Toespraak van Koning Willem-Alexander bij de uitreiking van vaandelopschriften aan 18 eenheden van de krijgsmacht voor hun inzet in Afghanistan, Veteranendag, Den Haag


Mannen en vrouwen van de krijgsmacht, veteranen, 

Ieder van u staat hier met een hoofd vol herinneringen en een hart vol gevoelens. Ieder van u draagt een wereld aan eigen ervaringen mee. Maar hier, op dit moment, overheerst toch een emotie die wij allemaal delen.

We zien hoe onze mede-Europeanen in Oekraïne zich moedig teweer stellen tegen blinde agressie en terreur. 
En ons hele wezen komt in opstand tegen een machtsmachinerie die meent de vrijheid van anderen ongestraft te kunnen vertrappen.

We leven niet alleen vurig mee met de mensen in Oekraïne die hun huis en haard verdedigen. We beseffen ook állemaal hoezeer de vrijheidsdrang in onze eigen genen zit. En hoe waardevol en kwetsbaar vrijheid, veiligheid en recht zijn in onze wereld en in ons Europa.

Waakzaamheid kan niet zonder weerbaarheid. Bij de verdediging van alles wat ons dierbaar is, leunden en leunen wij op u: mannen en vrouwen van onze krijgsmacht. 

U komt namens ons in actie. Niet op eigen initiatief. Maar omdat het democratisch gecontroleerde bestuur en de samenleving daarom vragen. 

U doet uw plicht naar beste kunnen en met volle inzet, dichtbij en ver weg. 

Oók als de omstandigheden bijna onmenselijk zwaar zijn. Ook als er risico’s zijn en gevaar dreigt. Ook als de mensen om u heen – uw partner, uw kinderen, uw ouders – hun adem inhouden en proberen hun angst en ongerustheid weg te slikken.

Op deze Veteranendag 2022 beseffen wij nog méér dan in andere jaren hoeveel wij van u vragen en gevraagd hebben. Nu de vrede in Europa op het spel staat, realiseren wij ons eens te meer hoe sterk wij onze krijgsmacht nodig hebben. En hoe dankbaar wij mogen zijn voor onze veteranen.

Daarom is het goed om juist nu – op Veteranendag – onze verbondenheid te tonen met u, militairen van achttien onderdelen van de krijgsmacht die in Afghanistan het uiterste hebben gegeven en zich op bijzondere wijze hebben onderscheiden. 

De vaandelopschriften die ik u zo dadelijk zal uitreiken, zijn daarvan het symbool. Ze vormen een erkenning en waardering van de prestaties die u heeft geleverd.

Ruim 30.000 Nederlandse militairen kennen Afghanistan uit eigen ervaring. 

U onderging de helse hitte. U voelde het geelgrijze stof van Kamp Holland in uw ogen en neus. U hoorde het felle mortiervuur in Helmand en Kandahar. U zag de gewonden en de slachtoffers bij Deh Rawod en op andere plekken. 

Een aantal van u liep blijvende fysieke schade op. Vijfentwintig kameraden verloren het leven. Het verdriet om hen gaat nooit meer weg, in het bijzonder bij hun nabestaanden.  
Aan u is gevraagd om uw eigen veiligheid in de waagschaal te stellen voor internationale stabiliteit, vrede en ontwikkeling. De mentale verwerking van uw ervaringen kan een heftig proces zijn, dat een leven lang kan duren.

Bij iedereen verloopt dit proces anders. Maar niemand laat het onberoerd.

Ik begrijp heel goed dat de gebeurtenissen in Afghanistan sinds augustus 2021 u diep raken. 

Wij zijn er allen door aangedaan, maar voor u die het land kent en er iets van uzelf heeft achtergelaten, is dit extra moeilijk. 

Ongetwijfeld gaan uw gedachten ook uit naar de Afghaanse mensen met wie u samenwerkte en van wie u het spoor bent kwijtgeraakt. Een bitter besef.

Weet dat u omringd bent door de warme steun vanuit de samenleving. Het feit dat wij hier vandaag bij elkaar zijn, laat zien dat uw inzet met dankbaarheid wordt erkend en gewaardeerd. 

Het werk aan vrede, veiligheid en ontwikkelingskansen kent geen garanties op succes. Maar stel dat niemand dit werk meer zou willen doen, wat zou dat betekenen voor onze toekomst?

De zaden die u heeft helpen planten in Afghaanse bodem, zullen ooit ontkiemen en vrucht dragen. Daar hopen en vertrouwen wij op. Laten we ons vasthouden aan de les die overste Gijs Tuinman, één van de dragers van de Militaire Willems-Orde, meegeeft aan zijn kinderen: “Nooit, maar dan ook nooit opgeven. Hoe slecht de situatie ook is.”
Wij voelen ons één met de Nederlandse militairen die zich op dit moment inzetten in Europa en elders in de wereld, samen met onze Europese partners en NAVO-bondgenoten. Zij dragen het schild waarachter wij in vrijheid kunnen ademen en leven.

Wij voelen ons evenzeer verbonden met alle ruim 100.000 veteranen die zich vanaf de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet in dienst van het Koninkrijk. 
Uw herinneringen, uw loyaliteit, uw gevoelens, en uw pijn verdienen respect en aandacht. Nu en in de toekomst.
Iedere nieuwe generatie kijkt opnieuw naar het verleden en komt op basis van onderzoek met een eigen waardering daarvan. Dat is goed en hoort bij een vrije, democratische rechtsstaat die kritisch is op zichzelf en wil leren van de geschiedenis. 

Maar een samenleving kan zich nooit losmaken van zijn veteranen. 

U hoort bij ons. Wij horen bij u. 

Wij zijn - in lief en leed - één.

Dank u wel.