Toespraak van Prinses Laurentien op het congres Genootschap Onze Taal, Breda
Auto. Mama. Papa.
Dit zijn de drie woorden die kinderen het allereerst leren - of nog iets preciezer (ik weet dat in deze zaal ieder taal detail telt!), deze drie woorden komen het vaakst voor in de groep van éérste zelfstandige naamwoorden die kinderen onder de knie krijgen.
Daarna gaat het hard. Als kinderen gemiddeld een jaar en negen maanden oud zijn, kennen ze vijftig woorden, en dit ontwikkelt zich gaandeweg in taalwetenschappers zo beeldend de 'woordenschat-explosie' noemen. we het goed en wel in de gaten hebben, maken kinderen keurige samengestelde zinnen als 'Ik wil graag het dropje dat op de grond ligt.' En als ze vijf zijn, spreken ze hun moedertaal min of meer zoals volwassenen. We moeten dan ook niet verbaasd zijn als ze je opeens gaan corrigeren. Het is dus niet vreemd een kind te horen zeggen "Pappa, het is niet 'laupen', maar 'lopen'." Onze eigen kinderen hebben een fixatie op de juiste uitspraak van ´kerstmis´, dat absoluut geen kerstmus mag worden!
Deze taalverwerving onder kinderen verrast en verbaast mij iedere keer weer. Die magie wordt op de basisschool nog groter.... het lezen en schrijven begint! Ook de soms wat moeilijk leerbare spelling dient zich dan aan. In het voortgezet onderwijs komt daar weer van alles bij, zoals argumenteren, vreemde talen en literatuur. Voorlezen blijft cruciaal, want het vergroot de woordenschat aanzienlijk. Door zich goed te kunnen uiten, wordt de connectie met anderen gemakkelijker, wat weer een positieve stimulans is voor hun zelfvertrouwen.W e zouden dit een positieve taalspiraal kunnen noemen.
Wat gebeurt er met ons wanneer we taalverwerven? Dat is waar vandaag de nadruk op ligt, met verschillende deskundige sprekers. Ik heb herinner me het nog goed, toen ik als 16-jarige van een Nederlandse school naar een Franse school overstapte. Met mijn schoolfrans bleek ik niet ver te komen... Twee maanden lang leefde ik in een totaal taal isolement. Mijn klasgenoten vonden mij met de dag vreemder worden. Tot ik op een dag redelijk uit het niets een monoloog in het Frans hield.... Een taalexplosie! Totale paniek! Wat was er die twee maanden in mijn hoofd gebeurd? Ik hoop dat na vandaag beter te begrijpen.
Terug naar jongeren.... rond hun achttiende verlaten zij school als goed sprekende, helder schrijvende en foutloos spellende mensen.... toch? Helaas ligt het iets genuanceerder. Universiteiten en hbo-instellingen klagen geregeld over de slechte beheersing van de spelling en grammatica onder eerstejaarsstudenten. Hoe kon het zover komen?
De Nederlandse Taalunie publiceerde onlangs het rapport 'Ze kunnen niet meer spellen'. De titel klinkt somber, maar er is óók een hoopvolle conclusie, namelijk dat er op de basisschool eigenlijk heel behoorlijk wordt gespeld - beslist niet slechter ook dan 25 jaar geleden. Maar ná de basisschool blijkt het bergafwaarts te gaan met de spelvaardigheid. Zou dat misschien zijn omdat de spellingregels op de middelbare school als bekend worden verondersteld, en verder niet meer worden geoefend? Het rapport meent van wel. En ook e-mail, sms en twitter zouden er mee te maken kunnen hebben. Bij die hedendaagse elektronische media nemen mensen het niet zo nauw met de spelling, en dat zou van invloed kunnen zijn op de spelling überhaupt - dat is zo ongeveer de redenering.
Voordat u naar de deskundigen gaat luisteren over verschillende dimensies van 'Taal leren' wil ik kort een andere invalshoek belichten: het leren en behouden van taal en taalvaardigheid onder volwassenen. Afgezien van wat het met hun eigen leven doet, toont hun situatie een voorland waar wij niet heen zouden moeten willen gaan.
Om dit te illustreren wil ik graag drie korte passages lezen uit een boekje, 'Dit is pas het begin' dat een voormalig laaggeletterde heeft geschreven. Hij beschrijft zijn leven, en de rol van taal daarin.
Dames en heren, ook de miljoenen laaggeletterden konden toen ze anderhalf waren de woordjes auto, mama en papa uitspreken. Het is aan ons om de vicieuze cirkel van gebrekkige taalvaardigheid te doorbreken die van generatie op generatie voortduurt. Iedereen verdient het op volwaardig en met zelfrespect, mee te kunnen en durven doen aan onze samenleving. Daarin speelt taal een centrale rol, afgezien van de intrinsieke schoonheid van taal.
Het blijft een groot plezier om nauw met het Genootschap Onze Taal te zijn verbonden. Ik probeer me nuttig te maken, op gepaste afstand maar altijd met grote waardering voor de activiteiten van het genootschap. Vandaag hoop ik me nuttig te maken met een directe oproep aan u: Wij willen vrienden... om precies te zijn, de stichting Vrienden van Onze Taal zoeken vrienden! Ruim 1000 vrienden gingen u voor - daar kan zelfs uw Facebook netwerk niet tegenop.. En u loopt minder risico om te worden ontvriend (woord van het jaar een aantal jaar geleden...)! Door Vriend te worden helpt u de nu 80 jarige kranige jongeman Onze Taal om te innoveren en dus jong te blijven. Dat is nodig voor een duurzame toekomst van dit prachtige genootschap en - uiteindelijk voor de rijkdom van onze taal (met kleine letters).
Ik wens u een inspirerend en spraakmakend Congres.
Dank u wel.