoordigers van de Oekraïense gemeenschap uit op Paleis Noordeinde. Onder hen studenten, ondernemers, wetenschappers en mensen uit de culturele sector. Ook de ambassadeur van Oekraïne, Maksym Kononenko en zijn echtgenote Tetiana Doroshenko waren erbij.
Pavlo Radchenko, student in Leiden, vertelde dat de huizen van familie en vrienden in Kyiv waren gebombardeerd en dat veel bekenden westwaarts waren gevlucht: “Als Oekraïners in Nederland leven we nu continu met een schuldgevoel, dat we hier veilig zijn terwijl ons volk lijdt.” “Het is fijn dat de Koning en Koningin meeleven met de mensen in Oekraïne”, zei voetballer Evgeniy Levchenko.
Het Koninklijk Paar bracht na afloop het volgende bericht uit: “Mensen uit de Oekraïense gemeenschap in Nederland vertelden ons vandaag hun verhaal. Zij spraken over hun angst, woede en peilloze verdriet. Over de liefde voor hun dierbaren. En over hun overtuiging dat vrijheid zal zegevieren. De gesprekken hebben ons diep geraakt. Oekraïne verdient ons aller steun.”
10 maart: Opvang in allerijl
Na de gewelddadige Russische inval in Oekraïne, sloegen velen op de vlucht, ook naar Nederland. Op 10 maart brachten Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima een bezoek aan de in allerijl ingerichte opvang in legerplaats Harskamp. Hier was plek voor 950 mensen. Het COA en de gemeente Ede verzorgden de opvang samen. Burgemeester René Verhulst van Ede herinnerde zich de aankomst van de eerste bussen, een week eerder: “Ik zag vermoeide mensen met witte gezichten en lege blikken.”
De Koning en Koningin gingen tussen de barakken in gesprek met de vluchtelingen en zagen hoe divers de groep was. Ze ontmoetten onder anderen leraren, kappers, technisch installateurs, tandartsen, kinderen en studenten die in Kyiv medicijnen studeerden, soms afkomstig uit derde landen als Jemen en Syrië. “Mensen zijn dankbaar dat ze hier veilig mogen verblijven”, vertelde Koen Schaper, woonbegeleider bij het COA. “Veel van hen willen ook iets terugdoen als vrijwilliger”, voegde vrijwilligerscoördinator Harma Jansma toe. Arts Marije Hilhorst vertelde hoe met kunst en vliegwerk binnen een dag een huisartsenpost was ingericht: “We zien hier jonge moeders die bezorgd zijn over hun hoestende kind, maar ook ouderen met suikerziekte.” Voorzitter van de dorpsraad van Harskamp Linda Vellinga zei blij te zijn dat de gemeente de omwonenden vroeg bij de opvang had betrokken. Als leerkracht wilde ze ook een steentje bijdragen door de Oekraïense kinderen onderwijs te bieden in het dorp.
11-12 maart: Een echte work-out
Vrijwilligerswerk is een goede manier om uit je eigen bubbel te komen, nieuwe ervaringen op te doen en andere mensen te leren kennen. Elk jaar zetten duizenden organisaties in het kader van NLdoet hun deuren open om mensen kennis te laten maken met vrijwilligerswerk. Het Oranje Fonds organiseert deze grootste vrijwilligersactie van Nederland.
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix koos op 11 maart kinderboerderij de Schaapskooi in Bilthoven om de handen uit de mouwen te steken. De kinderboerderij is een echte ontmoetingsplek voor buurtbewoners. Er zijn schapen, varkens, kippen en konijnen, een moestuin, een speeltuin, een doolhof en een theehuis. Zij vragen natuurlijk veel verzorging en onderhoud. Een belangrijk deel van het werk wordt gedaan door mensen met een verstandelijke beperking, geholpen door professionele begeleiders en vrijwilligers. De Prinses ging samen met hen aan de slag en hielp met onder meer het planten van viooltjes, het voeren van de geiten en de pony en het beitsen van de schuur.
