Toespraak door Prinses Máxima, UN Secretary General's Special Advocate for Inclusive Finance, ter gelegenheid van het Clinton Global Initiative Finance Dinner in New York, 22 september 2009

De toespraak is uitgesproken in het Engels.

Dames en heren,

Goedenavond.

Allereerst wil ik Matthew, mijn voormalige collega, hartelijk danken voor zijn woorden.

Verder wil ik u ook graag vertellen hoe spannend ik het vind om mijn eerste toespraak te houden als United Nations Special Advocate for Inclusive Finance for Development - een hele mondvol. Ik ben het Clinton Global Initiative dankbaar voor deze mogelijkheid u hier vanavond toe te spreken.

De kwestie van wereldwijde toegang tot de financiële markt stelt ons voor grote uitdagingen. Ondanks een aantal belangrijke ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar zijn er nog altijd meer dan twee miljard mensen die geen toegang hebben tot financiële diensten - diensten die voor ons volkomen vanzelfsprekend zijn. Daarbij denken we natuurlijk in eerste instantie aan krediet. Als we mensen willen helpen een eigen inkomen te genereren, is krediet onmisbaar. Maar ik doel ook op het gemis aan toegang tot andere financiële producten en diensten waarmee mensen hun bestaanszekerheid kunnen vergroten en hun gezin kunnen beschermen tegen onverwachte tegenslagen.

De oude termen "microkrediet" en "microfinanciering" zijn daarom vervangen door "inclusive finance". Dit begrip verwijst naar de universele toegang, tegen redelijke kosten, tot allerlei financiële diensten die door uiteenlopende solide en duurzame instellingen worden aangeboden. Het gaat dus niet alleen om kredietverlening, maar ook om diensten op het gebied van bijvoorbeeld sparen, hypotheken, verzekeringen en lokaal en internationaal betalingsverkeer.

Inclusive finance is een krachtig instrument waarmee we de armoede kunnen bestrijden, de positie van vrouwen kunnen versterken en de millenniumdoelstellingen dichterbij kunnen brengen. Maar hoe kunnen we dat bereiken? Of meer concreet, in de geest van het Clinton Global Initiative: wat moet er door wie worden gedaan?

We zijn hier vanavond speciaal bijeengekomen om die vragen te beantwoorden, en met name te kijken naar de rol van innovatie. Maar zonder te willen afdoen aan het cruciale belang van innovatie, vind ik dat we ons ook nadrukkelijker moeten richten op een aantal basale aspecten.

Eén daarvan is dat het voor de armen veel makkelijker moet worden om een eenvoudige spaarrekening te openen. Om uiteenlopende redenen zijn er voor sparen minder aandacht en middelen dan voor krediet, ook al behoren spaarfaciliteiten tot de basale financiële diensten en zijn ze, zoals uit onderzoek is gebleken, minstens zo belangrijk.

Kredietvoorzieningen zijn wellicht niet voor iedereen het meest geschikte instrument. Een spaarrekening daarentegen stelt mensen in staat zonder schulden een buffer aan te leggen tegen de risico's van het leven, een vermogen op te bouwen en kansen te creëren voor de volgende generatie. Ondanks het belang van sparen heeft slechts 20 procent van de wereldbevolking een formele spaarrekening. Tachtig procent moet het dus stellen zonder veilige plek om zijn geld te bewaren.

Dat armen niet kunnen sparen, is een fabel. Ze hebben alleen goede spaarproducten nodig. Zo trokken de meer dan een half miljoen kleine spaarrekeningen die in 2001 in Rwanda werden geopend, veertig miljoen dollar aan. Stelt u zich eens voor wat dit betekent voor de groei van het binnenlands kapitaal. Denk ook aan het stimulerende effect op de beschikbaarheid van krediet en de verminderde afhankelijkheid van internationale geldstromen en buitenlandse hulp.

Daarom dring ik er bij u allen op aan "toegang tot spaarfaciliteiten" de tijd en aandacht te geven die het verdient. Het is een zaak die krachtig moet worden bepleit. In veel landen zal de regelgeving moeten worden aangepast. Vergeet niet dat de bancaire regelgeving en het toezicht met name zijn afgestemd op het depositobedrijf.

