Toespraak van Prinses Laurentien tijdens opening tentoonstelling Kikker in vernieuwd Kinderboekenmuseum te Den Haag
Mevrouw de loco-burgemeester, Mijnheer Meinderts, Laura,
vrienden van deze bijzondere plek voor jong en oud,
Als wij Kikker lezen, voorlezen of voorgelezen krijgen, horen of zien, voelen wij met hem mee - als hij een held is, als hij bang, of verliefd is. Als Kikker een sprong maakt zoals alleen kikkers dat kunnen en het voelt alsof hij vliegt, vliegen wij een heel klein beetje met hem mee en sluiten we het boek met een glimlach. Kikker leert ons hoe een vreemdeling zich kan voelen, en met Kikker kunnen we er even bij stil staan wie we zelf eigenlijk zijn als hij ontdekt hoe leuk het is om Kikker te zijn. Hij boft maar.
Ik bof ook, want ik mag deze tentoonstelling openen, om daarmee een hernieuwde en vernieuwende fase van het Letterkundig Museum en Kinderboekenmuseum, in te luiden. Een bijzondere tentoonstelling, vorm gegeven door een team van gedreven en deskundige mensen. En, evenzo belangrijk, het museum weet zich omringd door velen, waaronder u, die deze twee musea en waar ze voor staan, een warm hart toedragen. Woord en beeld komen hier samen om ons te prikkelen: in stilte, interactief en multi-mediaal.
En multimediaal of niet, als woord en beeld samenkomen denk ik toch ook in de eerste plaats aan voorlezen. Het zal u niet verbazen dat ik daar even bij stil wil staan... Wat ís dat toch met dat voorlezen? Het lijkt zo simpel - een heerlijk moment van plezier, van ontspanning, van gezelligheid rondom een boek. Een moment om samen een verhaal te lezen en elkaar vragen te stellen. De boeken van Kikker - en natuurlijk vele andere, waaronder de prachtige boeken van Marije Tolman en andere bijzondere kinderboekenmakers die ik hier zie - helpen kinderen spelenderwijs de luikjes van hun fantasie open te zetten. Daarmee brengen boeken het plezier van het geschreven woord bij. Daar kunnen we niet vroeg genoeg mee beginnen.
Maar voorlezen brengt ons nog veel meer... Wist u dat kinderen die op 3-jarige leeftijd dagelijks worden voorgelezen, op hun 5e niet alleen beter zijn in taal en rekenen op school, maar ook op ander gebieden voorlopen op leeftijdsgenootjes die minder vaak voorgelezen worden? Ze hebben een groter inlevingsvermogen, zijn socialer in de omgang en zijn verder in hun lichamelijke en creatieve ontwikkeling. Het vergroot hun concentratievermogen, niet onbelangrijk in een tijd waarin we steeds minder worden getrained in het vasthouden van een spanningsboog. Alles gaat snel en dat verwachten we ook. Dat is prima, maar reflectie zo af en toe is ook niet verkeerd... maar daarvoor moeten we ons wel kunnen concentreren.
En lezen en voorlezen vergroot natuurlijk onze woordenschat. Met 15 minuten lezen per dag, lezen kinderen per jaar zo'n miljoen woorden. Woorden waarmee zij verhalen aan hun speelgoedpoppen kunnen vertellen, woorden waarmee zij ons laten merken dat ze het niet met ons eens zijn; en woorden waarmee zij vertellen over hun vriendjes en wat ze op school hebben gedaan. Taal verbindt - met onszelf en met anderen. Verbinding is nodig om samen grote uitdagingen aan te gaan. En hoe gemakkelijker we ons kunnen uitdrukken, hoe groter ons zelfvertrouwen. Begint niet alles bij zelfvertrouwen? Als we niet in onszelf geloven, is alles lastig, daarover hebben volwassen laaggeletterden mij de ogen doen openen.
U denkt vast, dit klinkt allemaal wel erg logisch. U heeft gelijk. En dat is ook ten dele het probleem. We nemen leren lezen en schrijven nog teveel voor lief, en dat is precies wat we moeten doorbreken. Taalverwerving gaat niet vanzelf, laat staan te kunnen genieten van wat taal voortbrengt. Elk jaar zijn er nog zo'n 40.000 leerlingen die als ze 11 jaar zijn, lezen op het niveau van een kind van 8. Zo'n achterstand is moeilijk in te lopen; daar kunnen de anderhalf miljoen volwassenen laaggeletterden in Nederland over meepraten. We laten hier grote kansen liggen.
Hoe kan dit, vraagt u zich misschien af. Belangrijker nog, hoe voorkomen we dit? Want - op een enkele uitzondering na - kan ieder kind goed technisch en begrijpend leren lezen. Wij volwassenen - als ouder of grootouder, als peuterleidster, als leraar - wij hebben hierin een grote verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid, maar ook het voorrecht en de dankbare taak, om kinderen de noodzakelijke basis voor het leven mee te geven.
Zij hebben die basisvaardigheden nodig om alles uit hun leven te kunnen halen en optimaal mee te durven en kunnen doen in de samenleving. Het Kinderboekenmuseum is een geweldige plek om kinderen onder te dompelen in taal, meestal zonder dat ze daar zelf erg in hebben. Leren lezen, schrijven en begrijpen van de taal is aan de ene kant gewichtig, want het is bepalend hoe we ons uitdrukken en dus wie we zijn, hoe anderen ons zien en wij ons met anderen verstaan. Maar uiteindelijk gaat het om het plezier van taal. De uitdaging èn de kracht van Het Kinderboekmuseum is om de balans hierin te vinden.
Alle deuren van deze bijzondere plek staan nu weer wijd open voor jong en oud. Dé plek waar we jeugdliteratuur ontdekken en ons erdoor laten inspireren. Dé plek waar ons literair erfgoed wordt bewaard, gedeeld en getoond. Het archief is fenomemaal met kilometers documenten, miljoenen brieven en knipsels, duizenden schilderijen en tekeningen, tienduizenden foto's. Hier komen hoofd en hart dus samen. Wij leren de anti-helden en helden kennen die schrijvers tot leven hebben geroepen. Door oprecht nieuwsgierig te zijn naar hun werelden en gedachten, leren we ons in te leven in een ander, eigen angsten te onderkennen en blijdschap te voelen. Hoe meer we dat begrijpen, hoe meer we leren `gewoon onszelf te zijn´. Dat is waar Kikker uiteindelijk ook achter komt.
En daarmee zijn we gekomen waar ik begon, bij Max Velthuis en held Kikker die gewoon en ongewoon Kikker is. Hij vindt dat hij boft. En terecht. Want er is maar één Kikker. Het wordt tijd dat we hem digitaal en multimediaal gaan opzoeken en onze eigen kikkerwereld creëen.
Dank voor uw aandacht en ik wens u vooral veel plezier bij de Kikkertentoonstelling op deze stralende dag. Morgen begint de lente, die al onze zintuigen prikkelt. Ik hoop dat velen ook buiten deze zaal de schatten van het Letterkundigmuseum en de avonturen van het Kinderboekenmuseum met alle zintuigen zullen beleven!