Toespraak van H.M. de Koningin, 20 juni 2006
tijdens het staatsbezoek aan België, 20 – 22 juni 2006,
Brussel, 20 juni 2006
Sire,
Het is voor mij een groot genoegen Uw land te bezoeken. In 1981 waren mijn man en ik de gasten van Koning Boudewijn; nu verheugt het mij en mijn familie Uw gast te zijn en U te mogen toespreken en U te bedanken voor Uw vriendelijke woorden en ook Uw persoonlijke woorden.
2006 is een jaar van veel herdenkingen. Een bijzondere gebeurtenis die dit jaar in onze beide landen wordt herdacht is dat negen eeuwen geleden het Hertogdom Brabant is ontstaan. Deze gezamenlijke viering is illustratief voor onze lange gemeenschappelijke geschiedenis.
Het is ook precies 175 jaar geleden dat Koning Leopold, de eerste Koning der Belgen, de eed op de grondwet aflegde. Sindsdien zijn onze landen gescheiden wegen gegaan, al zijn wij op tal van gebieden blijven samenwerken. Wij hebben voor een belangrijk deel, zij het niet altijd op hetzelfde moment, vergelijkbare ontwikkelingen doorgemaakt. Ook nu vertonen de problemen waar onze samenlevingen voor staan, grote overeenkomsten: de aanpassing aan een snel veranderende economische wereldorde - anders gezegd, de globalisering -, de hervorming van de verzorgingsstaat en het in goede banen leiden van immigratie en integratie.
In België herdenkt men dit jaar niet alleen het 175 jarig bestaan van Uw land, maar ook het feit dat hier 25 jaar geleden een proces van federalisering is begonnen. Reeds vijf rondes van staatshervormingen hebben plaatsgevonden en de volgende staat op de agenda voor volgend jaar. Zo zoekt België naar nieuwe staatkundige structuren die beantwoorden aan de verlangens van zijn bevolking en passen bij de werkelijkheid van vandaag. Dit voortgaande proces stelt ook hoge eisen aan het staatshoofd. Gaarne en van harte wil ik U complimenteren met de voorbeeldige wijze waarop U Uw moeilijke taak vervult en de eenheid van België vertegenwoordigt.
De uitwisseling van ideeën en de samenwerking tussen onze landen is zo vanzelfsprekend en vindt op zoveel gebieden plaats dat wij er ons nauwelijks meer rekenschap van geven. De grensoverschrijdende samenwerking, op lokaal, regionaal en nationaal niveau, is een onderdeel van ons dagelijks leven geworden. Treffend is bijvoorbeeld de samenwerking die tot stand kwam bij de organisatie van het Europese voetbalkampioenschap in 2000. Belgische en Nederlandse diensten op het gebied van verkeer en veiligheid stonden voor een gemeenschappelijke uitdaging en vonden hiervoor gezamenlijk verrassend praktische oplossingen.
Een bijzondere rol is weggelegd voor de zogenoemde Euregio's. De terreinen waarop in dit verband wordt samengewerkt zijn zeer divers, van onderwijs tot arbeidsmarkt, van milieu tot openbare orde en veiligheid. De medewerking van de gemeenten en provincies is daarbij van grote betekenis. Zo worden ook de burgers van onze twee landen bij concrete vormen van grensoverschrijdende samenwerking betrokken. Dit leidt tot beter wederzijds begrip en tot versterking van Europa.