De andere "basale" kwestie is het feit dat inclusieve financiële dienstverlening in elk land een breed gedragen visie en strategie vergt. Bij die visie en strategie moeten overheidsinstanties worden betrokken maar ook regelgevers en toezichthouders, financiële instellingen (waaronder ngo's) evenals de telecommunicatiesector en de detailhandel.

Dit betekent:

  • dat de regels en voorschriften die de toegang tot financiële diensten belemmeren worden getoetst en geschrapt;
  • dat de mogelijkheden voor het stroomlijnen van processen en het creëren van doelmatige fiscale structuren worden onderzocht;
  • dat de juridische instrumenten worden ingevoerd die nodig zijn om groei in deze sector te bevorderen, en
  • dat de nodige investeringen in financiële infrastructuur worden gedaan.

Visie en strategie - het lijken vanzelfsprekende uitgangspunten, maar in al te veel ontwikkelingslanden ontbreekt het juist aan deze basale bouwstenen. Ik verzoek u dan ook met klem te onderzoeken hoe u afzonderlijke landen kunt helpen een gedegen visie en strategie te formuleren voor inclusive finance. Ik geef u daarom graag deze Key Messages mee, om u een idee te geven van de rol die u hierbij zou kunnen spelen.

Na dit pleidooi voor een aantal "basale factoren" wil ik nu ingaan op dat andere belangrijke onderwerp: innovatie.

Ik doel meer specifiek op het concept van de "geïntegreerde microfinanciering" en de innovaties die nodig zijn om de allerarmsten te bereiken, vooral in plattelandsgebieden, waar het armoedeprobleem het nijpendst is.

Bij "geïntegreerde microfinanciering" wordt microfinanciering gekoppeld aan andere producten waar onder armen veel vraag naar is. Het bekendste en in dit opzicht ook meest voor de hand liggende product is de mobiele telefoon. Als we financiële diensten koppelen aan de snelle verspreiding van mobiele telefoons biedt dat natuurlijk geweldige kansen voor financiële inclusie, met name van mensen in afgelegen regio's.

Maar er zijn ook andere veelbelovende voorbeelden van "geïntegreerde microfinanciering" die de dienstverlening voor de armen kunnen verbeteren. Veel van die initiatieven leiden bovendien tot uitstekende zakelijke kansen voor de particuliere sector.

Zo stimuleert BRAC, een ngo in Bangladesh, door middel van microbedrijfsleningen het gebruik van zonne-energie in de 50.000 plattelandsdorpen die niet zijn aangesloten op het nationale elektriciteitsnetwerk. Daardoor hebben de dorpsbewoners nu ook 's avonds licht en kunnen ze zelfs hun mobiele telefoon opladen met zonne-energie.

Wat kan er effectiever zijn dan financiële producten te koppelen aan activiteiten die mensen gezond houden, kinderen van onderwijs voorzien, de armoede bestrijden en de positie van vrouwen versterken? En waar is dit belangrijker dan in plattelandsgebieden, waar de behoeften veelal het grootst zijn?

Ik kan u voorbeelden geven van microfinancieringsprojecten die geresulteerd hebben in de ontwikkeling van irrigatiesystemen, gezonde en efficiënte kooktoestellen, waterfiltersystemen en ga zo maar door. Dergelijke oplossingen vereisen het vermogen om buiten de bestaande kaders te denken. Ik hoop dat we hier tijdens onze tafelgesprekken op terug kunnen komen.

Dames en heren,

Ter afsluiting het volgende. Als Special Advocate is het mijn taak overheden, wetgevers, toezichthouders en internationale instellingen te begeleiden bij de ontwikkeling van een inclusieve financiële sector en de aspecten die daarbij een belangrijke rol spelen.

U begrijpt dat er veel werk verzet moet worden. Ik ben er echter van overtuigd dat velen van u zich zullen inzetten om het ambitieuze doel van inclusive finance naderbij te brengen. Gedeelde inzichten en concrete afspraken voor maatregelen zijn per slot van rekening waar het bij het Clinton Global Initiative om draait. Ik zie er dan ook naar uit vanavond hierover met u van gedachten te wisselen.

Hartelijk dank voor uw aandacht.

22 september 2009