Toespraak van Koning Willem-Alexander ter gelegenheid van de uitreiking van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2020, Amsterdam
Dames en Heren,
Dank U wel, meneer Frieling, voor Uw toelichting namens de jury.
Ik wil beginnen met te zeggen hoe blij ik ben dat wij hier bij elkaar zijn om de beeldende kunst te steunen. Noodgedwongen in een heel klein gezelschap, maar thuis kijken er gelukkig veel belangstellenden mee.
Dit is een ongelofelijk moeilijk jaar voor heel veel mensen, en zeker ook voor kunstenaars. Voor jonge kunstenaars al helemaal. Je zult dit jaar maar afgestudeerd zijn aan één van de academies… Géén eindexpositie… Geen trotse ouders die komen kijken. Geen feest met je vrienden na afloop. Nauwelijks mogelijkheden om je werk aan een groter publiek te laten zien.
Mede daarom misschien de grote belangstelling voor de Koninklijke Prijs. Dit jaar waren er 406 inzenders! Twee keer zoveel als in 2019 en het hoogste aantal in twintig jaar!
Het afgelopen half jaar hebben we allemaal kunnen ervaren hoe het voelt als de cultuur in ons leven wegvalt. Kunst is zuurstof voor het hart en voedsel voor de geest. Dit is misschien wel het grootste verschil tussen mens en dier: wij kunnen niet zonder cultuur (met grote en kleine C).
Ik heb bewondering voor de manier waarop makers in de kunst de moed erin houden. Daar hebben ze onze steun bij nodig. Dus: houd anderhalve meter afstand, maar ga kijken in de galeries, in de open studio’s en in de musea!
Een schilderij boven de bank kan even avontuurlijk zijn als een verre reis. Kunstenaars brengen de wereld bij je thuis. Dat zien we ook vandaag. Van de 15 exposanten, zijn er 8 buiten Nederland geboren: in Zuid-Afrika, China, Duitsland, Zwitserland en Curaçao. Dit jaar zijn alle winnaars vrouw. Dat is voor het eerst in de 149-jarige geschiedenis van de Koninklijke Prijs.
Janne Schipper is een kunstenaar die heel veel verschillende pijlen op haar boog heeft. Ze maakt installaties, foto’s, videofilms, banieren, geluidswerken, poëzie, en ja… ook schilderijen. Janne is de dochter van een lijstenmaker, een vak dat enorm veel precisie vraagt. Die zorgvuldigheid en die materiaalbeheersing heeft ze van hem geërfd. Haar winnende werken zijn geschilderd mét doek in plaats van óp doek. Veel van haar werk gaat over de relatie tussen de mens en de groep. Hoeveel ruimte hebben we eigenlijk om echt onszelf te zijn? Is er nog plaats voor nuance in de samenleving en de kunst? Wie geïnteresseerd is in dit soort vragen, vindt in Janne Schipper een zielsverwant.
Charlott Weise is de tweede winnaar. Zij is geboren in het Duitse Görlitz, maar woont al jaren hier in Amsterdam. Twee keer al – in 2015 en 2016 – behoorde ze tot de exposanten, en nu staat ze dus op het erepodium. Dat laat zien dat de Koninklijke Prijs jonge kunstenaars ook echt in hun ontwikkeling volgt. Het lóónt om vol te houden en je werk te blijven inzenden. Charlott Weise is naar eigen zeggen verliefd op het medium olieverf. Ze roept in haar werk een kleurrijke droomwereld op. Het zijn grote doeken waarin je helemaal wordt meegezogen.
De derde winnaar is Dan Zhu, geboren in het Chinese Jiangxi. Net als Janne Schipper heeft ook zij iets meegekregen van de talenten van haar vader. Hij werkte in het bosbeheer en maakte daarvoor heel knappe tekeningen van insecten. Een inspirerend voorbeeld. En altijd mooi om te zien als dochters iets van hun vader overnemen… Het werk van Dan Zhu heeft een magische sfeer. Het is geworteld in de Oosterse filosofie, maar heeft soms ook iets van een westers stripverhaal. Oost en west ontmoeten elkaar in haar bijzondere werk.
Ik wil de jury - met de nieuwe leden Mevrouw Elders en de Heer Samiee - hartelijk danken voor hun inzet. Meneer Frieling, dank U wel dat U het voorzitterschap dit jaar wilde waarnemen Voor mevrouw Van den Bosch. Met veel plezier neem ik Uw voordracht over. Mijn hartelijke gelukwensen aan de drie winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2020. Ik nodig hen graag uit naar voren te komen:
Janne Schipper;
Charlott Weise;
Dan Zhu.