Themabijlage Huis ten Bosch
Rijksmonument straalt weer
Bijna zestien jaar woonden Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander, Hare Majesteit Koningin Máxima en hun dochters in de Eikenhorst in Wassenaar, maar in 2019 werd Den Haag hun nieuwe woonplaats. Op 13 januari 2019 verhuisden zij naar Paleis Huis ten Bosch.
Evenals Paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis Amsterdam is Paleis Huis ten Bosch eigendom van het Rijk. Het wordt bij wet aan de Koning ter beschikking gesteld. Huis ten Bosch wordt gebruikt als woonpaleis en voor representatieve doeleinden zoals officiële ontvangsten.
Tot begin 2014 werd Huis ten Bosch bewoond door Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix. Na haar verhuizing naar Kasteel Drakensteyn bij Lage Vuursche werd een begin gemaakt met de voorbereiding van een grote renovatie door het Rijksvastgoedbedrijf, in samenwerking met architect Hubert Jan Henket en restauratiearchitect Krijn van den Ende. In 2016 ging deze renovatie van start. Met respect voor het historische karakter van het gebouw, is het Paleis ‘bij de tijd gebracht’. Op 3 juli werd het gerenoveerde Huis ten Bosch gepresenteerd aan de pers. Het rijksmonument uit de zeventiende eeuw straalt weer.
Een roerige geschiedenis
De geschiedenis van Huis ten Bosch gaat terug tot stadhouder Frederik Hendrik en zijn vrouw Amalia van Solms. Zij gaven opdracht tot de bouw van een zomerresidentie bij Den Haag. De bouw startte in 1645, onder leiding van architect Pieter Post. Nog voor het Paleis klaar was, in 1647, overleed Frederik Hendrik. Amalia van Solms creëerde in het gebouw een eerbetoon aan haar echtgenoot: de koepelzaal in het hart ervan (de "Oranjezaal") werd geheel gedecoreerd met schilderingen die de glorie van Frederik Hendrik verbeelden.
In de achttiende eeuw breidde de Franse architect Daniël Marot het Paleis uit met twee vleugels en een grote bordestrap. De twee laatste stadhouders, Willem IV en Willem V, verbleven er regelmatig. In de Franse tijd nam de door Napoleon aangestelde raadspensionaris Rutger-Jan Schimmelpenninck zijn intrek in het paleis. Na 1815 gebruikte Koning Willem I het als buitenverblijf.
In de Tweede Wereldoorlog was het paleis ingesloten door de Atlantikwal, een verdedigingslinie langs de kust. Het raakte beschadigd, maar wist aan verwoesting te ontkomen. In de jaren vijftig vond een restauratie plaats en in de late jaren zeventig opnieuw, waarbij de strijd tegen zwammen en boktorren veel aandacht vroeg. Koningin Beatrix en haar gezin gingen in 1981 in Huis ten Bosch wonen. In de jaren negentig werd de Oranjezaal zorgvuldig gerestaureerd. Twintig jaar later volgde de restauratie van het complete gebouw, waardoor het nu voldoet aan de eisen van de eenentwintigste eeuw.
Paardenbloemen in de vestibule
De vestibule bovenaan de bordestrap is opnieuw geschilderd. Met zijn warme kleuren is deze ruimte nu ook in sfeer het hart van het Paleis geworden. De Koning gebruikte de vestibule in 2019 voor de opname van zijn Kersttoespraak.
Blikvanger in de vestibule is het grote lichtsculptuur Fragile Future III van Lonneke Gordijn en Ralph Nauta van Studio Drift. Waar traditioneel een kroonluchter zou hangen, ziet men nu een zwerm pluizige, lichtgevende bolletjes. Het werk bestaat uit driedimensionale bronzen elektrische circuits waar lichtgevende paardenbloemen aan zijn verbonden. Echte paardenbloemzaden, die met de hand geplukt werden, zijn zaadje voor zaadje vastgelijmd aan de LED-verlichting. Technologie en natuur smelten samen in dit kunstwerk.
Schaatsen in de Blauwe Salon
De schaatsen waarop de Koning in 1986 de Elfstedentocht reed, de blauwe japon die de Koningin in 2013 bij de inhuldiging droeg, de stropdas die Prins Claus in 1998 afwierp, een Appeltje van Oranje gemaakt door Prinses Beatrix, een brandende kaars voor Prins Friso, het tafelmes van Willem van Oranje en de vlag van de VN. Het zijn slechts enkele objecten die zijn samengebracht op de wanden van de Blauwe Salon van Huis ten Bosch. Ze maken deel uit van een immens stilleven ontworpen door Maurice Scheltens en Liesbeth Abbenes. Maurice Scheltens: “We wilden de gelaagdheid van de geschiedenis van de Koning en de Koningin samenvatten in een collage van het heden en het verleden. We hebben een soort familieportret gemaakt. Gedeelde herinneringen, objecten van toen en nu, modern en klassiek, gewoon en bijzonder.”
De basis van het ontwerp bestaat uit foto’s waarmee de kunstenaars net zo lang hebben geschoven tot het totale beeld naar hun zin was. Maurice Scheltens: ‘We dachten aan printen op stof, of overzetten op behang of aluminium, maar we hebben ervoor gekozen om de panelen te laten weven.” Liesbeth Abbenes: “Juist de handmatigheid van de weeftechniek was belangrijk. Het blijft een ambacht, en dan loopt een draadje soms net even anders.”
