Toespraak van Koningin Máxima op symposium Platform Wijzer in geldzaken in Rotterdam
Symposium Platform Wijzer in geldzaken ‘Struisvogelpolitiek en Kuddegedrag – hoe motiveren we Nederlanders tot verantwoord financieel gedrag?’
Dames en heren,
'Hoe motiveren we Nederlanders tot verantwoord financieel gedrag?' Dat is een vraag die
gedragswetenschappers en beleidsmakers al lang bezig houdt.
Enkele maanden geleden was ik te gast bij een conferentie van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Daar sprak ook Cass Sunstein, de Amerikaanse jurist en econoom die U misschien kent van zijn boek The Nudge uit 2008.
Sunstein betoogt dat mensen vaak veel minder rationeel zijn dan ze zelf denken. Veel van onze beslissingen zijn niet het resultaat van een bewuste persoonlijke afweging. We laten ons vaak leiden door gewoonten en tradities. Door onvolledige informatie en beperkte beelden. En óók door het gedrag van anderen.
Een beetjekuddedier zijn we bijna allemaal, hoe trots we ook vaak zijn op onze vrijheid en onafhankelijkheid.
Dat alles maakt het zeker niet eenvoudig om gedrag van mensen effectief te beïnvloeden. En toch is dat wat we willen: mensen motiveren tot verantwoord financieel gedrag. In Nederland, in Europa en daarbuiten.
In verschillende functies ben ik bij die uitdaging betrokken. Als erevoorzitter van het platform Wijzer in geldzaken. Als lid van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering. En als Speciaal Pleitbezorger van de Secretaris-Generaal van de
Verenigde Naties op het gebied van Inclusieve Financiering voor Ontwikkeling.
Vanmorgen wil ik U graag iets meer willen vertellen over de internationale context van ons gezamenlijke werk aan de bevordering van verantwoord financieel gedrag.
Zes jaar geleden was Nederland een van de eerste landen die een nationale strategie lanceerde. Inmiddels zijn er 20 landen met een nationale aanpak. En nog eens 25 landen
zijn heel ver gevorderd met de ontwikkeling daarvan. Daaronder zijn ook landen waarvan je dat niet direct zou verwachten, zoals Malawi, Armenië en Libanon.
Drie maanden geleden was ik in India. Dat is een van de landen die heel ver zijn met het ontwikkelen van een nationale strategie. Moet U zich voorstellen wat een prestatie dat is voor een land met meer dan 1,2 miljard inwoners dat 80 keer zo groot is als Nederland.
De Reserve Bank of India is 'in the lead'. De financiële toezichthouders en de financiële sector zijn intensief betrokken.
Heel interessant is het materiaal dat speciaal ontwikkeld is voor gebruik in dorpen en in wijken waarde bevolking weinig ervaring heeft met formele financiële diensten. Daar worden 'financial literacy camps' georganiseerd door managers van lokale bankfilialen.
Ik heb een paar voorbeelden meegenomen.
- Kijk bijvoorbeeld naar deze poster waarop een onderscheid wordt gemaakt tussen essentiële en niet-essentiële uitgaven. Essentieel zijn: een huis, onderwijs, eten en kleding, daar kunnen mensen een lening voor sluiten. Voor bijvoorbeeld het maken van een bedevaart, adviseert de poster eerst te sparen. En zaken als gokken en alcohol behoren niet tot de essentiële levensbehoeften.
- Een andere poster laat zien dat het belangrijk is geld te reserveren voor 'life cycle needs': de belangrijke gebeurtenissen en behoeften in het leven.
- En waar kun je dat geld het best bewaren? Niet thuis, waar het door de muizen wordt opgegeten, waar dieven het kunnen stelen en waar je echtgenoot erbij kan! Maar op de bank dus! Want daar levert het rente op, waardoor je meer kunt investeren bijvoorbeeld in je bedrijf.
Dit voorbeeld laat zien hoe belangrijk het is dat je boodschap past bij de cultuur en de belevingswereld van de mensen die je wilt bereiken.
Mijn ervaring is dat de aandacht voor financiële educatie over de hele wereld enorm is toegenomen. Natuurlijk komt dat deels door de economische crisis waar veel landen mee kampen. Daardoor hebben we geleerd dat financiële educatie macro-economisch een absolute must is. Toegang tot financiële diensten, financiële vaardigheden en consumentenbescherming zijn de basis onder een stabiel financieel systeem en een rechtvaardige ontwikkeling van de economie. Dat besef leeft nu bijna overal.
