Dankwoord van Zijne Majesteit de Koning bij de ontvangst van de drie biografieën van Koning Willem I, II en III in Amsterdam

Dames en heren,

Graag wil ik de auteurs van deze drie biografieën van harte bedanken voor hun doorwrochte werk. Dr. Koch, dr. Van Zanten, dr. Van der Meulen, U heeft een indrukwekkende prestatie geleverd. Samen heeft U een leemte opgevuld in de schatkamer van de Nederlandse geschiedschrijving. Voor het eerst beschikken we nu over een samenhangende reeks diepgaande studies gewijd aan de eerste drie koningen in het Koninkrijk der Nederlanden.

Vele honderden meters dossiers en documenten heeft U doorgewerkt, in het Nationaal Archief, het Koninklijk Huis Archief en op vele andere plekken in binnen- en buitenland.

U heeft dat monnikenwerk met liefde en toewijding gedaan. Dat merk ik aan Uw presentaties vanmiddag. Ik ben blij met de eerste exemplaren en kijk ernaar uit om ze later op mijn gemak door te nemen.

Ik wil ook het Prins Bernhard Cultuurfonds bedanken, dat dit bijzondere project mogelijk heeft gemaakt. Het fonds draagt zo concreet bij aan de verdieping van onze kennis van de Nederlandse historie. En daarmee van onze kennis van ons land zoals het nu is.

"Geschiedenis is de geestelijke vorm waarin een cultuur zich rekenschap geeft van haar verleden." Die definitie is van de historicus Johan Huizinga.

Geschiedschrijving is altijd een vormgeving aan het verleden. We kijken nu met 21ste-eeuwse ogen naar een 19de-eeuwse wereld, die in ons blikveld opnieuw contouren en diepte krijgt. Daarmee is geschiedschrijving ook een uitnodiging tot inleving. Inleving in een leefwereld die misschien ver van ons af staat, maar die tegelijkertijd - bij nadere beschouwing - heel veel herkenbare elementen bevat.

Het belang van gedegen en kritisch historisch onderzoek is evident. In dergelijk onderzoek wordt geprobeerd door gevestigde beelden heen te breken en mensen uit het verleden opnieuw tot leven te brengen.

De tand des tijds vermaalt de herinnering aan ons bestaan op aarde tot een handvol anekdotes en enkele - soms lukrake - typeringen. Het is de prachtige taak van kundige en betrokken historici om die eendimensionale karakters weer kleur op de wangen te geven. Om de complexiteit van hun gevoelsleven bloot te leggen. En om hen tot hun recht te laten komen in de context van de wereld waarin zij leefden.

Een wereld die op tal van manieren verbonden is met onze wereld hier en nu, vaak zonder dat we ons dat realiseren.

U beschrijft de drie koningen met hun drijfveren en daden, hun talenten en teleurstellingen, en ja, ook hun fouten en falen. Daarmee geeft U een zo eerlijk mogelijk beeld.

De personen krijgen reliëf. Sterke eigenschappen en persoonlijke prestaties krijgen aandacht. Menselijke zwakheden en mislukkingen óók. U laat de bronnen spreken. Zoals het hoort in onbevangen en integer wetenschappelijk werk.

U heeft in de ontwikkeling van ons Koninkrijk een geschiedkundig monument tot stand gebracht waar toekomstige vakgenoten niet omheen kunnen. En dat is een groot compliment waard.

Is dit 'het laatste woord'? Nee, dat is het niet, en dat kán het ook niet zijn. Nieuwe generaties historici zullen zich opnieuw rekenschap geven van het verleden en daarbij nieuwe accenten zetten en lacunes invullen. Geschiedenis is een levend organisme. Dat maakt haar zo ongekend fascinerend. Ik denk dat we die fascinatie delen.

U heeft de ambitie een grotere groep mensen te bereiken dan alleen de deskundigen. Ik hoop van harte dat deze biografieën hun weg zullen vinden naar vele huiskamers, bibliotheken, treincoupés en vakantieadressen. Kortom: overal waar mensen lezen.

Wie van Nederland houdt, houdt óók van de geschiedenis van Nederland. Dus in potentie is Uw bereik ongekend groot.

Morgen staan we stil bij de landing van Prins Willem Frederik op het strand van Scheveningen, 200 jaar geleden. Daarmee werd de kiem gelegd van de nieuwe staat die later het Koninkrijk der Nederlanden zou worden. Aan de vooravond van die viering heeft U ons allen een waardevol geschenk gegeven, met drie portretten van mannen van vlees en bloed. Dank U wel!