Toespraak van de Prins van Oranje, 15 mei 2007
bij de uitreiking van de Appeltjes van Oranje, Paleis Noordeinde, Den Haag
Dames en heren,
Hartelijk welkom in Paleis Noordeinde.
U bent gewend dat mijn vrouw de Appeltjes van Oranje uitreikt. Maar zij heeft nog verlof. Gelukkig hebben we een goede vervangingsregeling! Als haar maatje heb ik haar al die jaren vanaf de eerste rij ondersteund. En dus mag ik vandaag de prijzen uitreiken.
Máxima en ik zijn samen beschermpaar van het Oranje Fonds. We zijn er intensief bij betrokken. Namens ons beiden zeg ik: fijn dat u er allemaal bent. En namens allen aanwezig wil ik U, Majesteit, heel hartelijk bedanken voor Uw gastvrijheid !
Dit jaar bestaat het Oranje Fonds vijf jaar. Het is ook vijf jaar geleden dat we samengingen met het Juliana Welzijn Fonds, dat al sinds 1948 actief is.
Twee fondsen onder één oranje vlag. Het ene jong en een beetje onstuimig. Het andere op leeftijd en met een schat aan ervaring. Samen sterk. We zijn nu vijf jaar de beste maatjes. En we zijn van plan dat nog heel lang te blijven.
U had het vast al begrepen: Het draait vandaag om 'maatjes'.
Maat betekent niet alleen vriend, maar ook metgezel.
Daar zit beweging in. Je bent samen onderweg. Je helpt elkaar vooruit. Ook als er hobbels op het pad zijn. Ook als het donker wordt of als het begint te regenen. Of als een van beiden struikelt.
Je blijft bij elkaar omdat je samen verder komt.
Mijn grootmoeder - en naamgeefster van het Juliana Welzijn Fonds - verstond de kunst om dit soort dingen heel kernachtig te zeggen. Zij zei ooit eens in een kersttoespraak: "het is diep eenvoudig dat twee meer kunnen dan één".
De eerste ervaring die ik zelf had met maatjesprojecten was in de jaren tachtig. Ik had toen een ontmoeting met een aantal buddies van mensen die leden aan een geheimzinnige nieuwe ziekte: AIDS.
Inmiddels weten we veel meer van die ziekte. Maar kunt u zich nog herinneren hoe het in de jaren tachtig was? AIDS was de grote onbekende. We tastten met zijn allen in het duister. Mensen die aan de ziekte leden, werden soms uit angst als paria's behandeld.
En toch waren er toen buddies die zeiden: "Hier ben ik. Pak m'n hand maar vast. We gaan hier samen doorheen."
Die ervaring heeft toen een grote indruk op me gemaakt. Ik heb er de laatste weken regelmatig aan moeten terugdenken.
De buddies van toen waren de pioniers. En ik vind het fantastisch dat zoveel mensen hun voorbeeld hebben gevolgd.
Of ze zichzelf nu buddy noemen, of vriend, of coach, of mentor. Want maatjes zijn tegenwoordig op vele terreinen actief. Voor uiteenlopende groepen mensen.
Voor zieken,
Voor mensen die eenzaam zijn of in een isolement zitten,
Voor mensen die na een ellendige tijd moeite hebben de draad weer op te pakken,
Of die persoonlijke begeleiding nodig hebben om hun talent te ontplooien.
We willen die veelzijdigheid als Oranje Fonds graag laten zien. Ik ben blij dat er zoveel succesvolle maatjesprojecten zijn. Deskundigen vinden dit soort projecten heel erg kansrijk voor de oplossing van sociale problemen in ons land. Ze staan bovenaan de "30 plannen voor een beter Nederland" die vorig jaar door een aantal vooraanstaande wetenschappers zijn opgesteld. Die deskundigen vinden dat maatjesprojecten goed aansluiten bij de behoefte van de samenleving om eigen problemen ter hand te nemen. Met relatief weinig geld en eenvoudige middelen kan veel worden bereikt.
Wat is het geheim van dat succes? Waarin zit de kracht van een maatje?
In de eerste plaats denk ik: heel simpel het gewone contact van mens tot mens. We zijn wel eens geneigd ons heil van instanties te verwachten. Of van de overheid. Maar hoe waardevol en hoe nodig instanties ook zijn, ze kunnen nooit een gemis aan menselijk contact goedmaken. Instanties kunnen voor ons de voorwaarden scheppen voor een goed leven. Maar ze slaan geen arm om je heen. Ze halen je niet uit de put. Je kunt niet met ze lachen. Je kunt er niet mee voetballen of koffiedrinken of tot diep in de nacht doorpraten.
Een tweede factor van belang is wat ik 'de positieve kracht' noem. Eén van de dingen die ik heb geleerd in de sportwereld is de enorme invloed van positieve prikkels. Belangstelling, aanmoediging en support geven mensen power. Ze hebben veel meer effect dan correctie en straf. Ze geven zelfvertrouwen en zorgen voor groei en ontwikkeling.
Het zijn niet de fluitconcerten, maar de toejuichingen die een sporter tot een kampioen maken. En wat in het stadion geldt, geldt ook in het park, aan de keukentafel, of op school.
Een derde verklaring voor het succes van maatjes, is hun gelijkwaardigheid. Het is tweerichtingsverkeer. Ik denk dat degenen onder u die zelf maatje zijn, het kunnen beamen. Je neemt er allebei wat van mee. Plezier, levenservaring, steun, een blik buiten je eigen wereldje. Want de mooiste kennis is mensenkennis.
Die drie elementen - gewoon contact van mens tot mens, een positieve insteek, tweerichtingsverkeer - zien we terug in alle genomineerde projecten. En zeker bij de drie winnaars.
De mensen van de Stichting Vriendendiensten uit Zeist halen mensen met een psychiatrische achtergrond er weer bij. Fantastisch hoe u elkaars vertrouwen weet te winnen en samen de wereld tegemoet stapt.
De mensen van de stichting Exodus in Leiden helpen ex-gedetineerden om de draad van het gewone leven weer op te pakken. Niet gemakkelijk, maar heel erg nodig en zinvol. Ik heb groot respect voor wat u samen weet te bereiken.
En de mensen van de
stichting Welzijn in Helmond
maken zich sterk voor jongeren die een stevige, enthousiaste coach nodig hebben. Iemand die tegen een stootje kan, hun wereld kent, hun taal spreekt en ze de goede kant op duwt.
Het blijkt dat uw aanpak heel goed werkt. Minder problemen thuis. Minder rotgeintjes in de buurt. Betere schoolresultaten. En nog heel veel plezier samen hebben ook. U bewijst dat het kan!
Drie geweldig goede projecten. De drie geldprijzen zijn even groot. Maar er is één grote appel.
Die grote appel gaat naar de mensen in Helmond. Omdat uw aanpak toepasbaar is voor heel veel jongeren op heel veel plaatsen in Nederland.
Dames en heren, ieder mens heeft talenten. Ieder mens verdient kansen.
Die kansen moeten we toch echt zelf benutten. Niemand kan die verantwoordelijkheid van ons overnemen.
Maar dat wil niet zeggen dat we op onszelf zijn aangewezen. We staan er niet alleen voor.
Zolang er maatjes zijn, is er hoop!
Alle winnaars: van harte gefeliciteerd!
En tegen alle maatjes zeg ik: ga zo door!