Stadhouders
Vanaf de 16e eeuw tot begin 19e eeuw speelden verschillende stadhouders een belangrijke rol in de Nederlanden. De band tussen het Huis Oranje-Nassau en de Nederlanden gaat terug tot stadhouder Willem van Oranje, ook wel de Vader des Vaderlands genoemd.
De stadhouders van de 16e en 17e eeuw waren geen absoluut regerende vorsten, maar vormden wel een belangrijke politieke factor. Zij stonden in dienst van de afzonderlijke Staten van de zeven gewesten. De stadhouders hadden vooral militaire taken en waren daardoor nauw betrokken bij het buitenlandse beleid van de Republiek. Dit bezorgde hen een bijna vorstelijke positie.
In de 18e eeuw was Prins Willem IV de eerste stadhouder in alle gewesten van de Republiek der Verenigde Provinciën. In deze periode werd in alle gewesten de erfopvolging van het stadhouderschap ingevoerd. Er waren ook twee stadhouderloze tijdperken en een periode van waarneming.
Tijdlijn van de stadhouders vanaf Willem van Oranje
-
Van 1559 tot 1810
-
Willem van Nassau was de oudste zoon van Graaf Willem van Nassau en Juliana van Stolberg. Hij werd op 24 april 1533 geboren op de Dillenburg in Nassau.
Willem van Nassau woonde nog bij zijn ouders toen zijn kinderloze neef René van Chalon, Prins van Oranje, in 1544 stierf. In zijn testament wees hij zijn neef aan als enige erfgenaam van het Prinsdom Orange. Willem mocht van Keizer Karel V de erfenis van zijn neef aanvaarden op voorwaarde dat hij zijn opvoeding voltooide aan het Keizerlijke hof in Brussel. Ook moest hij katholiek worden opgevoed. Willems lutherse ouders stemden daarmee in. Vanaf dat moment was Willem de Prins van Oranje.
Keizer Karel V raakte zeer gesteld op de jonge Prins, die mede daardoor snel carrière maakte. De opvolger van Karel V, Koning Filips II van Spanje, benoemde als heer der Nederlanden Willem in 1559 tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht.
Daarna verslechterde de verhouding tussen Filips II en Willem van Oranje snel. Willem van Oranje had moeite met de Brusselse centralisatiepolitiek. Bovendien steunde hij de vervolging van de protestanten door Spanje niet.
Titels
Willem van Oranje wordt ook wel 'Vader des Vaderlands' genoemd. Zijn bijnaam was Willem de Zwijger, niet omdat hij weinig zei, maar omdat hij nooit het achterste van zijn tong liet zien.
Zijn officiële titels waren: Willem I, Prins van Oranje, Graaf van Nassau, Katzelnbogen, Vianden, Dietz, Buren, Lingen en Leerdam, Markies van Veere en Bergen op Zoom, Burggraaf van Antwerpen, Baron van Breda, IJsselstein, Diest en Cuyck.
De Opstand
In 1566 richtten ontevreden protestanten vernielingen aan in talloze katholieke kerken. De Beeldenstorm verspreidde zich vanuit Vlaanderen naar de andere Nederlandse gewesten. Filips II besloot militair in te grijpen. Willem van Oranje week uit naar het gebied van de Nassaus en redde daarmee zijn leven.
Willem van Oranje gaf vanaf 1572 met wisselend succes leiding aan de oorlog tegen Spanje. Hiermee legde hij de basis voor de band tussen Nederland en het Huis Oranje-Nassau. Drie broers van Prins Willem sneuvelden bij militaire acties.
De broer van Willem van Oranje, Graaf Jan de Oude, was enige tijd stadhouder in Gelderland. Hij nam het initiatief tot de Unie van Utrecht (1579). Daarin gingen de zeven noordelijke gewesten een oorlogsverbond aan tegen Filips II.
Op 10 juli 1584 werd Willem van Oranje in Delft vermoord door Balthasar Gerards.
Huwelijken
Prins Willem koos als zijn eerste huwelijkspartner Anna van Egmond, Gravin van Buren (1533-1558). Anna van Egmond bracht in het huwelijk (1551-1558) belangrijke bezittingen in Holland en Zeeland in de familie. Na haar overlijden trouwde Willem van Oranje in 1561 met Anna van Saksen (1544-1577). Dit huwelijk werd in 1571 nietig verklaard.
In 1575 trouwde Willem van Oranje met Charlotte de Bourbon (1546/1547-1582). Na haar overlijden in 1582 trouwde Willem in 1583 met Louise de Coligny (1555-1620). Zij was de dochter van de in 1572 vermoorde leider van de Hugenoten, de Franse protestanten. In totaal kreeg Willem van Oranje vijftien kinderen.
-
Prins Maurits volgde zijn vader, Willem van Oranje, in 1584 op als stadhouder en legeraanvoerder in Holland en Zeeland. Hij werd in 1590 ook stadhouder in Utrecht, Gelderland, Overijssel, Groningen en Drenthe.
