Toespraak van Prinses Máxima bij het slotfeest Taalontmoetingen van het Oranje Fonds

Vergroot afbeelding
Beeld: ©ANP / Robin Utrecht.
Utrecht, 8 november 2008: Prinses Máxima krijgt het boekje 'Elkaar Verstaan' uitgereikt. Drie jaar Taalontmoetingen 2005 - 2008’ van Ronald van der Giessen. De Prinses sprak in Utrecht tijdens het slot van het driejarige programma Taalontmoetingen van het Oranje Fonds.

Dames en heren,

Hartelijk dank voor dit bijzondere boekje.¹
Ik denk dat we allemaal wel eens de situatie hebben meegemaakt dat je omringd bent door mensen die je niet verstaat en die jou niet verstaan.
Dat geeft een hulpeloos gevoel. Je kunt niet laten weten wie je bent.
Dezelfde taal spreken, betekent verhalen kunnen delen.
Grote verhalen, over waar je vandaan komt en wat belangrijk is in jouw leven. Over je ambities en idealen.
Kleine verhalen, over het weer, over de buurt, over voetbal en muziek. Over wat je die dag hebt meegemaakt.

Al die verhalen - groot en klein - helpen verbindingen te leggen in onze samenleving.

Zonder kennis van de Nederlandse taal kun je in Nederland 'je verhaal niet kwijt'. En heb je ook geen toegang tot de verhalen van anderen.
Je blijft geïsoleerd. Met minimale kansen op ontplooiing van je talent en op een baan.

Daarom is taal essentieel. Daarom zijn taalontmoetingen essentieel.
Zij helpen vrouwen uit hun isolement te komen;
Zij geven zelfvertrouwen.
Zij geven contacten;
Zij openen deuren.
Taalontmoetingen zijn vaak de eerste stap naar 'meedoen'.

Als ik door dit boekje blader, moet ik terugdenken aan de tijd dat ik lid was van de commissie PaVEM: de

'Commissie Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheden'.

Ik heb toen veel gemeenten en heel veel projecten bezocht en met veel vrouwen gesproken.

Nooit vergeet ik de vrouw in een buurtcentrum in Amsterdam-Noord die mij vertelde dat ze sinds ze Nederlands leerde, weer durfde dromen.
Haar droom was ooit een eigen kapsalon te hebben. Ze straalde daarbij. Door Nederlands te leren, had deze vrouw weer geloof gekregen in het verhaal van haar toekomst.

Een moeder vertelde mij dat ze nu eindelijk naar de tafeltjesavond op school durfde om met de juf te praten over het rapport van haar dochter. Heel belangrijk voor deze groep vrouwen.

Ook voor vrijwilligsters zijn deze taalontmoetingen heel interessant. Ook zij leren een nieuwe wereld kennen.

Bij mijn bezoeken als lid van de commissie PaVEM heb ik onder meer kennis gemaakt met het werk van het OBV in Den Haag. Ik was onder de indruk van het werk van Jannie Vellekoop en alle vrijwilligsters daar. Ruim 25 jaar geleden waren zij de pioniers.
Zij begonnen ermee vrouwen op te zoeken die hun huis niet uitkwamen en geen Nederlands spraken.

Bij dat werkbezoek in Den Haag is het idee geboren om in veel meer gemeenten thuistaallesorganisaties op te zetten. Het Oranje Fonds heeft daar met PaVEM de schouders onder gezet. En kijk eens waar we nu staan:

  • 36 organisaties hebben deelgenomen aan het stimuleringsprogramma;
  • meer dan 3000 vrouwen zijn bereikt.

Dit is allemaal te danken aan de inzet van de vrijwilligsters en van de vrouwen die de taal willen leren. Zij verdienen onze bewondering en steun.

Een meerjarige aanpak is noodzakelijk, niet alleen met geld, maar ook met inhoudelijke ondersteuning: cursussen, lesmateriaal, coaching, etcetera.
Het Oranje Fonds heeft hieraan een belangrijke bijdrage kunnen leveren en voor een groot aantal projecten is inmiddels de voortgang verzekerd.

Ik ben blij dat ik vandaag mag aankondigen dat het bestuur van het Oranje Fonds heeft besloten dat er een vervolgprogramma Taalontmoetingen komt, waarbij ook mannen nadrukkelijk tot de doelgroep zullen behoren. Goed nieuws voor al die mannen en vrouwen die Nederlands willen leren en daarbij een extra zetje nodig hebben.

Ik wil alle vrijwilligers en deelnemers in de komende jaren heel veel succes en plezier toewensen.