Toespraak van de Prins van Oranje bij de uitreiking van de Erasmusprijs aan José Antonio Abreu, Amsterdam, 7 oktober 2010
De toespraak is uitgesproken in het Engels.
Majesteit, Excellenties, dames en heren,
Vandaag hebben we iets te vieren. We vieren het succes van een project in Venezuela, een project dat is opgezet om jonge mensen uit kansarme gebieden een doel in het leven te geven. Het is een project met wereldwijde relevantie, dat als centraal doel heeft kinderen muziekinstrumenten te geven en te leren samenspelen. Samenspelen in een symfonieorkest wel te verstaan, klassieke muziek dus. Geen voor de hand liggende keuze misschien, maar de resultaten spreken voor zich.
De Erasmusprijs 2010 heeft als thema 'de toekomst van de Europese klassieke muziek'.
Met deze keuze wilde de Stichting het belang onderstrepen van initiatieven die klassieke muziek levend houden en de waardering voor deze kunstvorm nieuw leven inblazen. Kinderen leren in een symfonieorkest te spelen is zo'n initiatief.
Het maatschappelijke en culturele belang van de Europese klassieke muziek weer voor het voetlicht brengen lijkt een open deur - zeker in dit gezelschap. Er zullen niet veel mensen twijfelen aan de oude en rijke traditie van dit muziekgenre, het grote aantal meesterwerken en de vele vernieuwingen die dit genre de afgelopen eeuwen heeft gekend. De Europese klassieke muziek blijft een wereld van historisch en cultureel belang waarin vele verschillende waarden vertegenwoordigd zijn en die op allerlei manieren met de maatschappij verbonden is.
Maar toch is de toekomst van de Europese klassieke muziek minder vanzelfsprekend geworden.
Nu het muzikale universum van jongeren - en ouderen - steeds groter wordt, moet de klassieke muziek haar ooit dominante positie op radio, tv en het podium delen met vele andere genres. Een bezoek aan een concertzaal leert dat het publiek niet jong of divers genoeg is om een gezonde toekomst voor klassieke muziek te waarborgen. En, heel belangrijk, muziekonderwijs is in veel gezinnen en scholen niet langer een vanzelfsprekendheid.
Toch is het moeilijk voorstelbaar dat kinderen opgroeien zonder muziek en ritme. Zonder te zingen en te dansen, alleen of in een groep. Muziek is als het leren van een vreemde taal: hoe eerder je ermee begint, hoe beter. Jonge kinderen kunnen meerdere talen tegelijkertijd leren spreken. En net als met taal is het niet altijd zo dat je klassieke muziek pas op latere leeftijd leert waarderen. Als je niet op jonge leeftijd met klassieke muziek in aanraking bent gekomen, is het veel lastiger haar op latere leeftijd naar waarde te gaan schatten.
Is dat dan zo belangrijk? Ik denk in ieder van wel! Muziek brengt emotie over, schept structuur en brengt mensen bij elkaar. Ruim tweeduizend jaar geleden voerde Socrates al aan dat muziekonderwijs heilzaam was voor de ziel en de beste voorbereiding om een goede burger te worden. Volgens Socrates raken ritme en harmonie rechtstreeks de ziel; als kinderen dus al op jonge leeftijd met muziek in aanraking zouden komen, zouden ze leren goed van kwaad te onderscheiden.
Veel opvoeders blijven, conform deze Socratische denkwijze, aanvoeren dat muziekonderwijs deel moet uitmaken van de opvoeding van ieder kind en zeker niet alleen om zich in muziek te bekwamen. Zij betogen dat muziekonderwijs essentieel is voor het ontwikkelen van intelligentie en om te slagen op school, in de maatschappij en in het leven zelf.
Onderzoek wijst uit dat kunstonderwijs, en met name muziekonderwijs, positieve effecten kan hebben op andere vormen van intelligentie en cognitieve vaardigheden. Maar de bijkomende effecten van muziekonderwijs zijn minstens zo belangrijk. Leren communiceren via muziek betekent leren luisteren naar anderen en in harmonie samenspelen. Verbeeldingskracht, creativiteit, empathie, denken in metaforen en symbolen, leren omgaan met dubbelzinnigheid en het ontwikkelen van een open en leergierige instelling. Het zijn allemaal belangrijke vaardigheden die via muziekonderwijs kunnen worden verworven.
Naast deze individuele voordelen brengt muziekonderwijs ook belangrijke maatschappelijke voordelen met zich mee. Culturele participatie in de maatschappij gaat om meer dan persoonlijk vermaak of individuele ontwikkeling. Het gaat ook om het streven een culturele band met anderen te smeden en gezamenlijk culturele ervaringen te ondergaan.
Muziek is een vorm van communicatie die bruggen kan slaan waar andere middelen tekortschieten. Dat geldt met name voor zelf musiceren. Samen muziek maken vereist empathie, zelfdiscipline en acceptatie van anderen. Dat zijn vaardigheden die ook buiten de muziek van pas komen.
En kinderen hebben natuurlijk ook gewoon veel plezier wanneer ze samen muziek maken. Als vader van drie jonge dochters heb ik zelf kunnen zien dat je geen maestro of wonderkind hoeft te zijn om het leuk te vinden een liedje te spelen en heel trots te zijn als het je lukt.