Rijnklei in de DNA Salon
Zestigduizend kleine baksteentjes bedekken de wanden van wat na de restauratie van Huis ten Bosch de ‘DNA Salon’ is gaan heten. De wanden vormen samen een Gesamtkunstwerk, ontworpen door Jacob van der Beugel. Op een bijzondere manier vormt dit kunstwerk een 21ste-eeuwse portrettengalerij: het ritme van de steentjes weerspiegelt fragmenten van het DNA van de bewoners. De Koning en Koningin hebben hiervoor hun DNA laten ‘sequencen’. Sequencen is het bepalen van de unieke DNA-code die ieder mens heeft. Een van de muren is gewijd aan het portret van de ‘burger van de wereld’, met de genen die typisch zijn voor alle mensen.
Het materiaal waarmee de steentjes zijn gemaakt is een mengsel van klei uit de Rijn en industriële klei. “We zijn, zoals de Nederlanders dat zeggen, uit de klei getrokken”, aldus kunstenaar Jacob van der Beugel. “Alles wat ik doe is met de hand gemaakt omdat dat aan alles een soort zachtheid verleent. Het is een ambachtelijke benadering in een gebouw dat ook ooit op een ambachtelijke manier is gebouwd.” Bij het ontwerp werkte de kunstenaar samen met professor Hans Clevers van het Hubrecht Instituut, die hielp met de keuze voor specifieke DNA-fragmenten.
De DNA Salon wordt onder meer gebruikt voor audiënties. Zo ontving de Koning hier op 8 november de Oecumenische Patriarch van Constantinopel, Zijne Heiligheid Bartholomeus I.
Zwammen in de Eetzaal
De Witte Eetzaal is één van de best bewaarde historische interieurs in het Paleis. De zaal werd rond 1733 ontworpen door Daniël Marot. Indrukwekkend is het zwierige koepelplafond. Achter dit plafond schuilt een enorme houten kapconstructie om het geheel bij elkaar te houden. Bij onderzoek naar de conditie van de houten constructie werden sporen van de huiszwam ontdekt. Door een langdurige onopgemerkte lekkage in de dakkapel, konden de zwammen zich steeds verder uitbreiden en werd de houten kap verder aangetast. Het was hard nodig om de lekkage te verhelpen en de zwammen grondig te bestrijden. Het aangetaste hout van de dakkapel en de muurplaat werd vervangen en de constructie werd zorgvuldig gedroogd. Hiermee is de verspreiding van de huiszwam gestopt. Nu de houten kap is gerestaureerd, kan hij weer lange tijd mee. Het Rijksvastgoedbedrijf liet verschillende verflagen verwijderen en decoraties herstellen waardoor het plafond zijn oorspronkelijke scherpte en spectaculaire details terugkreeg.
Beschutting onder de koepel
Als een kroon op het paleis steekt de 28 meter hoge koepel boven het gebouw uit. Onder de koepel bevindt zich de Oranjezaal met zijn monumentale schilderstukken uit de zeventiende eeuw. Het is een culturele schatkamer. Toen tijdens de restauratie houtrot in de koepel werd aangetroffen, was dan ook duidelijk dat er iets moest gebeuren. De oorzaak van het probleem was ook hier vocht.
Tot de jaren vijftig van de vorige eeuw werd het Paleis in de winter niet verwarmd en kon de temperatuur in de constructie ‘meebewegen’ met het buitenklimaat. De vochtproblemen zijn pas begonnen door het aanbrengen van polyurethaan (PUR) als isolatiemateriaal. Bij de meest recente restauratie werd gekozen voor een grondige aanpak. Aan de buitenkant ‘verdikte’ men de koepel met ongeveer vier centimeter isolatiemateriaal. De houten kapconstructie werd schoongemaakt, de PUR-laag verwijderd en rotte delen werden gerepareerd. De restaurateurs brachten folie aan op het houten dak. Daaroverheen kwam een nieuwe laag isolatiemateriaal en nieuwe loden dakbedekking die veel beter ventileert. In de winter gaat de verwarming in de Oranjezaal geleidelijk omlaag naar een temperatuur van 14 graden. Zo hebben vocht en condens geen vrij spel meer, kan houtrot grotendeels worden voorkomen en blijven de waardevolle schilderingen optimaal beschermd.
Beuken en bollen in de tuin
Het gerenoveerde Huis ten Bosch wordt omringd door een tuin die is heringericht door tuinarchitect Piet Oudolf en Deltavormgroep bv. Piet Oudolf maakt bij zijn ontwerpen zoveel mogelijk gebruik van natuurlijke plantengemeenschappen binnen de verschillende seizoenen.
De hoofdas met de vijver is aangepast. In de grasvelden zijn nieuwe bomen aangeplant met een bijzondere bloeiwijze of herfstkleur. Aan de Wassenaarse zijde is een grote vaste plantenborder gemaakt, met verscholen paden. Er zijn circa 20.000 vaste planten en grassen gebruikt. Samen met de voorjaarsbollen zorgen zij ervoor dat de tuin in alle seizoenen aantrekkelijk is.
Thuis
Huis ten Bosch is een paleis dat gebruikt wordt voor representatieve doeleinden, maar het is ook de plek waar de Koning, de Koningin en hun drie dochters thuis zijn en waar het gezinsleven zich afspeelt, met alle dagelijkse dingen die daarbij horen. In 2019 sloot Prinses Ariane de basisschoolperiode af. Op maandagochtend 2 september stapte zij op de fiets voor haar eerste schooldag als leerling van het Christelijk Gymnasium Sorghvliet. De Koning deelde dit moment met een video en foto op social media.