Koning bezoekt Appeltjes-winnaar Stichting Ik Wil
Zijne Majesteit de Koning heeft dinsdagochtend 21 november een werkbezoek gebracht aan Stichting Ik Wil in Eindhoven. De stichting is een van de winnaars van een Appeltje van Oranje 2023 van het Oranje Fonds. Stichting Ik Wil ontving de prijs voor de manier waarop de organisatie buurtbewoners met elkaar verbindt en zo een betrokken samenleving realiseert.
Stichting Ik Wil heeft als doel de inwoners van Eindhoven met elkaar te verbinden. De stichting biedt, met behulp van ruim tachtig vrijwilligers, laagdrempelige activiteiten aan zoals schilderles, taalles, koken en een open inloopspreekuur. Hiermee zorgt het initiatief voor een veilige en vertrouwde plek en helpt het bij de talentontwikkeling van de deelnemers. Ook buurtbewoners die met sociale uitsluiting en kansenongelijkheid te maken hebben, krijgen op deze manier de mogelijkheid zichzelf te ontplooien. Met bewustwording, zingeving en gelijkwaardigheid hoopt de stichting dat uiteindelijk iedereen leiding kan nemen over het eigen leven. Vanwege de goede contacten met de buurtbewoners zijn de initiatiefnemers van Stichting Ik Wil ook een belangrijke partner voor de gemeente.
Koning Willem-Alexander kreeg een rondleiding langs verschillende activiteiten van de stichting. Hij bezocht een taalles, een schilderles en een kookcursus en ontmoette vrijwilligers en deelnemers. Vervolgens ging hij in gesprek met de initiatiefnemers over hun drijfveren en de toekomstplannen voor Stichting Ik Wil. Afsluitend sprak Koning Willem-Alexander met diverse betrokkenen over de bredere maatschappelijke impact van de stichting, de contacten met andere netwerken in Eindhoven en andere samenwerkingspartners die zich inzetten voor de wijk.
Met de Appeltjes van Oranje bekroont het Oranje Fonds jaarlijks uitzonderlijke sociale initiatieven die ertoe doen voor mensen in de samenleving. Het thema van de Appeltjes van Oranje 2023 was ‘Bruggenbouwers in de buurt’. Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima zijn beschermpaar van het Oranje Fonds.
RVD, nr. 300