De dag erna, op 12 maart, gingen Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima naar Brielle om te helpen op boerderij Op Aarde. Dit is niet alleen een boerenbedrijf, maar ook een plek waar thuiswonende ouderen met beginnende dementie welkom zijn. Zij werken mee op de boerderij: dieren verzorgen, de moestuin onderhouden en helpen met koken. Deze dagbesteding ontlast de mantelzorgers en zorgt dat de deelnemers langer zelfstandig kunnen blijven wonen.
De Koningin pakte een riek en ging aan de slag met het uitmesten van de schapenhokken. De Koning greep liever de snoeischaar om de perenbomen onder handen te nemen. “Een echte work-out”, vond de Koningin het uitmestwerk. “En we waren vooral met vrouwen, viel me op.”
Tijdens het schuren van een tuinbankje had de Koningin de kans om wat dieper door te praten met Ronald Monteny, initiatiefnemer van Op Aarde, samen met zijn man Arjan van Vliet. Hij vertelde uit een echt boerengezin te komen. Zijn ouders waren bij hen op de boerderij: “Mijn vader van tachtig heeft gisteren nog de tarwe ingezaaid, dat vindt die man heerlijk.” Ook het belang van dieren voor mensen met dementie kwam ter sprake: “We hebben hier poezen, voor als mensen in de dagbesteding verdrietig zijn. Dat komt regelmatig voor bij beginnende dementie. Mensen vinden het heerlijk om een poes te kunnen aaien.”
18 maart: Een veilige plek op school
Het leven van Andrea, Paula en Stas werd door de oorlog in hun thuisland Oekraïne op zijn kop gezet. Op de vlucht voor het geweld vonden deze basisschoolleerlingen een veilige plek in Den Haag. Daar konden zij terecht op De Vuurvlinder, een internationale school voor kinderen van expats, vluchtelingen en statushouders. Een nieuwe omgeving, met toch een vertrouwd element: medeleerling Gherman die al een jaar in Nederland woont en hen al tolkend wegwijs maakt.
Samen met minister Dennis Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs, bracht Hare Majesteit Koningin Máxima op 18 maart een bezoek aan De Vuurvlinder. Ze schoven aan bij groepjes leerlingen tijdens de les en spraken met leerkrachten over het onderwijs aan gevluchte kinderen. “Deze kinderen moeten eerst landen, structuur krijgen, zich veilig voelen, maar daarna kun je met het onderwijs aan hen veel eer inleggen”, aldus leerkracht Sasja Spliet.
Na De Vuurvlinder gingen de Koningin en de minister naar het Diamant College, een school voor voortgezet onderwijs. Hier ontmoetten ze de vijftienjarige Julia die haar eerste schooldag in Den Haag beleefde. Zij vertelde dat ze niet had kunnen wachten om te beginnen en dat ze graag haar Engels wilde verbeteren. De Koningin zag dat ook het Nederlands aandacht kreeg: de leerlingen moesten stukken fruit tekenen en de Nederlandse namen erbij noemen. Directeur Monique Helling: “We zetten in op taal, taal, taal, maar ook andere dingen zijn belangrijk, zoals beeldende vorming en sport.”
23 maart: Buurtbemiddeling haalt de spanning eraf
Jenneke en Stephan woonden met plezier in Zwolle totdat ergernis over het geluidsniveau van de buren de kop opstak. "We hadden het zelfs over verhuizen, zo slecht werd de sfeer. Volgens de buren hadden wij wel erg vaak de barbecue aan. Het liep zo uit de hand dat we echt niks meer van elkaar konden hebben." Ruzie over overlast bederft het woongeluk van heel veel mensen. Toch is er vaak wel iets aan te doen, zo bewijzen ze in Zwolle. De gemeente was 25 jaar geleden de eerste in Nederland die startte met buurtbemiddeling: het oplossen van conflicten met buren door getrainde vrijwilligers. Twee derde van de behandelde zaken wordt dankzij buurtbemiddeling succesvol afgerond. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander wilde graag meer weten over de achtergronden van dit succes en bezocht de Zwolse ervaringsdeskundigen op 23 maart. Vrijwilliger Wil van der Veen: "Het conflict is vaak al hoog opgelopen, maar als we komen en naar beide partijen luisteren dan zie je dat het weer tot rust komt en de spanning eraf is. Dan kan je ook tot oplossingen komen. Wij kiezen geen partij, zijn nooit voor de één of de ander. Wij helpen met het voeren van een goed gesprek, maar uiteindelijk moeten mensen er zelf uitkomen. Dat lukt gelukkig bijna altijd." Ook Jenneke en Stephan leven weer in harmonie met hun buren: “Buurtbemiddeling was voor ons het begin van iets moois. Nu praten we weer met elkaar.”
