Koning bezoekt GGD Hart voor Brabant in Tilburg
Zijne Majesteit de Koning heeft op dinsdagmiddag 24 maart een werkbezoek gebracht aan de GGD Hart voor Brabant in Tilburg. Het bezoek vond plaats in het kader van de bestrijding van het coronavirus (COVID-19) op uitnodiging van Theo Weterings, burgemeester van Tilburg en voorzitter van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. In de gemeente Tilburg werd op 27 februari jl. de eerste coronabesmetting in Nederland geconstateerd. In afstemming met de burgemeester en de GGD zijn maatregelen getroffen om het bezoek te kunnen laten plaatsvinden.
In een eerste gesprek met onder meer de directeur van GGD Hart voor Brabant, Karin van Esch, en enkele medisch deskundigen werd gesproken over de verschillende fasen in de aanpak van de uitbraak van een infectieziekte, waar nog geen vaccin tegen beschikbaar is. De Koning kreeg een toelichting op de procedures die het Klant Contact Centrum (KCC) van de GGD en de artsen en verpleegkundigen moeten volgen. Ook werd het belang geschetst van goede data en informatie en de relatie met het RIVM.
Aansluitend bezocht Koning Willem-Alexander het callcenter van het KCC, waar hij sprak met medewerkers en kort kon meeluisteren met de gesprekken die zij voeren met bellers die uiteenlopende vragen hebben over het coronavirus.
Tot slot ging de Koning in gesprek over de samenwerking binnen de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en de provincie in de bestrijding van corona. Aan tafel zaten vertegenwoordigers van de GGD, de brandweer en enkele nauw betrokken bestuurders.
Als gemeentelijke gezondheidsdiensten bewaken de GGD’s de publieke gezondheid en voeren zij de taken uit die de overheid op zich neemt om de gezondheid van iedereen te bewaken, beschermen en bevorderen. Onderdeel daarvan is de bestrijding van infectieziekten.
Door middel van telefoongesprekken en zo mogelijk werkbezoeken informeren Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima zich over de gevolgen van de corona-uitbraak en spreken zij hun steun en waardering uit voor de inzet van zovelen in de bestrijding van de pandemie.
RVD, nr. 56