Toespraak van Koning Willem-Alexander ter gelegenheid van de uitreiking van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2017 te Amsterdam
Dames en heren,
Hier in de Burgerzaal van het voormalige stadhuis van Amsterdam denken wij vandaag allen aan burgemeester Eberhard Van der Laan die gisteravond overleed.
Dit was zijn stad, waarvan hij hartstochtelijk hield.
Wij herinneren ons hem als een man met een ongelofelijke werkdrang en een groot sociaal hart. Een hart waarin plaats was voor alle Amsterdammers, ongeacht hun achtergrond of persoonlijke situatie.
Hij wist mensen op zijn eigen markante manier te raken, te motiveren en te verbinden. Wij zijn dankbaar voor alles wat hij voor deze stad en voor ons land heeft betekend en wensen zijn vrouw en kinderen kracht toe bij dit grote verlies.
Dank U wel Meneer Tempel voor Uw toelichting als voorzitter van de jury. Net als ieder jaar verandert het Koninklijk Paleis Amsterdam onder Uw handen in een Paleis voor de Schone en Vrije Kunsten. Het is fantastisch dat een prijs die al anderhalve eeuw bestaat nog steeds zoveel respons krijgt. Dit jaar waren er meer dan 300 aanmeldingen. Een kwart méér dan vorig jaar.
Sinds 2013 telde de Prijs dertien mannelijke en drie vrouwelijke winnaars. Dit jaar zijn de rollen omgedraaid. Afgaande op de voordracht van de jury, sta ik hier zo dadelijk tussen drie vrouwen en één man. ‘Uiteraard’, zou ik bijna zeggen. Het weerspiegelt de verhoudingen waaraan we ook in de sport gewend zijn geraakt…
Dames en heren, de Koninklijke Prijs heeft een lange geschiedenis die verweven is met het verhaal van de moderne kunst in Nederland.
Precies honderd jaar geleden, in oktober 1917, verscheen het eerste nummer van het tijdschrift De Stijl. Het zal U niet zijn ontgaan; in het hele land wordt dat uitgebreid herdacht.
In 1917 was de wereld in de greep van oorlog en revolutie. Het was ook een tijd van omwentelingen in de kunst. Jonge kunstenaars maakten zich sterk voor een nieuw kunstbewustzijn.
De allereerste editie van De Stijl werd ingeleid door Theo van Doesburg. Hij betoogde daarin dat de moderne kunstenaar een dubbele roeping heeft.
Ten eerste: het voortbrengen van kunstwerken.
Dit zal U niet verbazen…
Ten tweede: het ontvankelijk maken van het publiek voor de schoonheid van de kunst.
Dit wekt misschien wèl wat verbazing: de kunstenaar als missionaris die de geesten rijp maakt voor esthetische ervaringen.
Van Doesburg was 34 jaar oud toen hij dit publiceerde. Nog nèt jong genoeg om mee te doen aan de Koninklijke Prijs als hij vandaag had geleefd. Ik denk dat de jonge kunstenaars in ons midden veel in zijn woorden zullen herkennen. Ook U werkt met hart en ziel aan Uw schilderijen. U onderzoekt, experimenteert, ontwikkelt en creëert. U brengt kunstwerken voort. En tegelijkertijd weet U dat dit niet voldoende is. Want zonder ontvankelijk publiek, krijgen die werken geen betekenis. Zonder ons, begint U niets.
Iedere kunstenaar zoekt het contact met het publiek. U tracht ons te overtuigen van de kracht van Uw beelden en Uw visie.
Eén van de winnaars van vandaag – Niek Hendrix – heeft zelfs een eigen blog: Lost Painters. Daarin neemt hij ons mee op zijn persoonlijke reis door de kunstwereld. En hij is daarbij zo af en toe gelukkig flink kritisch…
Zo moest in 2013 de jury van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst het ontgelden. “Echt spannend zijn de selecties van de jury niet”, schreef hij. “Een interessante tentoonstelling over wat schilderkunst is in Nederland is het in elk geval niet. Een jury als deze mag toch wel iets scherper kijken!”
Met U ben ik natuurlijk razend benieuwd of Lost Painters dit jaar een milder oordeel over de jury zal vellen…
Die jury staat overigens dit jaar voor het laatst onder voorzitterschap van Benno Tempel.
Meneer Tempel, sinds mijn eerste uitreiking van de Koninklijke Prijs in 2013, was U de constante factor.
Ik moet nog even door, maar U draagt het stokje over.
Graag wil ik U heel hartelijk danken voor Uw inzet. U heeft een groot talent om mensen enthousiast te maken voor beeldende kunst. U bent een geweldig pleitbezorger van jonge kunstenaars. Heel veel dank!
Ook juryleden Esther Tielemans en Jan van der Ploeg nemen dit jaar afscheid. Veel dank voor Uw belangrijke inbreng!
We prijzen ons gelukkig dat een nieuwe competente voorzitter is gevonden die de jury vanaf volgend jaar zal aanvoeren. Dat is Paula van den Bosch, conservator Hedendaagse Kunst van het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Mevrouw Van den Bosch: heel veel succes!
Dat brengt ons terug naar de winnaars van vandaag. Vier heel verschillende jonge kunstenaars, die gebruik maken va de meest uiteenlopende materialen. Olieverf, potlood, acrylverf uit een spuitbus, ei-tempera, houtskool, poedercoating op staal en zelfs zeep en schoonmaakmiddel.
Hun stijlen kunnen haast niet verder uiteenlopen. Van hyperrealisme tot speelse abstractie.
Maar hoe verschillend zij ook zijn, ze beschouwen alle vier - net als Theo van Doesburg - de kunst als een roeping. Alle vier even geïnspireerd. Alle vier even gedreven om ons ontvankelijk te maken voor de schoonheid van de kunst.
Met veel plezier neem ik dan ook de voordracht van de jury over.
Mijn hartelijke gelukwensen aan de vier winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2017. Ik stel hen graag nogmaals aan U voor:
Vera Gulikers
Niek Hendrix
Janine van Oene
Suzie van Staaveren