Toespraak van Zijne Majesteit de Koning bij het Oranjecongres van de Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen te Dordrecht
Dames en heren,
Graag wil ik het bestuur van de Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen hartelijk bedanken voor de uitnodiging om hier aanwezig te zijn. De mogelijkheid ook iets tezeggen, grijp ik graag aan. Want hoewel Uw bond een vrij verband is van plaatselijke verenigingen, kan niet worden ontkend dat mijn familie (onbedoeld) aanstichter is van veel van Uw inspanningen en activiteiten.
U heeft een bijzondere locatie gekozen voor deze bijeenkomst: Dordrecht. De stad waar in 1572 de eerste Vrije Statenvergadering werd gehouden van Holland, samengeroepen in opdracht van stadhouder Prins Willem van Oranje. Dat was de opmaat tot de onafhankelijke Nederlanden.
Ons land bewoog zich toen zelfbewust in de richting van een republiek. Het is de ironie van de geschiedenis dat in datzelfde Dordrecht nú zelfbewust wordt stil gestaan bij tweehonderd jaar Koninkrijk.'t Kan verkeren, schreef Bredero, de auteur van - hoe kan het anders -De Spaanschen Brabander.
De vice-president van de Raad van State is al ingegaan op een aantal interessante aspecten van 200 jaar Koninkrijk. Ik zal zijn belangwekkende en ook interessante werk niet overdoen.
Wel zou ik graag enkele overwegingen met U delen ten aanzien van een traditie die in ons Koninkrijk al heel lang bestaat. Koninginnedag. Of, sinds dit jaar, Koningsdag.
De eerste Koninginnedag in ons land werd gevierd op 31 augustus 1891 - de elfde verjaardag van mijn overgrootmoeder Wilhelmina.
Onder mijn grootmoeder werd de traditie van Koninginnedag voortgezet. Alle gemeenten gaven daar een eigen invulling aan. Maar in ons collectieve geheugen gegrift staat vooral het defilé op Paleis Soestdijk. Koninginnedag werd in die jaren steeds sterker een nationale gebeurtenis, in het teken van saamhorigheid.
Mijn moeder trok de lijn door. Maar zij koos wel voor een andere invulling. Niet langer kwamen de mensen naar haar. Zij ging naar de mensen. Elk jaar werden een of twee gemeenten bezocht. Met de inwoners vierde zij het feest mee, samen met een groot aantal leden van de Koninklijke Familie.
Ik herinner me die Koninginnedagen als bijzonder plezierig, warm en hartelijk. Met uitzondering van de vreselijke tragedie in Apeldoorn, in 2009, waren het prachtige dagen. Koninginnedag (en ook de eerste Koningsdag) was werkelijk een feest voor iedereen.
Ik weet dat velen van U daaraan in ruim dertig jaar actief hebben bijgedragen. Daarvoor wil ik U graag bedanken.
En nu…
Hoe gaat het verhaal verder? Want dat we de lijn doortrekken staat buiten kijf. In meer dan 120 jaar heeft Koninginnedag - nu Koningsdag - zijn waarde bewezen als een samenbindend feest dat heel veel mensen in ons Koninkrijk - en zeker ook onze familie - dierbaar is.
Het is ook een feest dat zich altijd heeft aangepast aan nieuwe tijden. Dat is ook zo mooi eraan: continuïteit en vernieuwing. Een traditie die voortdurend voeling houdt met de tijd.
In de afgelopen periode heb ik - samen met mijn vrouw - goed kunnen nadenken over de invulling van Koningsdag in de jaren die voor ons liggen. Enkele overwegingen telden daarbij zwaar.
Wij zouden wensen dat het feest zichtbaar is. Een feest dat door mensen werkelijk kan worden meebeleefd.
We zouden ook wensen dat het feest in het teken staat van ontmoeting en verbinding. Van contact.
En we zouden wensen dat het feest aan een stad en streek de optimale gelegenheid geeft iets van zichzelf te laten zien. Een manifestatie van het markante en mooie dat een stad en streek kenmerkt.
Op grond van deze uitgangspunten, willen wij in de jaren die komen op Koningsdag graag een bezoek brengen aan één gemeente met een centrumfunctie voor de streek.
Tijdens dat bezoek hopen we zoveel mogelijk mensen uit stad en streek te ontmoeten en een karakteristiek deel van de gemeente te doorkruisen. Dat vertrouwde element houden we graag vast.
Maar we willen de gemeente ook graag de gelegenheid geven zichzelf op een centrale plek aan heel Nederland te presenteren. Dat kan bijvoorbeeld door een feestelijke 'grande parade', wellicht met een thema of rode draad. Bij de invulling daarvan is alles mogelijk: muziek, sport, beeldende kunst, design, techniek, bedrijvigheid, historisch erfgoed, sociale initiatieven, toekomstdromen. Een kleurrijk spektakel waarin de inwoners van de gemeente en de omringende streek kunnen laten zien waarop ze trots zijn.
Net als heel Nederland, beleven wij die grande parade graag mee. Zo kan op Koningsdag een element uit vroeger jaren in een andere, nieuwe gedaante weer terugkeren.
Veel behoeft nog precieze invulling, in overleg met de gemeenten waar het feest in de toekomst gaat plaatsvinden en alle andere betrokkenen.
Misschien is het bijvoorbeeld mogelijk een competitie-element in te bouwen bij de samenstelling van het programma. Dat zal moeten blijken.
Op één punt is het wel nodig nu al helderheid te scheppen. Dat is de naam van de plaats waar de eerste Koningsdag nieuwe stijl zal plaatsvinden op 27 april 2015.
Ik verheug me op de viering van Koningsdag 2015 in een prachtige stad aan het water. De stad waar in 1572 de eerste aanzet werd gegeven tot de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Meneer Gebben, de Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen had geen passender locatie kunnen vinden voor dit Oranjecongres: Koningsdag 2015 vindt plaats in Dordrecht.
Voor één persoon komt dit niet als een verrassing, en dat is de burgemeester van Dordrecht. Meneer Brok, dank U wel dat we in april welkom zijn!
U allen wens ik veel succes bij Uw activiteiten overal in Nederland. Ik dank U voor Uw aandacht.