Welkomstwoord H.K.H. Prinses Laurentien der Nederlanden op het symposium 'Analfabeten in Beeld - ongeletterdheid onder autochtone Nederlanders' 7 september 2001, De Eenhoorn, Amersfoort
"Je bent bang dat mensen zeggen:
hij kan zijn eigen naam nog niet schrijven
en is te stom om voor de duvel te dansen.
Je hebt altijd schrik om ergens naar toe te gaan.
Steeds probeer je uitvluchten te zoeken,
Want je denkt dat je de enige bent met dit probleem."
De schrijver van dit gedicht, een nederlandstalige volwassene, is de enige in Nederland met dit probleem. Verre van dat: naar schatting zijn er in ons land één tot anderhalf miljoen autochtone volwassenen "functioneel ongeletterd". Met andere woorden, zij kunnen niet genoeg lezen of schrijven om zich ten volle staande te houden in onze maatschappij. "Zijn het er echt zoveel in Nederland"? vragen mensen mij vaak met verbazing. In een welvarend land als het onze, verwacht men niet dat ongeletterdheid - of analfabetisme - nog bestaat.
Mijn eerste confrontatie met dit onderwerp kwam ook via gedichten. Als student in de journalistiek in Amerika ruim tien jaar geleden hoorde ik over een plaatselijk opleidingsinstituut voor analfabeten. Over de publicatie van een gedichtenbundel " Painting our Lives with Words" van de leerlingen - allen volwassenen - heb ik toen een radio reportage gemaakt. Ik had daarvoor nooit stil gestaan bij dit probleem. Sindsdien heeft het onderwerp mij niet meer losgelaten.
Toen ik jaren daarna tijdelijk lesgaf als vrijwilligster aan nederlandstalige volwassenen in Brussel heb ik iets meer inzicht gekregen in de gevoelens en gedachten van analfabeten. Eén van mijn leerlingen was op jonge leeftijd van school gegaan om geld te kunnen verdienen. Ik noem hem hier maar Michiel. Voor zijn werk als schappen-vuller waren lezen en schrijven geen essentiële vaardigheden. Maar hij realiseerde zich, dat hij nooit verder zou komen als hij niet leerde lezen en schrijven. Via een vriend hoorde Michiel over een cursus. Het kostte hem wel enige tijd moed te verzamelen om zich aan te melden&.
Toen ik hem leerde kennen, had hij al twee jaar les gehad. Iedere week schreef hij over wat hij had meegemaakt en gedaan een kort opstel, dat wij dan bespraken. De gecorrigeerde versie typte hij de week daarop uit op zijn pas gekochte computer. Het kostte hem uren - met veel voldoening leverde hij iedere week de getypte versie van zijn opstel bij mij in.
Tijdens de lesuren, tussen de schrijf- en spellingsoefeningen door, vertelde Michiel hoe hij zich vroeger had geschaamd, en zich machteloos had gevoeld toen hij nauwelijks kon lezen en schrijven. Het bleef nog altijd moeilijk, maar met trots in zijn stem vertelde hij mij, dat dát nu anders was. Er was een wereld voor hem opengegaan. De cursus had een nieuwe dimensie aan zijn leven gegeven - de mate van zelfvertrouwen en een gevoel van vrijheid had hij niet eerder gekend, vertelde hij.
Hoe groot onze interesse voor het onderwerp ook is, wij kunnen ons niet ècht indenken hoe het is en voelt om niet te kunnen lezen of schrijven. Wij staan er dan ook nauwelijks bij stil hoe belangrijk lezen en schrijven is in ons dagelijks leven: snel iets noteren, een formulier invullen, een bijsluiter van een medicijn lezen of een brief schrijven. Het lijkt zo vanzelfsprekend&..
Een ongeletterde staat evenwel voor een dubbele drempel: die van schaamte èn bewustwording. Niet alleen moet een ongeletterde de moed hebben zijn of haar probleem bij zichzelf te erkennen, maar ook om erover te praten en hulp te zoeken. Hij moet deze hulp ook weten te Michiel had geluk: hij was niet alleen zelf moedig, maar had ook iemand in zijn vriendenkring die toevallig wist over een cursus die hem verder kon helpen.
Vele anderen zijn minder gelukkig. Zo heb ik kort geleden van een man een email gekregen die hij dankzij spraaktechnologie had kunnen sturen. Ook hij was over de drempel gekomen, maar, zo liet hij weten, hij wist geen opleiding te vinden om echt te leren lezen en schrijven.
De dubbele drempel zal worden verlaagd door ongeletterdheid maatschappelijk bespreekbaar te maken en actief informatie te verschaffen over opleidingen op zo'n manier dat de juiste mensen worden bereikt.
Wat dit alles bemoeilijkt is de grote diversiteit van de achtergronden en omstandigheden van autochtone volwassen ongeletterden - de allochtone ongeletterden nog daar gelaten. In sommige gevallen zijn het mensen die al jaren een bedrijf leiden, dan weer zijn het ouderen die om welke reden dan ook hun schoolopleiding niet hebben kunnen afmaken en weer anderen hebben een baan waarin lezen of schrijven geen eerste vereiste is. Voor u die op één of andere manier met deze problematiek te maken heeft, is dit onderwerp een grote uitdaging, aangezien de aanpak aandacht vergt op drie gebieden:
- het maatschappelijke bespreekbaar maken van het probleem
- informatieverschaffing op een effectieve manier- en het bereiken van een doelgroep bestaande uit individuen met zeer verschillende achtergrond.
Functionele ongeletterdheid onder autochtone volwassenen in ons land is een maatschappelijk onvoldoende onderkend probleem. Het moet worden uitgelegd, en het moet worden verholpen. Eén tot anderhalf miljoen mensen in ons land zien tegen de drempel van schaamte en bewustwording op als tegen een muur. Laten zij die wèl de moed gehad hebben erover heen te stappen tot voorbeeld zijn:
"Mijn hand nam de pen
De hand was bang om te schrijven
Bang voor de woordjes met de pen
De lange klank en korte klank
En de stomme e
En waar de t en dt en de d."
"De hand en de pen zijn nu niet meer bang
Want de pen weet dat hij schrijven kan
Nu durft ze een briefje en een kaart te schrijven
Met deze hand en pen."
Niet meer bang& aanmoedigende woorden die een inspiratie kunnen zijn voor vele andere mensen om de moedige stap te nemen te erkennen dat zij niet, of niet genoeg, kunnen lezen en schrijven. Maar zonder een aanbod van de juiste opleidingen is het onmogelijk om vervolg te geven aan hun moedige stap.
Inspiratie ook voor allen die zich willen inzetten en voor hen die al jaren werken aan de bestrijding van het analfabetisme in Nederland. Een effectieve aanpak vergt veel samen leren en samenwerken van alle betrokkenen. Met dit symposium wordt een bijdrage geleverd aan de noodzakelijke uitwisseling van inzichten en benodigdheden van alle betrokkenen. Als bijzonder geïnteresseerde "meedenker" wil ik u daarbij graag steunen.
Van harte hoop ik dat dit symposium in het kader van de Week van het Leren een waardevolle bijdrage zal zijn aan een inventieve en vernieuwde aanpak van functionele ongeletterdheid. Uw inzet voor het succes van deze bijeenkomst is hopelijk ook een aanzet voor een grotere bewustwording van het probleem bij een breed publiek en in het bijzonder bij de diverse ongeletterde volwassenen in ons land.