Sire,
Speciale betrekkingen onderhoudt ons land met een deel van België omdat wij ermee zijn verbonden door dezelfde taal. Deze taalgemeenschap geeft aan de Belgisch-Nederlandse verhoudingen een bijzondere dimensie. De banden op het gebied van de Nederlandse taal- en letterkunde zijn, mede dankzij vele persoonlijke contacten, zeer intensief. Onze regeringen hebben hun bevoegdheden op dit terrein overgedragen aan een speciale organisatie, de Taalunie. Zo'n verregaande vorm van samenwerking is uniek in de wereld. Maar er is meer. Sinds lang bestaat in Amsterdam een Vlaams Cultureel Centrum. In 2004 is in Brussel het Vlaams-Nederlands huis 'de Buren' geopend. Dit instituut is een centrum voor reflectie en debat over onze gemeenschappelijke cultuur in de brede zin van het woord en ontwikkelt tal van activiteiten. Het instituut past in een lange traditie, want België in het algemeen - en Brussel in het bijzonder - heeft altijd veel aantrekkingskracht uitgeoefend op Nederlandse schrijvers. Belgische en Nederlandse schrijvers, musici, acteurs en kleinkunstenaars vinden ook nu nog aan beide zijden van de grens een breed publiek. Belgen en Nederlanders nemen bovendien ook door middel van de televisie kennis van elkaars cultuur en samenleving. Een speciale gezamenlijke zender, BVN-TV, maakt het zelfs mogelijk van het beste dat de Belgische en Nederlandse publieke omroepen bieden, ook elders in de wereld kennis te nemen.
Onze landen hebben al lang geleden hun samenwerking in een bijzonder kader willen vastleggen. Nog vóór het einde van de Tweede Wereldoorlog hebben de regeringen van België, Nederland en Luxemburg een douaneovereenkomst getekend die enige jaren later zou resulteren in het Benelux-verdrag. Dit was een belangrijke bron van inspiratie bij de onderhandelingen, 50 jaar geleden, die hebben geleid tot het Verdrag van Rome en de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap.
De economische integratie van Europa is zo succesvol geweest dat de Benelux als economische unie nog maar weinig betekenis heeft. Maar de Benelux is daarmee niet overbodig geworden. Ze is en blijft van betekenis als een forum voor politiek overleg en biedt ruimte voor intensieve samenwerking. Binnen de Benelux vinden ook consultaties plaats ter voorbereiding van gezamenlijke posities binnen Europa. Het 'Benelux-paper' over de rol van energie in het buitenlands beleid is hiervan een voorbeeld. Samen zijn onze drie landen in staat meer gewicht in de schaal te leggen dan zij elk afzonderlijk kunnen doen.
Vele vormen van samenwerking tussen België en Nederland, al dan niet in Benelux-verband, zijn zo vanzelfsprekend dat men er zich nauwelijks meer van bewust is; evenzeer is de Europese integratie zo succesvol geweest dat men zich daarvan nauwelijks meer rekenschap geeft. Soms echter wordt Europa opnieuw onderwerp van discussie en bezinning. Nu het verdrag voor een Europese grondwet door de bevolkingen van Frankrijk en Nederland is verworpen, is er behoefte aan reflectie. De vraag hoe de Europese Unie zich verder dient te ontwikkelen, staat daarbij centraal. Hoezeer ook tijd voor reflectie en overleg nodig is, dit mag niet leiden tot politieke stilstand. Er moeten concrete stappen worden genomen die tot zichtbare verbeteringen van de Europese samenwerking leiden. De Unie moet zich ook institutioneel vernieuwen en versterken. De burgers van Europa zullen zich er weer bewust van moeten worden hoe belangrijk de Europese Unie is voor ons aller bestaan, voor onze vrede, veiligheid en welvaart.
Sire,
De warmte waarmee U ons vandaag hebt ontvangen is als het ware een symbool van de spreekwoordelijke gastvrijheid van het Belgische volk. Onze persoonlijke vriendschap en de hartelijke relaties tussen onze families zijn op hun beurt symbolisch voor de goede en intensieve contacten tussen onze beide volken. Deze hechte band sterkt niet alleen ons, hij sterkt ook het Europa waarvan onze landen deel uitmaken.
Gaarne nodig ik alle aanwezigen uit het glas te heffen op Uw gezondheid, Majesteit, op die van Koningin Paola en op de voorspoedige toekomst van het Belgische volk.
---