24 maart: Eersteling der vrijheid
Een kleine vloot van fanatieke, onbesuisde zeerovers wist op 1 april 1572 de eerste tik uit te delen aan de Spaanse machthebbers in de Nederlanden. Het stadje Den Briel werd door de watergeuzen ingenomen en als bruggenhoofd gebruikt voor de verdere strijd. De bevrijding had voor de bevolking van Den Briel overigens wel een keerzijde: met ‘priesters, monniken ende andere papistische schelmen’ hadden de calvinistische watergeuzen weinig erbarmen. Vierhonderdvijftig jaar na de inname van Den Briel sloegen 42 gemeenten die een rol speelden in de Opstand de handen ineen. Ze organiseerden een themajaar rond de vier waarden die destijds verdedigd en betwist werden: vrijheid, verdraagzaamheid, verbondenheid en verscheidenheid. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander was bij de start op 24 maart. “1572 was in veel opzichten een kantelpunt in de Opstand in de Nederlanden” zei burgemeester Gregor Rensen van Brielle. “De Opstand mondde uit in een langdurige strijd om onafhankelijkheid van het Spaanse bewind, maar helaas ook in een burgeroorlog. Het kantelpunt ten goede begon met de onverwachte, toevallige inname van Den Briel door de watergeuzen. Vanuit deze stad werden ook andere steden bevrijd en voelden weer andere steden zich gesterkt de kant van Willem van Oranje te kiezen. Deze kettingreactie vormde het begin van de latere onafhankelijkheid van de noordelijke Nederlanden. Brielle mag zich sindsdien de eersteling der vrijheid noemen. En daar zijn we bijzonder trots op.”
Beëdigingen
Zijne Majesteit de Koning ontving in 2022 tweeënvijftig mensen ter beëdiging. Onder hen waren de leden van het kabinet-Rutte IV, dat in januari aantrad. Onder de beëdigden in 2022 waren ook de Gouverneur van Sint Maarten, acht staatsraden bij de Raad van State, drie raadsheren, drie raadsheren in buitengewone dienst en twee advocaten-generaal bij de Hoge Raad. Tot slot beëdigde de Koning zeven Nederlandse ambassadeurs en drie permanent vertegenwoordigers bij internationale organisaties.
De beëdiging ten overstaan van de Koning vindt plaats op grond van wettelijke voorschriften.
25 maart: Met Reclassering op het rechte pad
Een particulier initiatief stond in 1823 aan de basis van het ‘Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen’, de voorloper van Reclassering Nederland. In twee eeuwen bleef de missie grotendeels gelijk: het voorkomen en verminderen van crimineel gedrag. Reclassering Nederland adviseert rechtbanken en het openbaar ministerie over verdachten, controleert en begeleidt mensen die onder toezicht staan (bijvoorbeeld met een enkelband) en voert werkstraffen uit. Uit onderzoek blijkt dat veroordeelden met een werkstraf 47% minder vaak opnieuw in de fout gaan dan kort gestrafte gedetineerden. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander bracht op 25 maart een werkbezoek aan een werkstraflocatie aan de Lutmastraat in Amsterdam om het reclasseringswerk beter te leren kennen. “Onze kracht is: arbeidsritme meegeven”, vertelde unitmanager Ozan Demirbas. Werkmeester Dick van Strien vertelde te midden van een groep werkgestraften over de positieve impact die het werk kan hebben: “We doen klussen in zorginstellingen, maar ook bijvoorbeeld in de Schoorlse Duinen waar veel beschermde planten staan. Onze jongens krijgen zelfvertrouwen als blijkt dat ze daar gevoel voor hebben. Onderhoudswerk op een begraafplaats leidt vaak tot intense gesprekken over wat ze zelf hebben meegemaakt.”
