Toespraak van de Koning bij de uitreiking van de Militaire Willems-Orde aan Majoor-vlieger Roy de Ruiter, Den Haag
Toen Roy de Ruiter 16 jaar en negen maanden oud was, solliciteerde hij als vlieger bij de Koninklijke Luchtmacht.
Op 20-jarige leeftijd mocht hij zich operationeel Apache-vlieger noemen.
Zes keer werd hij uitgezonden naar Afghanistan. Een uitgemergeld land, geterroriseerd door krijgsheren, drugscriminelen en Talibanstrijders.
Een land dat de steun van de internationale gemeenschap nodig heeft om
machtsmisbruik en geweld het hoofd te bieden.
Apache-vliegers zijn hierbij onmisbaar.
Zij voeren verkenningen uit en escorteren konvooien en transporthelikopters. Ze schakelen vijandelijke stellingen uit. En ze beschermen militairen op de grond tijdens operaties.
Dat laatste – de bescherming van de collega’s op de grond – was de toenmalige kapitein De Ruiter heilig.
Fel en vasthoudend deed hij al het mogelijke – en soms het onmogelijke – om de grondeenheden te ondersteunen en te behoeden voor gevaar.
Voor Roy de Ruiter vormt de krijgsmacht één team. Het liefst wilde hij altijd bij de planning betrokken zijn. Zijn gedrevenheid leidde soms tot gefronste wenkbrauwen. Maar tijdens risicovolle operaties waarin elke seconde telt, bewees die goede voorbereiding keer op keer zijn nut.
De grondeenheden in Uruzgan gingen de Apaches beschouwen als een onderdeel van hun operatie, beter nog: als hun ‘cavalerie vanuit de lucht’.
Een goed voorbeeld was de operatie op
24 december 2007. Terwijl Nederland een vreedzame Kerstavond beleefde, stond in de Afghaanse provincie Helmand een Nederlands-Britse operatie op stapel om een aantal gevaarlijke personen op te pakken. Kapitein De Ruiter stelde voor de Apache zo in te zetten dat hij alle aandacht van de Taliban zou trekken.
Door te vuren op de helikopter zouden de opstandelingen hun positie verraden.
Tijdens deze operatie wist kapitein De Ruiter als Air Mission Commander samen met zijn co-piloot twee uur lang gevechtssteun te geven vanuit de lucht.
Hij wist de Britse grondtroepen – die hevig werden bestookt met mortieren – te beschermen, terwijl de granaten langs de cockpit scheerden. Uiteindelijk werd de operatie succesvol afgerond en keerden Britten en Nederlanders ongedeerd terug.
Een van de heftigste gevechtsacties waaraan het Apache-detachement deelnam vond een kleine twee jaar later plaats, in september 2009. Deze operatie was niet alleen een poging om de Taliban te verzwakken, maar ook een strijd met de elementen: aarde, water, lucht en vuur.
De setting: een rotsachtige vallei met gruis en stenen, doorsneden door de sterk stromende rivier de Helmand. In de vroege ochtend worden de Apaches de lucht in gestuurd om een groep collega’s uit een hinderlaag van de Taliban te ontzetten.
De vallei is inmiddels een kakafonie van automatisch vuur. De grijze aarde biedt nauwelijks dekking aan de Nederlandse militairen. Communicatie is moeilijk, omdat de radio van de commandant vol water is gelopen.
Onder luchtsteun van de Apaches – die permanent op de tegenstander blijven vuren op enkele tientallen meters van de eigen mannen op de grond – slagen deze erin hun zwaar gewonde collega Kevin van de Rijdt te vinden en terug te brengen binnen de eigen gelederen.
Kapitein De Ruiter maakt hierbij zijn eigen veiligheid ondergeschikt aan die van de grondeenheden. Op uiterst lage hoogte geeft hij vuursteun aan zijn collega’s zodat zij het vermiste teamlid terug kunnen brengen. Later weet hij ook diens achtergebleven vest met schetsen van het aanvalsplan te vinden, waarna dit kan worden vernietigd.
Korporaal Van de Rijdt overleed aan zijn verwondingen. Ik weet hoezeer dit de nabestaanden en iedereen die bij deze operatie betrokken was aangegrepen heeft, en bezig houdt tot op de dag van vandaag.
Dankzij de onvoorwaardelijke steun en het effectieve en moedige optreden van kapitein De Ruiter en zijn Apache-detachement is voorkomen dat meer slachtoffers vielen.
