Voorwoord van de Prins van Oranje voor het programmaboekje voor de Nationale Veteranendag, 27 juni 2009
Vijf jaar geleden werden, na advies van de Commissie van Eekelen, de contouren van een Nederlandse Veteranendag zichtbaar. Niemand kon toen vermoeden hoe snel deze dag als geslaagd ervaren zou worden, en een eigen plaats zou verwerven binnen de samenleving.
Na de start in 2005 staat er nu een Nederlandse Veteranendag die er wezen mag. Het is uitgegroeid tot een nationaal evenement, met een defilé waar mijn grootvader, Prins Bernhard, trots op zou zijn geweest. Dit jaar zal dit nationaal defilé van duizenden veteranen en militairen naar verwachting meer dan 50.000 bezoekers trekken.
Maar het gaat natuurlijk niet alleen om aantallen bezoekers. De Nederlandse Veteranendag is in de eerste plaats in het leven geroepen om één keer per jaar met de hele Nederlandse bevolking stil te staan bij de inzet van onze veteranen. Of ze nu oud of jong zijn, of ze nu ingezet werden tijdens de Tweede Wereldoorlog of daarna in bijvoorbeeld Nederlands Indië, Bosnië of Afghanistan. Allemaal hebben zij in opdracht van de Nederlandse regering hun taak met verve vervuld. En allemaal hebben zij - en hun thuisfront - hiertoe grote persoonlijke offers gebracht. Op Nationale Veteranendag drukken wij als samenleving onze verdiende waardering en respect uit voor deze inzet, wanneer en waar ter wereld dan ook.
In mijn toespraak voor de Veteranendag in 2006 heb ik gesproken over de veteraan als mens. In de maatschappelijke discussie rond een missie kan het individu soms schuil gaan achter de schaduw van de geschiedenis, en uit het zicht raken. Onze veteranen uit de Tweede Wereldoorlog waren vanouds bekend en gewaardeerd. Maar dat kon soms anders aanvoelen bij diegenen die bijvoorbeeld waren ingezet in Nederlands Indië of Korea. Of in Srebrenica. Of bij een van de kleinere missies, bijvoorbeeld in Afrika. Veteranen doen er echter goed aan om uit die schaduw te treden.
Het is dan ook goed te zien dat de jongere veteranen zich steeds actiever manifesteren, en het stokje overnemen van de oudere groepen, die in aantal steeds kleiner worden. De Libanon-veteranen zijn de laatste jaren duidelijker herkenbaar als saamhorige groep met eigen initiatieven, zoals de introductie van de witte anjer. Ook Bosnië-veteranen beginnen zich als homogene groep te manifesteren, en treden ook internationaal uit de schaduw. Via het project 'Veteranen met een missie" voeren ze opbouwactiviteiten uit in hun oude missiegebied.
Voor de nog jongere veteranen, bijvoorbeeld uit Irak of Afghanistan, is het soms nog moeilijk om zich als groep zichtbaar te maken. Zij voelen zich soms nog geen 'veteraan'; een begrip dat ze al snel verbinden met oudere mannen of vrouwen. Toch hebben ook deze hele jonge veteranen vaak al veel meegemaakt; veel meer dan menig leeftijdgenoot. Ook zij mogen zich zonder enige schroom of reserve laten zien.
Ik zou alle veteranen bij gelegenheid van deze 5e Nederlandse Veteranendag nog eens willen meegeven dat de Nederlandse bevolking achter u staat. Deze waardering geldt eigenlijk ongeacht de politieke context van een missie. Vandaag de dag, bijvoorbeeld in Afghanistan, steunt de Nederlandse bevolking onze militairen. Ook diegenen die onze inzet liever anders zouden willen zien, laten geen enkele twijfel bestaan over hun waardering voor het werk en de inzet van deze toekomstige veteranen.
Er is al met al een belangrijke trendwijziging zichtbaar in de relatie tussen de Nederlandse bevolking en veteranen. Van het aloude ontzag voor de veteranen uit de Tweede Wereldoorlog zijn wij via een periode van meer afstand en reserve - en soms ook onbegrip - toegegroeid naar een situatie waarin de Nederlandse bevolking onze veteranen weer volmondig steunt.
Ik ben er zeker van dat de Nederlandse Veteranendag heeft bijgedragen aan die veranderde bewustwording, en aan het besef bij onze veteranen dat ze er toe doen. Zij mogen weer gezien worden en men ziet ze ook weer graag. Onze veteranen staan niet meer in de schaduw van de geschiedenis, maar geven onze geschiedenis juist een menselijk gezicht.