De afgelopen tijd hebben veel initiatieven in de westerse wereld het belang van muziekonderwijs benadrukt. Ze wijzen erop dat het zinnig zou zijn de focus van basisscholen op taal- en wiskundeonderwijs - uiteraard heel belangrijk - te verbreden. Zo'n drie weken geleden werd in deze zaal tijdens een conferentie over muziekonderwijs een nationale campagne gestart om muziekonderwijs voor basisschoolleerlingen in Nederland te bevorderen. En ik wens ze daarbij veel succes!
Dames en heren,
Vandaag brengen wij een eerbetoon aan een zeer bijzonder muziekproject uit Venezuela. Ruim 35 jaar geleden kwam een man met het idee muziek te gebruiken om veranderingen te bewerkstelligen en de uitzichtloosheid en de armoede te bestrijden. Zijn doel was jongeren uit arme gezinnen te laten kennismaken met de wereld van muziek en hun alternatieven te bieden in een omgeving die gedomineerd werd door drugs, desillusie en misdaad.
De Fundación del Estado para el Sistema Nacional de Orquestas Juveniles e Infantiles de Venezuela, of kortweg El Sistema, is het geesteskind van Dr José Antonio Abreu. Het is ook de verwezenlijking van zijn droom.
In de loop der jaren is El Sistema uitgegroeid tot een belangrijk nationaal project dat meer dan een miljoen kinderen heeft bereikt. De regering van Venezuela verstrekt veel van de fondsen en is begrijpelijkerwijs trots op hetgeen met het project wordt bereikt. Maar El Sistema komt niet uit de koker van de overheid. Het is het werk van dr. Abreu, die het heeft opgezet als een maatschappelijk project om een alternatief te bieden voor misdaad en ellende. Het is het resultaat van de visie van één man en de niet-aflatende inspanningen van honderdduizenden gewone Venezolanen. Duizenden Venezolaanse kinderen hebben een instrument leren bespelen, ze hebben leren samenspelen in een orkest en ze spelen voornamelijk klassieke muziek.
Als oprichter en directeur van El Sistema heeft dr. Abreu een nieuwe betekenis gegeven aan muziekonderwijs en de discussie over de voordelen van muziek verbreed zodat deze niet beperkt blijft tot concepten als technische training, extracurriculaire activiteiten, het cultiveren van esthetische gevoelens of kinderen waardering bijbrengen voor de hogere geneugten van het leven.
In Venezuela daarentegen houdt muziekonderwijs rechtstreeks verband met een brede visie op de ontwikkeling van de jeugd en maatschappelijke verandering. Dr. Abreu heeft gezegd dat het programma niets minder dan "maatschappelijke redding en een diepgaande culturele transformatie" wil bewerkstelligen. In zijn ogen hebben kinderen die muziek kunnen maken een wapen in handen tegen een van de meest destructieve aspecten van armoede: het verlies van de menselijke waardigheid. Hij spreekt over orkesten als "scholen van maatschappelijke solidariteit", waar studenten leren over discipline, verantwoordelijkheid, empathie en burgerschap.
De visie van de heer Abreu, zijn noeste arbeid en ondernemerschap hebben geresulteerd in een muziekonderwijssysteem dat een enorme invloed heeft gehad. El Sistema werd meer dan drie decennia geleden opgericht en volgens de leiders ervan worden momenteel zo'n 400.000 kinderen bereikt. En maar liefst 70 procent daarvan is afkomstig uit gezinnen die onder de armoedegrens leven. Deze prestaties zijn een bron van inspiratie geweest voor muziekleraren en pleitbezorgers van klassieke muziek over de gehele wereld. In heel Europa en Zuid- en Noord-Amerika zijn projecten opgezet die door El Sistema zijn geïnspireerd.
Ook in Nederland zijn er, weliswaar op een kleinere schaal, soortgelijke projecten van de grond gekomen. Zo heeft Rotterdam bijvoorbeeld het project "Ieder kind een instrument" en Amsterdam Zuidoost het "Leerorkest". Ook zijn er maatschappelijke projecten waarbij muzikale vaardigheden worden ingezet om de maatschappelijke integratie te bevorderen.
Naast de indrukwekkende maatschappelijke impact heeft het El Sistema-project ook aangetoond dat er topmusici en -dirigenten uit kunnen voortkomen. Gustavo Dudamel sloot zich als achtjarige aan bij El Sistema. Twintig jaar later werd hij tot hoofddirigent van het Los Angeles Philharmonic benoemd. Het Simon Bolivar Jeugdorkest heeft een hoog professioneel niveau bereikt. En ook het Teresa Carreño Jeugdorkest - dat vanavond in de Grote Zaal zal optreden - is een Venezolaans toporkest dat met trots het vaandel van El Sistema mag voeren.
Het was de bekende Britse dirigent Sir Simon Rattle, die u in de introductiefilm zag, die als eerste onderkende dat wat ooit als maatschappelijk project in Venezuela begon een wederopstanding van de klassieke muziek inluidt. Naar zijn mening, en dat zal u wellicht verrassen, zijn we nu getuige van niets minder dan de toekomst van de klassieke muziek!
Maestro Abreu, u heeft uw leven aan dit werk gewijd, gedreven door een grootse visie en met een duidelijk doel voor ogen. We bewonderen uw vasthoudendheid bij het verwezenlijken van deze droom. We zijn onder de indruk van hetgeen met dit project tot stand is gebracht en we vertrouwen erop dat het voorbeeld van El Sistema een bron van inspiratie zal blijven.
Mag ik u nu uitnodigen naar voren te komen zodat ik u kan huldigen met de versierselen van de Erasmusprijs.