Juni 2014
Juni 2014
Selectie werkzaamheden
-
Juni 2014
-
In truckerscafé De Nieuwe Pionier in Europoort praatte Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander op 5 juni met zes vrachtwagenchauffeurs en twee transportondernemers. In het gesprek stond de dagelijkse werkelijkheid van de truckers centraal. Aan bod kwamen actuele ontwikkelingen in de sector, regelgeving en werkgelegenheid. Een belangrijk onderwerp was ook de liberalisering van de Europese transportmarkt met de daaruit volgende concurrentie uit (Oost-)Europese landen. Daarnaast werd ook gesproken over de verschillen in handhaving van regelgeving binnen Europa. De Koning wilde van ervaringsdeskundigen meer over deze onderwerpen horen ter voorbereiding op het staatsbezoek aan Polen, op 24 en 25 juni.
Het gesprek stond onder leiding van de voorzitter van FNV Bondgenoten, mevrouw Ellen Dekkers, en de voorzitter van Transport en Logistiek Nederland (TLN), de heer Arthur van Dijk. Een van de deelnemende truckers was Marco Noodergraaf. “We dachten met de top van het ministerie te praten over de problemen in de transportsector. Komt er een man van de Rijksvoorlichtingsdienst naar ons toe, en die zegt dat de Koning zo meteen zal aanschuiven. Ik werd ter plekke nerveus. Maar ik dacht: ‘Ik ben mezelf. Dat zal de Koning alleen maar waarderen’. Willem-Alexander had aandacht voor de sector, aandacht voor de persoon. Ik ben uitermate tevreden.”
-
In de vroege ochtend van 6 juni 1944 zetten de geallieerden met schepen en vliegtuigen de aanval in op de kust van Normandië. Britse en Amerikaanse strijdkrachten, aangevuld met Canadese, Franse, Noorse, Poolse, Nederlandse en Griekse troepen, wisten een bruggenhoofd op de kust te slaan. Hiermee begon de bevrijding van West-Europa. Zeventig jaar later werd de invasie in internationaal verband herdacht. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima waren op 6 juni in Normandië, samen met ministerpresident Rutte en minister Hennis-Plasschaert van Defensie.
In de ochtend van 6 juni vond een Nederlands-Franse herdenking plaats in Arromanches. Bij de herdenking waren veteranen aanwezig van de Prinses Irene Brigade en van de Marine Luchtvaartdienst die in 1944 deelnamen aan de invasie. Ook Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Jaime de Bourbon de Parme was erbij. Hij is beschermheer van de veteranen van het garderegiment Fuseliers Prinses Irene. Ter nagedachtenis aan de gevallenen legden de Koning en Koningin een krans. Daarna namen zij deel aan de internationale herdenking op Sword Beach bij Ouistreham. Sword Beach was in juni 1944 het meest oostelijke landingsstrand.
Een van de Nederlandse veteranen die de herdenking bijwoonden was de 88-jarige Camille Vincent Stritzko. Hij was destijds vliegtuigmaker bij 320 Squadron van de Marine Luchtvaartdienst. “Ik vind het bijzonder om dit nog mee te mogen maken. Het is jammer dat slechts nog een klein clubje veteranen erbij kan zijn.”
-
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix reikte 17 juni de Zilveren Anjers van het Prins Bernhard Cultuurfonds uit in het Koninklijk Paleis Amsterdam. De Zilveren Anjer wordt sinds 1950 jaarlijks toegekend aan mensen die zich vrijwillig en onbetaald hebben ingezet voor de cultuur of natuur in ons Koninkrijk. In 2014 werden de onderscheidingen toegekend aan Albert Groot uit Sittard, Jaap van Velzen uit Diemen en postuum aan Hans Noordmans uit Sneek.
Albert Groot kreeg de Zilveren Anjer voor zijn rol als moderne mecenas. Hij is gepassioneerd kunstverzamelaar en maakt het mogelijk dat een groter publiek kan genieten van kunstwerken uit privécollecties. Zo is hij initiator en voorzitter van expositieruimte Collectors House in Heerlen. Daarnaast steunt hij (jonge) beeldend kunstenaars. Jaap van Velzen werd onderscheiden vanwege zijn inzet voor het culturele erfgoed van het vooroorlogse joodse leven in Nederland. Dankzij zijn zoektocht naar objecten met een bijzonder verhaal, is veel belangrijk erfgoed behouden gebleven. De collectie is overgedragen aan het Joods Historisch Museum.