In een gesprek met een ex-reclassant hoorde de Koning wat het effect kan zijn van begeleiding door de Reclassering: “Toen ik vrijkwam hadden al mijn leeftijdgenoten werk, een woning en een leuke vriendin. Dat zette me wel aan het denken. Nu heb ik zelf een vaste job bij een uitzendbureau: ik koppel mensen aan een baan.”
26-27 maart: Barre kou
Hoe houd je je als militair met volle bepakking staande in een arctische omgeving? Hoe verplaats je je over een bevroren meer? Wat doe je als het ijs breekt? En hoe werk je in crisissituaties samen met bondgenoten uit tientallen andere landen? Iedere twee jaar krijgen militairen uit NAVO-landen de kans hun praktische vaardigheden onder barre omstandigheden te testen tijdens de NAVO-oefening Cold Response in Noorwegen. Ruim dertigduizend deelnemers uit 27 landen waren betrokken bij de editie 2022, die in maart en april plaatsvond. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander nam op 26 en 27 maart aan de oefening deel. Hij begon aan boord van Zr.Ms. Rotterdam, waar de voorbereiding van een amfibische landing in volle gang was. ’s Avonds woonde hij een toelichting bij van de Maritime Battle Staff, waarna het ’s nachts tijd was voor het echte werk: een amfibische landing van de 2nd Marine Combat Group van het Korps Mariniers. De overnachting vond plaats in het veld. Daarna kreeg ook de medische ondersteuning van de operatie aandacht. De Koning was getuige van een geoefende verplaatsing per sneeuwscooter van een patiënt en een medische evacuatie per helikopter naar het schip Zr.Ms. Rotterdam.
29 maart: Ter herinnering aan Prins Philip
Op 9 april 2021 overleed op 99-jarige leeftijd Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Philip, de echtgenoot van Hare Majesteit Koningin Elizabeth. Een klein jaar na zijn overlijden, op 29 maart, werd in Westminster Abbey een dankdienst gehouden voor zijn leven. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander, Hare Majesteit Koningin Máxima en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix woonden de dienst bij.
Deken David Conner hield een korte herdenkingsrede: “Prins Philip toonde vaak grote genegenheid en vriendelijkheid. Hij had een heerlijk gevoel voor humor, vaak vol zelfspot. Niemand kon ooit twijfelen aan zijn trouw en toewijding aan onze Koningin. Maar er waren ook momenten dat hij bruusk kon zijn. Misschien vergat hij in een stevig gesprek wel eens hoe intimiderend hij kon overkomen. (…) Hij was een mens met gebreken, zoals wij allemaal. Maar wat hem bijzonder maakte, was dat hij altijd trouw bleef aan en geleid werd door een innerlijk spiritueel kompas.”
30 maart: ‘Ook mindere momenten horen erbij in het leven’
Een op de zeven jongeren heeft last van depressieve gedachten. Als je daarmee blijft rondlopen zonder erover te praten, kunnen de gevolgen op latere leeftijd ernstig zijn. Stichting MIND Us helpt jonge mensen om meer greep te krijgen op hun mentale gezondheid. Hare Majesteit Koningin Máxima ondersteunt die missie als erevoorzitter van MIND Us. Op 30 maart was zij bij de lancering van de stichting, in aanwezigheid van staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
“Mijn motivatie om mee te doen is heel persoonlijk”, vertelde de Koningin. “Het heeft te maken met mijn zoektocht na de dood van mijn zusje Inés, in juni al vier jaar geleden. Toen zij overleed, was ze 33 jaar… Dan word je overspoeld door heel veel gevoelens. Verdriet, verlies, machteloosheid. Dat het zo ver was gekomen en je haar niet hebt kunnen helpen. Maar we wisten niet goed hoe… het was moeilijk om erover te praten. Haar dood maakte heel veel gevoelens los. En steeds maar weer de vraag: hadden we méér kunnen doen? Ik merkte al snel dat ik niet alleen was. Hoe kun je iemand met mentale problemen echt helpen? Veel mensen worstelen daarmee.”
Praten en snel in actie komen zijn heel belangrijk, aldus de Koningin. Ze riep jongeren op daarnaast eerlijk naar zichzelf te kijken: “Ook de mindere momenten horen erbij in het leven. Een sombere dag is ook oké en als je eens een dag niet presteert, is dat ook genoeg.”