Prins Maurits behaalde grote militaire successen in de oorlog tegen Spanje, onder andere in 1600 in de Slag bij Nieuwpoort. Tijdens het Twaalfjarig Bestand raakte hij in conflict met raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt. Deze werd na een politiek proces in 1619 onthoofd. Na het einde van het Twaalfjarig Bestand in 1621 speelde Maurits geen belangrijke militaire rol meer.
Maurits, die ongetrouwd bleef, werd in 1625 opgevolgd door zijn halfbroer, Prins Frederik Hendrik.
-
Prins Frederik Hendrik (1584-1647) was de zoon van Willem van Oranje en Louise de Coligny. Hij volgde zijn halfbroer Prins Maurits op als stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel. In 1640 werd hij ook stadhouder van Groningen en Drenthe.
Op militair vlak was Prins Frederik Hendrik van grote betekenis voor de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Door zijn rol in de oorlog tegen Spanje kreeg hij de bijnaam ‘Stedendwinger’.
Prins Frederik Hendrik trouwde in 1625 met Amalia van Solms. Onder het echtpaar nam het ceremonieel aan het hof in Den Haag toe, omdat zij zich wilden meten met de allure van andere vorstenhuizen. Zij lieten ook onder meer Paleis Huis ten Bosch bouwen en het Oude Hof, het tegenwoordige Paleis Noordeinde, grondig verbouwen.
-
Prins Willem II was de enige zoon van stadhouder Prins Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Hij volgde in 1647 zijn vader op als stadhouder. In 1641 trouwde Willem II met Mary Stuart, de dochter van de Engelse Koning Karel I.
Al snel raakte hij betrokken bij een conflict over de inkrimping van het leger. Dat gebeurde na de ondertekening van de vrede in 1648, die een einde maakte aan de Tachtigjarige Oorlog.
Toen Willem II in 1650 onverwacht overleed, benoemden de Staten van Holland en de meeste andere gewesten geen nieuwe stadhouder meer. Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk brak aan.
De enige zoon van Willem II en Mary Stuart, Prins Willem III, werd enkele dagen na de dood van zijn vader geboren. De Staten van Holland namen in Den Haag de opvoeding van de jonge Willem III op zich.
-
Na het overlijden van Prins Willem II in 1650 werd er geen nieuwe stadhouder benoemd. Wel bleven de Nassaus een rol spelen in het zogeheten Eerste Stadhouderloze Tijdperk van de Republiek. In Friesland bleef de Friese tak van de Nassaus het stadhouderschap vervullen. Deze tak stamde af van de broer van Willem van Oranje, Jan graaf van Nassau-Dietz. Willem Frederik van Nassau-Dietz was stadhouder van Friesland vanaf 1640 en ook van Groningen en Drenthe vanaf 1650. Zijn zoon Hendrik Casimir II volgde hem als stadhouder in deze gewesten in 1664 op. Een ander familielid, Graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen, bekleedde in deze periode de positie van veldmaarschalk.
-
Willem III werd een week na het overlijden van zijn vader in 1650 geboren in Den Haag. Hij werd niet als opvolger van zijn vader tot stadhouder benoemd in Holland, Zeeland en Utrecht. Daarmee begon het Eerste Stadhouderloze Tijdperk.
Aanval op de Republiek
Aan het Eerste Stadhouderloze Tijdperk kwam een einde toen de Fransen in het Rampjaar 1672 de republiek binnenvielen. Prins Willem III werd onder druk van de publieke opinie benoemd tot stadhouder van Holland en Zeeland en kort daarop ook van Utrecht, Gelderland en Overijssel. Willem III wist dat de kansen in de strijd te keren. Dankzij zijn militaire successen verwierf hij een sterke positie als stadhouder.
Willem III was een pleitbezorger van een Europees evenwicht. Hij bestreed zijn hele verdere leven de Franse aspiraties in Europa. In verschillende oorlogen bracht Willem III geslaagde allianties tegen de Fransen bijeen.
'Glorious Revolution'
Prins Willem III trouwde in 1677 met zijn Engelse nicht, die net als zijn moeder ook Mary Stuart (1662-1695) heette. Haar vader was de katholieke Koning Jacobus II van Engeland. De Engelsen zagen het geloof van de Koning steeds meer als een bedreiging voor de positie van het protestantse geloof in hun land. Zij riepen daarom in 1688 met succes de hulp in van Willem III en zijn vrouw. In de zogeheten 'Glorious Revolution' werd Jacobus II van de troon verdreven. Het echtpaar werd een jaar later tot Koning en Koningin van Engeland, Schotland en Ierland gekroond.
Opvolging
Juist op het moment dat er een nieuwe oorlog tegen Frankrijk uitbrak, overleed de Koning-Stadhouder in 1702 kinderloos. In Engeland volgde zijn schoonzus hem als Koningin Anna op. In de Republiek begon - weer met uitzondering van Friesland en Groningen - het Tweede Stadhouderloze Tijdperk. Dit duurde tot 1747.