Hans Noordmans, die in januari 2014 overleed, ontving postuum de Zilveren Anjer voor zijn inzet voor het behoud van het Koninklijk Eise Eisinga Planetarium in Franeker, het oudste nog werkzame planetarium ter wereld. Onder zijn hoede vond in 1997 een grote restauratie plaats, waardoor het voortbestaan van het Planetarium voor de verre toekomst is veiliggesteld.
-
Een goed werkende economie kan niet zonder goed en onafhankelijk toezicht. In Nederland ziet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toe op de naleving van regels voor consumentenbescherming en mededinging. Zo krijgt eerlijke concurrentie de ruimte en wordt voorkomen dat bedrijven misbruik maken van hun positie of hun klanten benadelen. Onder de naam ACM werden in 2013 drie organisaties samengevoegd, zodat er nu één toezichthouder is voor consumenten- en markttoezicht. Ter gelegenheid van het eenjarig bestaan organiseerde ACM op 20 juni een internationaal congres ‘Innovatie in toezicht’.
Hare Majesteit Koningin Máxima opende het congres in haar hoedanigheid van speciale pleitbezorger van de secretaris-generaal van de VN voor inclusieve financiering voor ontwikkeling. De Koningin wees in haar toespraak op het doorslaggevende belang van een goede bescherming van consumenten en van financiële bewustwording. “Nu wereldwijd steeds meer mensen toegang krijgen tot financiële diensten, staan overheden en toezichthouders voor de uitdaging te waarborgen dat consumenten ook goed beschermd zijn. Vooral jongeren lopen risico. Jonge mensen leren om goed met hun geld om te gaan is de beste manier om te zorgen dat ze stevig in hun schoenen staan en niet in onnodige moeilijkheden komen.”
-
Polen was het eerste land waaraan Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima een staatsbezoek brachten. Zij bezochten het land op 24 en 25 juni, op uitnodiging van President Komorowski. “Het betekent veel voor mijn vrouw en mij om hier in Polen te zijn, 25 jaar nadat de democratie in dit trotse en moedige land herleefde”, zei de Koning tijdens het staatsbanket tegen de President.
De Koning en Koningin stonden op de eerste dag stil bij de betekenis van Polen in de Tweede Wereldoorlog. De 1e Poolse Pantserdivisie onder leiding van generaal Maczek had in 1944 een sleutelrol bij de bevrijding van het zuiden van Nederland. Het Koningspaar sprak met veteranen bij het Maczek-monument. “De Nederlandse vrijheid is mede gebaseerd op Poolse heldhaftigheid. Dat vergeten wij in Nederland nooit”, zei de Koning. President Komorowski liet blijken grote waarde te hechten aan de historische band met Nederland. Dat kwam eens te meer tot uiting op 20 september, toen hij, samen met de Koning, in Driel bij Nijmegen de herdenking van operatie Market Garden bijwoonde. Poolse parachutisten namen daaraan in 1944 intensief deel.
De Koning en Koningin brachten in de Poolse hoofdstad ook een bezoek aan het Museum van de Opstand van Warschau, waar de Poolse strijd en de verwoesting van Warschau in de Tweede Wereldoorlog in beeld zijn gebracht. In het museum kregen zij een presentatie van de vernieuwing van de gedenkplaats van het voormalig vernietigingskamp Sobibor.
De tweede dag van het staatsbezoek droeg een sterk economisch karakter. De Koning en de President namen deel aan een seminar over de betekenis van innovatie voor samenleving en economie. In Poznan gingen de Koning en Koningin kijken bij de CLIP spoorterminal, waar goederen tussen weg en spoor kunnen worden overgeslagen. Sinds twee jaar is er een spoorverbinding tussen Poznan en de Haven van Rotterdam. Dat scheelt per week minstens 120 vrachtwagen over de weg tussen Nederland en Polen en levert per rit een CO2-besparing op van 80 procent. Aansluitend spraken de Koning en Koningin met vertegenwoordigers van de Nederlandse en Poolse transportsector.
Een speciale rol tijdens het staatsbezoek speelden de pianisten Lucas en Arthur Jussen. Zij verzorgden het concert tijdens de zogenoemde contraprestatie, aangeboden door de Koning als dank voor de gastvrijheid.
-
Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander ontsloot 27 juni de poort van het vernieuwde Mauritshuis aan de Hofvijver in Den Haag na een ingrijpende renovatie en uitbreiding die twee jaar in beslag nam. Door de verbouwing is de hoofdingang van het museum weer naar het voorplein verplaatst. Een ondergrondse foyer verbindt het oude gebouw met een nieuw pand aan de overzijde van de straat. De oppervlakte van het museum is verdubbeld, maar, aldus directeur Emilie Gordenker, “niet veranderd is het intieme van het Mauritshuis, warm, huiselijk en overzichtelijk”.
