Kort welkomstwoord van de Koning bij het diner aangeboden aan de Raad van State
Meneer de Vicepresident,
leden en staatsraden van de
Raad van State,
Dames en heren,
Hartelijk welkom, mede namens mijn vrouw en dochter. Na drie jaar kan het weer: een diner met u in de Grote Balzaal van Paleis Noordeinde. Vorig jaar moesten we onze tweejaarlijkse traditie helaas opschorten door de coronapandemie. Maar vandaag pakken we de draad graag weer op.
Het is negen maanden geleden dat wij bij u aan de Kneuterdijk te gast waren en ik mijn dochter mocht binnen geleiden in de Raad. Een gedenkwaardige dag en een prachtige bijeenkomst.
U, meneer de vicepresident, had het toen over de Raad van State als leerschool. Voor mijn dochter is de Raad dat zeker. Maar de Raad van State is ook een leerschool voor de leden en staatsraden zelf. En dat is goed.
Ik denk aan het Reflectierapport van de Afdeling bestuursrechtspraak dat in november vorig jaar werd uitgebracht,
met lessen uit de kinderopvangtoeslagzaken.
De Afdeling concludeert daarin dat in een aantal gevallen de gekozen ‘alles-of-niets-lijn’ niet passend was. De betrokken ouders kregen daardoor niet de rechtsbescherming waarop ze mochten rekenen.
Het is een kenmerk van een goed functionerende rechtsstaat dat de instituties die hem schragen niet alleen kritisch naar elkaar, maar ook naar zichzelf blijven kijken.
Het is bijzonder waardevol dat de Raad van State dit zelfkritisch vermogen bezit en de getrokken lessen deelt met de samenleving. Zo geeft de Raad invulling aan zijn missie: bijdragen aan het behoud en de ontwikkeling van de democratische rechtsstaat.
Het werk van de Raad van State heeft implicaties die voelbaar zijn tot in de haarvaten van onze samenleving. Denk alleen al aan het stikstofvraagstuk. Er wordt met argusogen naar u gekeken.
De productie ligt hoog.
Vorig jaar 431 afgedane adviesaanvragen bij de Afdeling advisering.
En meer dan negenduizend uitspraken bij de Afdeling Bestuursrechtspraak.
Als je kijkt naar de complexiteit van adviesaanvragen en van ingekomen zaken, dan kun je niet anders dan respect hebben voor de mensen die zich daar met zoveel professionaliteit en verantwoordelijkheidsgevoel aan wijden.
Wij beseffen allen denk ik héél goed wat er op het spel staat. Het vertrouwen in de overheid en in instituties staat onder druk. Het is belangrijk dat dit vertrouwen wordt versterkt. Dat burgers zich gehoord en begrepen voelen. En dat overheden hun werk ten dienste van het algemeen belang en de rechtsstaat goed kunnen blijven doen.
Bij dit alles speelt de Raad van State een onmisbare rol.
Ik wil U allen heel hartelijk danken voor uw geweldige inzet. Dit diner is voor ons een manier om onze waardering en betrokkenheid te laten blijken. Veel succes bij Uw belangrijke werk!
Mag ik U vragen het glas met mij te heffen.
Op onze Raad van State!