Later in diezelfde maand werd in een dorp in een naastgelegen provincie opnieuw duidelijk hoe essentieel een goed samenspel tussen Land- en Luchtmacht is. Om een hardnekkige verzetshaard van de Taliban onschadelijk te maken, werd besloten tot een verrassingsactie waarbij Chinook-helikopters midden in het dorp zouden landen, op dertig meter van de bazaar. Onder dekking van de Apaches werd deze gedurfde, tot in de kleinste details voorbereide operatie met succes bekroond, zonder dat burgers gewond raakten. Dankzij het razendsnelle denken en handelen van kapitein De Ruiter kon de bemanning van een Chinook een vluchtende Talibanstrijder gevangennemen, terwijl zijn Apache hem onder schot hield.
In deze operatie konden meerdere Talibanstrijders worden opgepakt en konden veel wapens en springstof in beslag worden genomen.
Planning en voorbereiding zijn cruciaal in iedere operatie. Maar vaak moet een plan ‘in het zadel’ worden bijgesteld. Zelfs bij de best voorbereide actie komt veel aan op het inzicht en het reactievermogen van gezagvoerders en commandanten in de hitte van het moment. Beleid wordt niet alleen op de basis gemaakt, maar ook in de cockpit terwijl de granaten langs suizen en - in de woorden van een officier-vlieger - ‘de adrenaline tegen de oogkassen klotst’.
Om dan de rust en het overzicht te bewaren, moet je uitzonderlijke capaciteiten hebben.
Majoor De Ruiter heeft bewezen daarover te beschikken.
Majoor De Ruiter, U hield het hoofd helder in het heetst van de strijd. Dat bleek ook toen een Nederlandse compagnie onder vuur lag bij Deh Rawod in januari 2008. Korporaal Aldert Poortema en soldaat Wesley Schol kwamen daarbij om het leven. U werd vervolgens opgeroepen om de Nederlandse grondtroepen te gaan helpen, want het gevaar was nog niet geweken. Soldaat Marc van de Kuilen raakte zwaargewond en later lieten twee Afghaanse bondgenoten het leven.
U had als één van de eersten door dat de compagnie onder eigen vuur lag. Uw alerte optreden, en de sterke wil om langer met Uw gevechtshelikopter boven operatiegebied aanwezig te zijn dan vooraf was bepaald, zijn tekenend voor Uw loyaliteit aan Uw collega’s op de grond.
Hoezeer U ook de grenzen opzocht van het fysiek en tactisch mogelijke, U bleef altijd trouw aan Uw mandaat. Geweld gebruikte U alleen proportioneel.
U nam in contacten met superieuren geen blad voor de mond.
‘Een bijter’, werd U genoemd. U ging tot het uiterste om elke operatie tot in de details voor te bereiden. Uw ideeën waren vaak onconventioneel, maar door Uw tactisch inzicht en het vertrouwen dat U wekte, had U een dragende rol in vijf complexe operaties. Uw moed was imponerend. Herhaaldelijk heeft U het leven van anderen boven Uw eigen veiligheid gesteld.
Dit bleek ook tijdens een actie met coalitietroepen in december 2007.
Om hen uit een zware hinderlaag te halen, maakte U een aantal duikvluchten waarmee U precies de aanvalsopstellingen van de vijand kon raken. U deed dit omdat U wist dat als U hoger zou vliegen, de eigen grondtroepen gevaar zouden lopen.
U ging door, ook toen bleek dat de vijand het niet hoofdzakelijk op de grondtroepen maar juist op U en Uw wingman had gemunt. Daar zijn moed en sterk leiderschap voor nodig.
In een aantal operaties werkte U nauw samen met Commandant Meervoudig Ploegoptreden Gijs Tuinman.
‘Roy is een Gijs in de lucht’, aldus een militair op de grond. Een groter bewijs van respect is nauwelijks denkbaar.
Misschien gaan Uw gedachten nog wel eens uit naar Uw jeugd, toen U zich warm liep voor een carrière bij Ajax. ‘Niet geschikt om door te groeien binnen de jeugdopleiding; te verdedigend’, was toen het oordeel…
Ik kan me voorstellen dat Co Adriaanse zich nadien nog wel eens heeft afgevraagd of deze mening over de jonge Roy de Ruiter niet prematuur was.
In ieder geval kunnen we vaststellen dat de Royal Oman Police zich heden ten dage gelukkig mag prijzen met U.
Vandaag eren wij Uw optreden in Afghanistan in de jaren 2007-2009 met de Militaire Willems-Orde. U was als gevechtsvlieger en Air Mission Commander vasthoudend, vakkundig, vernieuwend en onverschrokken. Op exceptionele wijze gaf U blijk van moed, beleid en trouw.
Majoor, ik feliciteer U met deze dapperheidsonderscheiding.
Dan ga ik nu over tot het afnemen van de Eed.
“Ik zweer mij als een getrouw en wakker ridder te zullen gedragen, mijn leven altoos te zullen veil hebben voor Koning en Vaderland en door al mijn vermogen mij steeds trachten waardig te maken de onderscheiding, mij door de Koning toegestaan.”