Toespraak van de Prins van Oranje bij de herdenking in Wassenaar op de 91ste geboortedag van Erik Hazelhoff Roelfzema

Dear Karin, beste Erik, excellenties, dames en heren,

Karin, Erik: this is a very special moment for me. To be here, together with you and so many others, paying tribute to the life of Erik. Your husband, your father, our friend; comrade-in-arms, writer and vivid symbol of Dutch freedom. In each of these roles, he made a great and lasting impression. We each have our own memories and images of this man. My family too remembers him fondly and I would like to take a few moments to look back on some of these memories, even if I can give you only a fleeting impression of the history we shared. From here, I will proceed in Dutch if I may.

"De vogel van het geluk strijkt bij voorkeur op een gepoetst stokje neer." Dat spreekwoord uit Hawaï achtte Erik Hazelhoff Roelfzema bij uitstek van toepassing op zichzelf. Hij was een bevoorrecht mens en hij wist het. Intens gelukkig met zijn vrouw Karin van wie hij zielsveel hield, gelukkig met zijn zoon, dochter, zijn familie en zijn vrienden, gelukkig met zijn lange leven dat zo rijk was aan ervaringen, ontmoetingen en avonturen. Hij was een geboren optimist. "De truc in het leven is om niet stil te staan bij onvermijdelijke tegenslagen. Aanvaard ze zo snel mogelijk en dan… press on!" Dat waren zijn eigen woorden en die tekenden hem.

Het was een feest en een voorrecht hem te kennen. Ik herinner me onze eerste echte ontmoeting nog goed. Het was in Leiden, in 1987. Erik presenteerde een bijgewerkte editie van zijn boek 'Soldaat van Oranje'. Hij had daarvoor een passende locatie gekozen: zijn oude studentenhuis op Rapenburg 56. En ik - in die tijd zelf student in Leiden - kreeg een uitnodiging om erbij te zijn.

In de beste Leidse traditie nam ik al mijn huisgenoten mee. Ik weet niet of Erik en zijn uitgever daar helemaal op hadden gerekend. Maar ze verblikten noch verbloosden.

Hij vroeg ons die avond met hem te gaan eten. Allemaal. En daarna ging Erik nog mee naar de sociëteit. Ik weet het nog goed. Het leeftijdsverschil van een halve eeuw smolt weg. Dat was een van de grote talenten van Erik Hazelhoff Roelfzema. Hij bleef altijd jong. Altijd enthousiast. Altijd positief gestemd.

Hij was een icoon van de vrijheid. Van onze vrijheid. Verzetsman. Engelandvaarder. Uitvoerder van risicovolle landingen op de Nederlandse kust. Vlieger. Adjudant. Drager van de Militaire Willemsorde.

Onbevreesd en soms onbesuisd streed hij voor de beginselen van een vrije samenleving. Simpelweg omdat een leven van afhankelijkheid in angstige afwachting hem niet lag. Hij was de man van het open vizier. Met een intense afkeer van onwaarachtigheid en dwingelandij. Een geknecht leven is geen leven. Dan liever het verzet. Dan liever het gevaar. Dan liever alles op het spel zetten om de vrijheid te herwinnen.

Daarbij was niets menselijks hem vreemd. Hij was een schelm in de beste betekenis van dat woord. Met nauwelijks ingehouden plezier beschrijft hij in zijn autobiografie hoe hij vlak na zijn geslaagde overtocht naar Engeland bij Austin Reed in Londen een duur pak kocht. Op kosten van de Nederlandse regering in ballingschap. Kort daarna ontmoet hij minister-president Gerbrandy. Die bevoelt het revers en zegt met glinsterende oogjes tussen neus en lippen door: 'Zég. Da's een verrekt mooi pak dat u daar aanhebt...'

Hij was een gevoelsmens. Loyaal. Met een scherp oog voor menselijke details die anderen wellicht ontgaan. In mei 1945 was hij als adjudant van Koningin Wilhelmina bij haar gestationeerd in Anneville, in Brabant. Zij stond erop gebruik te maken van rantsoenformulieren, net als iedereen en Erik Hazelhoff Roelfzema beschrijft later met een glimlach hoe zij die formulieren invulde. Naam: Wilhelmina. Beroep: Koningin.

