Toespraak door H.M. de Koningin ter gelegenheid van de uitreiking van het vaandel aan het Eskader van de Koninklijke Marine, Den Helder, 26 april 2002
Het gesproken woord geldt
De schaduw van het overlijden van de Commandant zeemacht valt ook vandaag nog over deze ceremonie - een week na zijn crematie. In zijn geest verder te gaan, is het beste eerbewijs dat de marine aan Vice-Admiraal Buffart kan geven. Met die overtuiging zijn wij hier bijeengekomen voor de plechtige uitreiking van het vaandel.
Officieren, onderofficieren en manschappen van het Eskader,
Tegen het indrukwekkende decor van de 'De Zeven Provinciën' wil ik U allereerst feliciteren met deze nieuwste aanwinst van de Koninklijke Marine. Als de trotse doopster van dit schip, hecht ik een bijzondere betekenis aan deze naam. Hij roept de herinnering op aan de illustere voorganger van dit fregat, het schip waarmee Admiraal de Ruyter onze vlag heeft hooggehouden in een tijd waarin onze jonge republiek te land, maar vooral ter zee in zijn bestaan werd bedreigd. In de strijd voor onze onafhankelijkheid was de macht ter zee strategisch, economisch en politiek van het allergrootste belang.
De geuzen trokken nog ten strijde met schepen in ongeregelde eenheden. Als teken van eenheid in het verzet voerden zij de Prinsenvlag. Later, in de 17de eeuw, werd de oorlog ter zee de taak van een staande vloot, verdeeld in eskaders, die onder de rood-wit-blauwe vlag op alle zeeën ontzag afdwong. Deze driekleur werd het symbool van de kracht en de identiteit van de Zeven Verenigde Provinciën - en is daarmee de vlag van onze natie geworden.
In de loop der eeuwen is de marine met deze vlag verbonden gebleven en zij heeft hem altijd trouw verdedigd.
Vandaag schaart U zich onder het nieuwe vaandel van het Eskader.
Men kan zich afvragen waarom dit vaandel nodig is naast de nationale vlag, waaronder de marine al zo lang heeft gevaren. Het is daarom goed te benadrukken dat een vaandel een bijzondere vlag is, een symbool van een traditie die met een zich steeds vernieuwende inhoud wordt voortgezet. De traditie van handhaving van de vlag in tijd van oorlog en vrede door vlootverbanden in verschillende samenstelling, vindt in dit vaandel van het Eskader zijn erkenning. Op het vaandel worden de belangrijkste tijdvakken genoemd waarin 's lands vloot - en na 1815 de Koninklijke Marine - zijn taak heeft vervuld. De krijgsverrichtingen van de oorlogsvloot waren te talrijk om alle afzonderlijk een plaats op het vaandel te geven.
In de Tweede Wereldoorlog kon ons land, vooral dankzij de marine, de strijd vanaf vreemd grondgebied voortzetten, zowel in Europa vanuit Groot-Brittannië als in Azië vanuit Ceylon en Australië. De meest dramatische gebeurtenis uit die tijd was de vernietiging van het Eskader in de Slag in de Javazee, nu zestig jaar geleden. De moed waarmee deze slag werd geleverd, is van grote morele betekenis geweest - en daarmee ook van essentieel belang voor het voortzetten van de strijd.
In de periode van de koude oorlog hielden de beide Nederlandse smaldelen voornamelijk de wacht in het Atlantisch gebied. In 1970 werden zij samengevoegd tot het Eskader. In latere jaren nam ons land ook deel aan militaire operaties ter handhaving van de vrede. In het verband van de Verenigde Naties, de NAVO, de West-Europese Unie en de OVSE hebben schepen van het Eskader wereldwijd gediend.
Het Eskader kent één van de langste tradities in onze krijgsmacht. Door de eeuwen heen waren de prestaties van schepen en personeel onlosmakelijk met elkaar verbonden in de verdediging van de vrijheid en het hooghouden van de vlag op de wereldzeeën. Het Eskader verdient daarom een bijzonder merkteken van eigen identiteit en onderlinge verbondenheid. Daarvan is een vaandel bij uitstek het symbool. Het verheugt mij dan ook vandaag het Eskader een eigen vaandel te mogen uitreiken.
Sinds de vroege dagen van de marine hebben technologische ontwikkelingen de schepen en het werken daarop, drastisch veranderd. De bekwaamheid en toewijding van de opvarenden zijn echter altijd dezelfde gebleven. Ik geef U het vaandel in de overtuiging dat het Eskader ook in de toekomst - onder dit vaandel - op die persoonlijke inzet zal kunnen blijven rekenen.