Toespraak van de Koningin tijdens het bezoek van de President van de Bondsrepubliek Duitsland, Den Haag, 18 november 2010
De toespraak is uitgesproken in het Duits.
Mijnheer de Bondspresident,
Het is voor mij een groot genoegen U hier welkom te mogen heten. Het is een compliment aan Nederland dat U ons land al zo kort na de aanvang van Uw presidentschap bezoekt. U onderstreept hiermee de bijzondere betrekkingen die tussen onze landen bestaan. Ik verheug mij er nu reeds op Uw bezoek te reciproceren.
Nabuurschap schept een veelheid aan kansen. In de jaren die achter ons liggen hebben Duitsland en Nederland onmiskenbaar die kansen met overtuiging - en ook met succes - aangegrepen. Onze economische banden zijn hecht. Er is een uitgebreide samenwerking gegroeid tussen onze overheden, zowel op nationaal als op regionaal niveau. In de vijf Euregio's die er nu tussen onze landen bestaan, heeft de grensoverschrijdende samenwerking een hoge vlucht genomen. Daarnaast is een uitgebreid netwerk van culturele contacten opgebloeid. Het is geen toeval dat ons land dankbaar deelneemt aan het succesvolle programma 'Ruhr Culturele Hoofdstad 2010'.
Een sterk bindende factor is natuurlijk ook het lidmaatschap van de Europese Unie. In dat verband worden steeds meer belangrijke beslissingen genomen die mede bepalend zijn voor onze toekomst. De hereniging heeft de positie van Duitsland - en daarmee zijn verantwoordelijkheid in de Unie - nog verder versterkt. Uw land heeft deze verantwoordelijkheid aanvaard, zoals o.a. is gebleken uit de bijdrage van Uw regering aan de aanpak van de recente crisis in de euro-zone.
Ondanks de prominente rol die Uw land vervult, legt Duitsland de nadruk op de 'Gleichberechtigung' van grote en kleinere lidstaten en op de wenselijkheid van hechtere samenwerking tussen de landen die niet tot de grootsten behoren. Dit beginsel kan van wezenlijk belang zijn voor behoud van het draagvlak van de Europese besluiten onder de lidstaten en bij hun burgers. Helaas lijkt in onze landen het enthousiasme dat zo velen bezielde bij de eerste schreden op weg naar de Europese eenwording, onder de bevolking af te nemen.
Wij moeten onze burgers steeds weer overtuigen dat wij veel grote verworvenheden aan Europa hebben te danken en de Europese Unie ook in de toekomst de basis zal vormen van onze welvaart en vreedzame samenwerking.
Hardnekkige problemen in eigen land blijven ook onze aandacht vragen. Wij kampen met vergelijkbare vraagstukken op terreinen als integratie, duurzame groei, energievoorziening en vergrijzing. Deze thema's lenen zich bij uitstek voor gesprekken tussen onze landen, waarin wij ervaringen en oplossingen kunnen uitwisselen. De al vele jaren bestaande Duits-Nederlandse dialoog over maatschappelijke problemen en veranderingen kan een van de fora zijn waarop deze thema's aan de orde worden gesteld.
Mijnheer de Bondspresident,
' Wir sind umgeben von Freunden ', zei U een paar weken geleden in Bremen bij de herdenking van de Duitse hereniging. Nederland is een van die vrienden - en is daar trots op. Het is een vriendschap die stoelt op nabuurschap en gelijkgezindheid.
Voor Nederland zijn de betrekkingen met de Bondsrepubliek van het grootste belang. Uw bezoek onderstreept dat ook Uw land belang hecht aan deze betrekkingen.
Gaarne verzoek ik alle aanwezigen met mij het glas te heffen op Uw gezondheid, Mijnheer de Bondspresident, en op een voorspoedige toekomst voor het Duitse volk.