Het is me vaak opgevallen hoe nuchter hij over zijn heldendom sprak. Hij gebruikte zijn heldenstatus niet als een sokkel die hem verhief boven anderen. "Achter elke drager van de Militaire Willemsorde staan misschien wel honderd anoniem gebleven helden. Grótere helden soms" schreef hij. Hij wist: zoveel vliegers, zoveel agenten, zoveel verzetsmensen hebben het niet overleefd. Zoveel helden zijn in de schaduw gebleven.

Hij wist dat heldhaftigheid vele vormen kent.
Een nachtelijke dropping aan de Hollandse kust, dwars door vijandelijke linies.
Je mond opendoen tegen het ontslag van joodse collega's.
Je huis openstellen voor vervolgde onderduikers.
Dat alles is heldendom.

Vandaag - op deze bijeenkomst gewijd aan Erik Hazelhoff Roelfzema - eren we alle mensen die zich dapper toonden in die donkere, dreigende jaren. Het is een eer en een voorrecht om een aantal van hen hier in ons midden te hebben.

Onder deze helden, hebben de dragers van de Militaire Willemsorde een bijzondere positie. Het grootmeesterschap van die Militaire Willemsorde is onafscheidelijk verbonden met het koningschap. Ook toekomstige dragers van de Kroon zullen dat grootmeesterschap bekleden, niet uit verdienste, maar uit hoofde van het ambt. Aan hen wel de taak de herinnering aan de echte helden levend te houden en te staan voor de waarden waar zij voor gevochten hebben.

Dames en heren, het leven van Erik Hazelhoff Roelfzema was verweven met de geschiedenis van mijn familie.

  • Hij was de adjudant van Koningin Wilhelmina.
  • Hij was een kameraad van mijn grootvader. Een kameraadschap die hechter en hechter werd naarmate beiden ouder werden. Meer dan 300 brieven en kaarten stuurde hij in de loop der jaren naar Soestdijk. Mijn grootvader onderhield het contact vooral per telefoon, en verloor daarbij het tijdsverschil met Hawaï soms uit het oog. In een brief uit 2004 schrijft Erik heel subtiel: "Mocht je bellen; het tijdsverschil is nog steeds twaalf uur!".
  • Hij bracht mijn moeder en mijn tante in augustus 1945 thuis op Nederlandse bodem.
  • Hij bekleedde de ceremoniële functie 'koning van wapenen' bij de inhuldiging van mijn moeder.
  • Hij vroeg mijn tante een voorwoord te schrijven bij een nieuwe uitgave van zijn boek en deed hetzelfde voor haar.
  • Met Máxima en mij onderhield hij een warme band. We gingen elk jaar een keer met zijn vieren eten. De rekening werd om en om betaald. Daar stond hij op; en ik ook.
  • Hij kwam ook bij ons op bezoek en Amalia heeft hij nog op schoot gehad.

Zo maakte hij sinds 1941 vijf generaties Oranje-Nassaus van zeer nabij mee.

Ik herinner me nog goed onze gesprekken. Zijn levenslust. Zijn belangstelling voor het nú.

Hij zei: "Mijn generatie had het gemakkelijk. Voor ons was de keuze helder. Je moest kleur bekennen en stáán voor je zaak. Voor jullie generatie is het lastiger. De wereld is nu zo complex. Keuzes maken is zo moeilijk geworden."

Tegelijkertijd had hij een zeer groot vertrouwen in jonge mensen. Hij was het niet eens met degenen die zeggen dat vroeger alles beter was.

In 1998 gaf hij een gastles op een middelbare school in Den Haag en toen zei hij: "Als er morgen weer wat zou gebeuren, staat deze generatie opnieuw klaar. Ik ben daarvan overtuigd."

Díe woorden, dát vertrouwen, uit zijn mond.
Ik beschouw ze als een waardevol geschenk aan onze generatie. Een geschenk dat ons aanspreekt op onze verantwoordelijkheid. Een kostbare erfenis die we nooit mogen vergeten en die we moeten koesteren.

Vandaag herinneren we ons de Soldaat van Oranje.
Erik Hazelhoff Roelfzema.
Symbool van onze strijd voor de vrijheid.
Soms onvoorspelbaar in zijn daden.
Altijd trouw in zijn gevoelens.
En misschien was dat wel zijn grootste kracht.

Wij herdenken hem met het woord dat hij zelf altijd gebruikte. Karin, jij kent de vele betekenissen ervan. Het woord betekent 'vaarwel'. Het betekent 'tot ziens'. Het betekent 'verbondenheid en trouw'. Het betekent 'liefde'. Het betekent 'vriendschap die nooit slijt'.

Aloha, Erik.
Aloha.

3 april 2008