De collectie van het Mauritshuis bestaat uit werken van Nederlandse en Vlaamse schilders uit de zeventiende eeuw. Topstukken zijn onder meer ‘De Anatomische Les van dr. Nicolaes Tulp’ van Rembrandt en ‘Het Puttertje’ van Fabritius. Vermeers ‘Meisje met de Parel’ maakte tijdens de renovatie een wereldreis door Japan, de Verenigde Staten en Italië , en werd in die landen door 2,2 miljoen mensen bekeken.
De kern van de verzameling bestaat uit schilderijen die ooit eigendom waren van stadhouder Willem V, Prins van Oranje-Nassau. Koning Willem I droeg de collectie over aan de Nederlandse Staat. Voordat het Mauritshuis in 1822 een openbaar museum werd, diende het onder andere als woonhuis van graaf Johan Maurits van Nassau Siegen, gouverneur van de Hollandse kolonie in Brazilië. Door de renovatie ligt het uiterlijk van het oude gebouw weer dichter bij het oorspronkelijke ontwerp van de zeventiende-eeuwse architect Jacob van Campen.
-
Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander was 28 juni in Den Haag aanwezig bij de tiende Nederlandse Veteranendag. Op Veteranendag bedankt Nederland de 115.000 militaire veteranen (van de Tweede Wereldoorlog tot aan de VN-missie in Mali) voor hun inzet.
Veteranendag is daarnaast een gelegenheid om ervaringen met elkaar te delen. De Koning luisterde in de Ridderzaal onder meer naar het verhaal van onderhoudsmonteur Suzanne Kos, die in 2008 deelnam aan de missie in Afghanistan. “Ik was de enige moeder bij deze uitzending. Van tevoren had ik er niet lang bij stil gestaan. Ik dacht zo’n missie is een makkie. Mijn man is ook militair en hij gaat regelmatig weg voor trainingen en missies. Maar mijn kinderen vonden het toch heftiger toen hun moeder wegging in plaats van hun vader: ze waren gewend dat ik vaker thuis was.”
Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan zijn tien bijzondere verhalen van en over Nederlandse veteranen gebundeld in het jubileumboek ’10 Veteranen Verhalen’. In aanwezigheid van de tien auteurs overhandigde juryvoorzitter Gerdi Verbeet op het Binnenhof het eerste exemplaar aan de Koning. Ook werd op het Binnenhof de Herinneringsmedaille voor Vredesoperaties uitgereikt aan tachtig militairen, net terug van hun missie.
Op de Kneuterdijk in Den Haag nam de Koning het defilé af, waaraan meer dan vijfduizend veteranen deelnamen. Nieuw was een detachement van veteranen die als aalmoezenier, dominee of humanistisch geestelijk verzorger op missie zijn geweest.
-
“Ik ga u mijn persoonlijke verhaal vertellen. Het kost mij nog steeds moeite, maar ik vind het van belang dat ook u, waarde toehoorders, kennis neemt van mijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog.” Zo begon de 93-jarige Jules Schelvis op 30 juni zijn getuigenis, in de tot de laatste stoel gevulde Westerkerk in Amsterdam. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander was een van de luisteraars bij de première van het concertprogramma ‘Er reed een trein naar Sobibor’. In het voormalig vernietigingskamp Sobibor in Polen kwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog 170.000 mensen om het leven. Onder hen 34.000 Joden uit Nederland. Jules Schelvis was één van de slechts achttien Nederlandse overlevenden. Tijdens het concert vertelde Schelvis in fragmenten over de 72 uur durende reis per trein. “Hij vertrok op 1 juni 1943 uit Westerbork, volgepropt met 3006 Joden in vijftig veewagons. Mijn vrouw Rachel, mijn huisgenoten en ik zaten in die trein. Geen van ons wist wat er te wachten stond…” De verhaalfragmenten werden afgewisseld met muziek, uitgevoerd door het Nationaal Symfonisch Kamerorkest. Het geheel werd ondersteund door historische beelden uit het archief van Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. De indringende combinatie van tekst, muziek en beeld, maakte op de aanwezigen een onuitwisbare indruk.
Jules Schelvis besloot zijn verhaal als volgt. “Dit was mijn getuigenis. Mijn wens is dat u deze in begrijpelijke woorden aan uw kinderen vertelt, zodat ook zij weten wat er in de Tweede Wereldoorlog met de Joden is gebeurd. Zij kunnen het straks, als er geen getuigen meer zijn, mogelijk aan hún kinderen doorgeven, en deze aan de hun volgende generatie.” Na Amsterdam, vertelde Jules Schelvis zijn verhaal ook in Berlijn en de Poolse stad Lublin.
-