Willem III liet bij testament alle rechten en bezittingen na aan zijn Friese neef Prins Johan Willem Friso, die daarme de titel Prins van Oranje kreeg.
-
Prins Johan Willem Friso volgde in 1696 zijn vader op als stadhouder in Groningen en Friesland. Na het overlijden van de kinderloze Stadhouder-Koning Willem III in 1702 erfde hij de titel ‘Prins van Oranje’.
De Pruisische Koning Frederik Willem I, een kleinzoon van Prins Frederik Hendrik, vocht het testament van Willem III aan op grond van het testament van zijn grootvader. Ook hij nam de titel Prins van Oranje aan. Johan Willem Friso verdronk in 1711 in het Hollands Diep toen hij onderweg was naar Den Haag voor de onderhandelingen over de erfenis. Er kwam daardoor geen akkoord.
De weduwe van Johan Willem Friso, Maria-Louise van Hessen-Kassel (1688-1765) hield met succes de positie van het Huis Oranje-Nassau hoog. Pas in 1732 bereikte zij een akkoord over de erfenis met de Pruisische verwanten.
-
De Friese stadhouder Prins Johan Willem Friso, de zoon van Hendrik Casimir II, was de erfgenaam van Prins Willem III, maar volgde hem niet op in Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel. Aan het Tweede Stadhouderloze Tijdperk kwam in 1747 een einde toen zijn zoon Willem IV tot erfstadhouder werd uitgeroepen in alle gewesten.
-
Willem Karel Hendrik Friso werd in 1711 geboren in Leeuwarden als zoon van Johan Willem Friso van Nassau-Dietz en Maria Louise van Hessen-Kassel.
Eerste stadhouder in alle gewesten
Prins Willem IV werd in 1747 de eerste stadhouder in alle gewesten van de Republiek der Verenigde Provinciën. Hij was al eerder stadhouder geworden in Groningen en Gelderland. Onder dreiging van een Franse inval gingen ook de andere gewesten overstag.
Erfopvolging
In deze periode werd in alle gewesten de erfopvolging van het stadhouderschap ingevoerd, in de mannelijke en de vrouwelijke lijn.
Willem IV trouwde in 1734 met Prinses Anna van Hannover, dochter van de latere Britse Koning George II.
Willem IV kon zijn toenemende invloed maar kort benutten. Toen zijn gezondheid hem steeds meer parten speelde nam Anna van Hannover de lopende zaken over. Hij stierf in 1751. Zijn enige zoon, Prins Willem V, was toen nog minderjarig.
-
Willem V Batavus, Prins van Oranje, geboren in Den Haag in 1748 was erfstadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Regentes en waarnemers
Na de dood van Willem IV trad Prinses Anna van Hannover op als regentes voor haar zoon. Na haar dood in 1759 nam Hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel die taak over.
De hertog was toen al waarnemend legerleider. De hertog en Willem V tekenden de Akte van Consulentschap toen hij meerderjarig werd in 1766. Deze akte bepaalde dat de hertog de dan 18-jarige stadhouder zou blijven bijstaan.
Oorlog en inval
In 1767 trouwde Willem V met Wilhelmina van Pruisen. Hun zoon Willem Frederik, de latere Koning Willem I, werd in 1772 geboren. In 1784 werd de Akte publiek bekend en moest de hertog het veld ruimen. In 1792 brak de oorlog uit tussen de Franse revolutionaire Republiek en de coalitie van Oostenrijk, Pruisen, Nederland en Engeland. Na de Franse inval in januari 1795 door generaal Pichegru, week Willem V met zijn gezin uit naar Engeland. Hij bracht de laatste vijf jaar van zijn leven in ballingschap in Duitsland door, onder meer in zijn Nassause vorstendom.
-
In de Franse tijd wordt de Republiek der Nederlanden omgevormd tot een moderne eenheidsstaat. Deze krijgt de naam Bataafse Republiek. Het aanvankelijke enthousiasme voor de Fransen verdween al snel toen Frankrijk niets overliet van de Nederlandse zelfstandigheid.
-
De Bataafse Republiek werd in 1806 het Koninkrijk Holland onder de broer van keizer Napoleon, Lodewijk Napoleon. Tot 1810 was hij ‘Koning van Holland’. In 1810 werd het Koninkrijk Holland ingelijfd bij het Franse keizerrijk. Drie jaar later trokken de Fransen zich terug en herwon Nederland zijn onafhankelijkheid.
De zoon van de laatste stadhouder, Willem Frederik, keerde terug uit ballingschap en werd uitgeroepen tot soeverein vorst. De eerste Grondwet dateert uit 1814.
In 1815 bepaalde het Congres van Wenen dat de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden weer herenigd zouden worden. Willem Frederik riep zichzelf uit tot Koning van het nieuw ontstane Koninkrijk der Nederlanden. In 1815 werd hij ingehuldigd als Koning Willem I.
Lees meer over de Koningen en Koninginnen van het Koninkrijk der Nederlanden.
-