Internationale organisaties als de OESO, de Wereldbank en de G20 hebben financiële educatie tot prioriteit gemaakt. De OESO heeft zelfs een Internationaal Netwerk voor Financiële Educatie gevormd, waarbij nu 107 landen zijn aangesloten. Dat netwerk doet
fantastisch werk. Het voorkomt dat iedereen het wiel opnieuw moet uitvinden, door het verspreiden van goede voorbeelden en het geven van praktische hulpmiddelen voor effectmeting en evaluatie van beleid.
En er is meer goed nieuws. Financiële zelfredzaamheid is opgenomen in PISA, het bekende internationale onderzoek van de OESO naar de 'life skills' van jongeren van 15 jaar. Aan de eerste ronde deden 18 economieën mee. In totaal werden bijna 30.000 jongeren getoetst op hun financiële vaardigheden. De resultaten werden deze zomer
gepresenteerd in Parijs. De jongeren uit Shanghai scoorden het best. Gevolgd door de jongeren uit Vlaanderen. Maar in veel landen is er nog heel veel werk te doen.
Hoe de Nederlandse jongeren scoren, weten we nog niet. Ons land zal in de volgende ronde mee gaan doen.
Het is goed dat steeds meer landen zich sterk maken voor financiële educatie. Want zonder kennis van financiële mogelijkheden kunnen mensen zich moeilijk ontplooien en wordt duurzame ontwikkeling geremd. In het buitenland ziet men de Nederlandse aanpak
als een inspirerend voorbeeld.
Het platform Wijzer in geldzaken heeft enorm bijgedragen aan dat succes. En dat is te danken aan U allemaal, want 'Wijzer in geldzaken'; dat zijn we samen! Ik ben blij met Uw
betrokkenheid en Uw inzet. Juist door de brede samenstelling van het platform, kunnen we samen zoveel bereiken.
Toch is het nodig dat wij ook blijven kijken naar andere landen om creatieve ideeën op te doen. Australië is bijvoorbeeld een van de koplopers. Hun nationale strategie heet MoneySmart. Er is een speciale MoneySmart website voor het onderwijs, met concreet interactief lesmateriaal. Moneysmart zet buurtwerkers en community organisaties in om mensen te bereiken in stadswijken en dorpen. En men probeert te leren van de ervaringen in andere domeinen. Bijvoorbeeld van Weight Watchers. Wat daar goed blijkt te werken is:
positieve feedback geven, kleine doelen stellen en het behalen van die doelen vieren!
Veel landen hebben financiële educatie verankerd in het onderwijs. Het is in steeds meer landen deel van het curriculum op scholen. In Nederland verschilt de aandacht voor financiële educatie van school tot school. Het is van groot belang dat kinderen van jongs af leren goed met geld om te gaan. Dat belang mag op school niet ondersneeuwen.
Financiële educatie blijft een leven lang relevant. We weten inmiddels dat het niet helpt om mensen te bombarderen met algemene informatie over verstandig gedrag. Dat merk ik ook tijdens de gesprekken die ik met praktijkdeskundigen en cliënten heb over financiële
zelfredzaamheid. Om echt effectief te zijn, moet de informatie persoonlijk en praktisch zijn, en aansluiten op de behoeften en de levenssituatie van mensen.
Juist op belangrijke momenten in het leven - zoals afstuderen, trouwen, kinderen krijgen - zijn mensen vatbaar voor financiële overwegingen. Dat is de rode draad in onze strategie
voor de komende jaren.
Financiële zelfredzaamheid staat al hoog op de agenda. Maar het accent moet nu meer komen te liggen op het beïnvloeden van gedrag. Dat is misschien wel de moeilijkste uitdaging. Gelukkig zijn er vandaag experts aanwezig die ons kunnen helpen.
We weten dat de vormwaarin mensen keuzes krijgen voorgelegd, cruciaal is voor hun gedrag. We kunnen daarbij ook dus veel leren van de psychologie en de sociologie. En misschien ook nog van de dierkunde. We zijn niet voor niets in Blijdorp!
Ik wens U allen een geweldige en leerzame dag.