Koning brengt werkbezoek aan Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders
Zijne Majesteit de Koning brengt woensdagochtend 17 januari een werkbezoek aan de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). Tijdens het bezoek staat de huidige beroepspraktijk en de ontwikkeling van het vak centraal. Gerechtsdeurwaarders werken samen met opdrachtgevers, gemeenten en schuldhulpverlening. Zij zien het als hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om in hun werk rekening te houden met de belangen van alle betrokken partijen.
De Koning spreekt met de KBvG en betrokkenen over de opleiding tot gerechtsdeurwaarder, de stageperiode en de beroepsontwikkeling binnen de kantoren. Nederland telt 130 gerechtsdeurwaarderskantoren, waar in totaal rond de 260 gerechtsdeurwaarders werken. Zij zijn openbaar ambtenaar én zelfstandig ondernemer. Bij de kantoren werken ook in totaal ongeveer 330 toegevoegd gerechtsdeurwaarders.
Op de werkvloer kijkt de Koning mee naar de werking van het Digitaal Beslagregister (DBR). Nadat vonnis is gewezen onderzoekt de gerechtsdeurwaarder waar beslag op kan worden gelegd en op welke manier dat kan, tegen zo weinig mogelijk kosten. Indien uit het register blijkt dat mensen met schulden niet in staat zijn te betalen, gaat de gerechtsdeurwaarder in overleg met de opdrachtgever. De Koning spreekt aansluitend over de rol van de gerechtsdeurwaarder bij schuldhulpverlening. Tot slot volgt een gesprek met gerechtsdeurwaarders over autonomen, mensen die zich onttrekken aan de Nederlandse wetten en regels.
Ter afsluiting van het werkbezoek neemt de Koning ter ere van het 150-jarig bestaan het lustrumboek van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders in ontvangst.
RVD, nr. 327